Op een mooie dag waren de broers Hoss en Joe Cartwright in Virginia City. Ze moesten zich gedragen omdat hun neefje Mitch en nichtje Pam (een tweeling van 12) bij hen waren.
“Zullen we naar de saloon gaan?”, stelde Joe voor.
Hij was de jongste Cartwright broer.
“Oom Joe, je vergeet dat wij er nog niet binnen mogen vanwege het feit dat wij nog maar 12 jaar op deze aardbol rondlopen”, zei Mitch haast poëtisch.
Hoss en Joe keken elkaar verbaasd aan.
“Moest je deze smoes instuderen van je vader?”, vroeg Hoss.
“Nee, maar het is wel zo”, antwoordde zijn neefje.
Opnieuw keken de broers elkaar verbaasd aan. Pam moest haar lachen inhouden.
“We geven jullie wat geld zodat jullie naar de ijssalon kunnen gaan. Dan ontmoeten we elkaar hier weer over een uur”, zei Joe.
Hij pakte zijn portefeuille en haalde er een biljet van 1 dollar uit. Mitch was zo snel met het pakken van de portefeuille van zijn oom dat het leek alsof er een korte maar hevige wervelwind door Virginia City raasde.
“Drink ze, lieve ooms”, riep Pam terwijl zij en haar broer naar de ijssalon renden.
“Is dat kreupele neefje van ons dat net heel snel jouw portefeuille jatte net zo snel als dat jochie die net wegrende met zijn zus?”, vroeg Hoss.
“Helaas wel. Maar gelukkig heb jij ook je portefeuille mee. Toch?”, vroeg Joe.
Hoss keek in al zijn zakken en antwoordde beschamend:“Nee, ik heb hem thuis laten liggen. Maar we hebben gelukkig nog jouw dollar.”
Hij pakte het geld en liep ermee naar de Silver Dollar Saloon. Joe volgde hem op de voet. Binnensmonds vervloekte hij de kinderen van zijn oudste broer Adam. De tweeling leek wat Joe betrof iets teveel op hun vader wat woorden en daden betrof.
Eenmaal in de saloon zagen de broers hun oude vriend Mark Baker.
“Hallo Mark. Hoe is het?”, vroeg Hoss.
“Met mij gaat het zeer goed. Met jullie ook?”, vroeg Mark.
“Ons neefje heeft zojuist mijn portefeuille gejat. Daar zat al mijn geld in”, antwoordde Joe.
“Dan zou je het toch maar gebruiken voor drank. Ik ben hier om jou te redden, Joe. En dat geldt ook voor jou Hoss”, zei Mark.
Hoss en Joe keken elkaar verbaasd aan.
“Eh Mark, hoe wil jij ons redden?”, vroeg Joe.
“Het is Dominee Mark. Ik heb het licht gezien en breng dat over aan anderen”, antwoordde Mark.
Het was even stil maar toen begonnen de broers hard te lachen. Mark wist dat de Cartwrights moeilijk te overtuigen waren maar besloot het toch te proberen.
De broers namen een slok bier toen Mark zei:“Alcohol is het vergif van de duivel. Het kost je geld en dat kan je beter aan de dominee geven in ruil voor redding van je ziel.”
“Zei de grootste zuiplap van Nevada. Proost Hoss”, zei Joe.
Ze lachten maar hadden niet gerekend op de reactie van Mark. Hij werd woedend en sloeg de bierglazen kapot. Hoss en Joe keken elkaar even aan en gingen toen op de vuist met Mark. In een mum van tijd was iedereen in de saloon aan het knokken dat het een lieve lust was.
De Cartwright tweeling was op tijd op de afgesproken plek en tijd maar hun ooms niet.
“En dan zeggen zij er iets van als ik de tijd vergeet”, zei Mitch.
Hij was de enige Cartwright die geen besef van tijd had.
Pam zei:“Ze zitten natuurlijk nog in de saloon. Laten we daar maar heen gaan.”
Dat deden ze en ook deputy Clem Foster was er al.
“Jullie blijven hier”, zei hij tegen de tweeling.
Het stel knikte. Clem ging naar binnen om even later met 3 arrestanten weer naar buiten te komen.
Mitch vroeg:“Oom Hoss, zal ik met Pam thuis doorgeven dat jullie weer zijn verhuisd?”
“Erg leuk hoor. Jullie vertellen thuis hierover niets!”, antwoordde Hoss verontwaardigd.
“Hoss en Joe, jullie zijn nu wel een zeer slecht voorbeeld voor hen”, zei Clem.
Mitch en Pam keken glimlachend toe hoe ook de dominee afgevoerd werd naar de gevangenis.
In de gevangenis kreeg Clem alles te horen.
“Jullie blijven vannacht hier en de tweeling gaat naar huis. Dominee, jij blijft hier ook slapen”, zei de deputy nadat alles was verteld.
Hij deed de cellen op slot en ging naar buiten.
“Jongens, jullie ooms blijven vannacht hier in de cel dus ik stuur jullie naar huis. Doe je ouders en opa de groeten van mij”, zei Clem.
“Doen we. Doe jij de groeten aan onze ooms?”, vroeg Pam terwijl zij en Mitch op hun paarden stegen.
“Doe ik”, zei Clem.
Hij keek ze na en ging weer naar binnen.
“Hoss en Joe, jullie moeten de hartelijke groeten van je neefje en nichtje hebben”, zei de deputy glimlachend.
De broers reageerden er niet op want ze wisten dat ze weer een slecht voorbeeld waren geweest voor 2 kinderen van 12. Maar ze wisten ook dat ze dit nog vaak zouden en moesten horen.