Op een zaterdagmorgen ging de dertienjarige Mitch Cartwright op de fiets naar het ijshockeystadion aan de rand van Virginia City. Hij had nog maar net het erf verlaten of een jongen van 4 kwam hem achterna.
“Mitch, wacht op mij”, riep het kereltje.
Mitch stopte en keek achterom. Hij herkende de kleine jongen die naar hem toereed. Het was zijn broertje Benji.
“Benji, wat doe jij hier?”, vroeg Mitch verbaasd aan zijn broertje.
“Ik ga met jou mee naar het ijshockeyen”, was het antwoord.
“Weten papa en mam daarvan?”, vroeg Mitch.
“Nee, moet dat dan? Mam doet alleen maar meisjesdingen met Lisa maar papa doet nooit jongensdingen met mij. Hij heeft niet eens tijd voor mij”, klaagde zijn broertje.
Mitch zuchtte diep en zei:“Goed, ik neem je mee maar dan moet je wel naar mij luisteren.”
“Dat beloof ik”, zei Benji.
Ze reden door.
“Had papa wel tijd voor jou toen jij zo oud was als ik?”, vroeg Benji opeens.
“Ja. Maar ik had natuurlijk ook geen zusje of moeder zoals jij nu”, antwoordde Mitch.
“Geen moeder?”, vroeg zijn broertje verbaasd.
“Ik heb mijn echte moeder nauwelijks gekend want ze stief toen ik 11 maanden oud was. Sindsdien was ik alleen met papa totdat hij mam ontmoette. Maar opa, oom Hoss en oom Joe waren er voor mij. En ze zijn er ook voor jou. Net als onze ouders”, legde Mitch uit.
“Daar merk ik dan wel weinig van”, zei Benji.
Mitch begreep dat zijn broertje zich wat buitengesloten voelde.
“Benji, ik zal proberen met papa te praten maar of hij wil luisteren weet ik niet. Als hij verstandig is doet hij dat wel. Maar ik beloof niets”, zei de oudste Cartwright.
Benji ging ermee akkoord. Ze reden door waarbij Mitch zijn broertje goed in de gaten hield naarmate ze dichterbij het stadion kwamen.
Ondertussen op de ranch. De Chinese kok Hop Sing had de tafel voor de lunch gedekt.
“Cartwrights aan tafel”, riep hij.
De genoemden kwamen behalve Mitch en Benji.
“Waar zijn de jongens?”, vroeg Ben Cartwright, de eigenaar van de ranch en opa van de 2 afwezigen.
“Mitch is naar het ijshockeystadion en Benji speelde buiten op het erf”, zei zijn oudste zoon Adam.
Toen kwam Candy Canaday (de voorman van de Ponderosa ranch) naar binnen.
“Adam en Sally, als jullie Benji zoeken, ik zag hem Mitch achterna rijden naar Virginia City”, zei Candy.
“Geweldig. Nu moet ik weer naar de stad rijden om dat kleine kereltje op te halen. Heeft Mitch zijn gsm bij zich?”, vroeg Adam.
“Ik zag dat hij hem in zijn jack deed”, zei Ben.
“Ik bel hem wel meteen”, zei Adam.
Hij pakte zijn gsm en belde zijn oudste zoon. Al snel had hij hem aan de lijn.
“Mitch, je vader. Waar ben je en wie is er met jou daar?”, vroeg Adam met de deur in huis vallend.
“Papa, ik ben bij het ijshockeystadion en Benji is inderdaad bij me. Ik hou hem bij me tijdens de training want er is ook training voor de kleintjes. Kom over 3 uur naar het stadion”, antwoordde Mitch.
“Voor deze keer dan”, zei Adam met tegenzin wat Mitch erg goed merkte.
Adam zette zijn gsm uit en ging terug aan tafel.
“Benji is bij Mitch. Ik ga hem vanmiddag ophalen bij het ijshockeystadion. Het schijnt dat daar ook een training is voor de kleinere kinderen”, zei hij.
Toen vroeg zijn vierjarige dochter Lisa:“Papa, mag ik ook op ijshockey en honkbal?”
Deze vraag deed de volwassen Cartwrights verbaasd opkijken.
“Honkbal en ijshockey is meer voor jongens”, zei haar moeder Sally maar het hielp niets.
“Je mag het proberen”, zei Adam uiteindelijk.
In het ijshockeystadion zag Mitch zijn vrienden Matthew Walker en Max Willis. Ze hadden afgesproken in de kantine om daar te eten en daarna te gaan trainen.
“Is…Is hij m…mee..g…gekomen?”, vroeg Max.
“Nee, hij kwam mij achterna”, antwoordde Mitch.
Ze keken naar de jongste Cartwright.
“Zullen we gaan eten?”, vroeg Matthew.
Benji kreeg zijn lunch van alle 3 de jongens.
Na de lunch vroeg Mitch:“Kunnen jullie even op hem passen zodat ik me kan omkleden?”
Dat beloofden Matthew en Max.
Tijdens de training probeerde Benji ook te ijshockeyen wat hem goed afging. John Cooper, de coach van de kleintjes, zag dat Benji talent had en haalde Mitch naar de kant.
“Wie is dat jochie daar?”, vroeg John.
“Mijn broertje Benji van 4. Hij kwam met me mee. Denkt u dat hij in een team mee kan doen?”, vroeg Mitch op zijn beurt.
“Dat denk ik niet maar ik weet het zeker. Waar wonen jullie?” wilde de coach weten.
“Op de Ponderosa ranch. Wij zijn de zoons van Adam Cartwright. Hij komt Benji vanmiddag halen”, antwoordde Mitch.
De jongen ging het ijs weer op.
Zoals beloofd kwam Adam zijn jongste zoon ophalen bij het ijshockeystadion. Hij wachtte op hem in de kantine. Na een poosje kwamen de broertjes Cartwright, Matthew en Max binnen.
“Letten jullie even op Benji, dan kan ik proberen met mijn vader te praten”, zei Mitch fluisterend.
Dat beloofden ze. Mitch ging naar Adam toe en ging bij hem aan tafel zitten.
“Mitch, wat is er aan de hand met je broertje?”, vroeg Adam.
“Hij voelt zich buitengesloten door jou. Mam doet wel meisjesdingen met Lisa maar jij doet nooit jongensdingen met hem zoals hij dat letterlijk tegen me zei. Hij beweert dat jij niet eens tijd voor hem hebt”, antwoordde Mitch.
Adam wist niet wat hij hoorde. Dit had hij niet verwacht. Hij besefte wel dat Mitch gelijk had.
“Stuur hem maar naar mij. Moet ik jou ook meenemen naar huis?”, vroeg Adam.
“Nee, want we gaan een dvd kijken bij Max thuis. Kun je wel mijn ijshockeyspullen meenemen?”, vroeg Mitch op zijn beurt.
“Goed, ik neem ze mee. Je bent thuis om 11 uur vanavond”, antwoordde Adam.
Hij tekende 23.00 uur op een papiertje zodat Mitch het begreep. Mitch nam het papiertje mee en ging naar zijn vrienden en broertje.
“Benji, je vader wil je spreken”, zei Mitch tegen Benji.
Met lood in zijn schoenen ging de kleine Cartwright naar zijn vader. Aarzelend ging hij bij Adam zitten.
“Benjamin, je broer heeft me verteld dat jij je buitengesloten voelt bij mij en mama”, begon Adam.
De jongen knikte en sloeg zijn ogen neer.
“Het spijt me dat ik echt geen tijd voor je had. Ik maak vanaf nu expres tijd vrij om met jou iets te doen. Voortaan is de zondagmiddag voor jou bestemd”, zei Adam.
“Gaan we dan samen vissen of zoiets?”, vroeg Benji.
“Ja, wat jij maar wil”, antwoordde zijn vader.
“Goed papa. Mag ik ook gaan ijshockeyen? Net als Mitch”, zei de jongen.
“Van mij wel maar je moeder moet het ook goed vinden”, zei Adam.
Hij merkte dat Benji het moeilijk had.
“Thuis vindt iedereen Lisa veel leuker en Mitch mag meer dan ik”, klaagde Benji
“Dat Mitch meer mag komt omdat hij ouder is en wat Lisa betreft: dat lijkt maar zo. We waren even blij met jou als met Lisa”, antwoordde zijn vader.
Maar ook dat geloofde Benji niet. Adam wist dat hij het nu op een andere manier moest proberen.
“Als mama en ik ooit nog een baby krijgen ben jij de grote broer van hem of haar. Net zoals Mitch dat is van jou”, legde Adam uit.
Die uitleg beviel Benji wel.
Toen vroeg de jongen:“Papa, de coach zei dat ik goed ben in ijshockey. Mag ik ermee doorgaan?”
Op dat moment kwam coach John Cooper erbij en hij stelde zich voor aan Adam.
“Is Benji echt zo goed?”, vroeg Adam voor de zekerheid.
“Hij is zeer talentvol. Zijn broer is net zo goed. Maar Mitch zei dat hun zusje ook erg goed is”, antwoordde John.
Hij keek even in zijn agenda en zei toen:“De training voor kinderen tot 6 jaar is op woensdagmiddag. De ouders komen dan meestal kijken.”
“Dan komen mijn vrouw en ik kijken hoe onze tweeling het doet”, zei Adam naar Benji kijkend.
John gaf ze een hand en ging weg.
“Benji, ik ben bang dat we hier elke dag moeten zijn als jij echt zo goed bent in ijshockey”, zei Adam.
De jongen knikte.
Eenmaal thuis bood Benji zijn excuses aan voor het plotse verdwijnen. Adam vertelde wat er allemaal gezegd was en Sally was het ermee eens.
“Pa, ik ben zeer bang dat uw 3 oudste kleinkinderen niet hun hele leven op de ranch zullen slijten. De jongens en Lisa zijn alle drie talenten in honkbal en ijshockey”, zei Adam.
De rancher zuchtte diep en zei:“Dan moeten Hoss en Joseph het maar beter doen met de opvoeding van hun kinderen. Maar zolang mijn kleinkinderen gelukkig zijn met hun keuzes ben ik het ook.”
Nu hij meer aandacht en tijd kreeg van Adam voelde Benji zich niet meer anders dan zijn broer en zusje.