VERJAARDAG VAN JOLLY JUMPER

Het was een heugelijke dag voor de hengst Jolly Jumper. Hij werd een jaartje ouder.

“Lang zal ik leven. Lang zal ik leven. Lang zal ik leven in de gloria. In de gloria. In de gloria”, zong Jolly Jumper voor zichzelf.

Hij zag zijn trouwe metgezel Lucky Luke komen en hoopte dat de arme eenzame cowboy hem zou feliciteren. Maar tot zijn stomme verbazing gebeurde dat niet.

“Kom Jolly. We gaan weer verder”, zei Lucky Luke.

Hij steeg op en samen verlieten ze hun slaapplaats.

Opeens werd het tweetal bezocht door een telegrambezorger.

“Telegram voor Lucky Luke. Telegram voor Lucky Luke”, riep de telegrambezorger.

“Ik ben Lucky Luke”, zei Lucky Luke.

“En ik ben Jolly Jumper”, zei de hengst.

Zijn humeur had al een dieptepunt bereikte en dat werd nu nog erger. Lucky Luke las het telegram en gaf de telegrambezorger een stuiver als fooi.

“Dank u wel”, zei de telegrambezorger en verdween weer.

“Jolly, we gaan weer terug naar Notts City. De bank is overvallen”, zei Lucky Luke.

“Toch niet door de Daltons? Dat zou deze dag helemaal bederven”, zei Jolly Jumper.

Lucky Luke keerde zijn paard en ging terug naar Notts City. Jolly Jumper dacht woedend:‘Waarom heb ik op deze hele speciale dag in het jaar geen vrij?’

Intussen waren de bankovervallers Tim en Jim Walker in de saloon hun buit aan het verdrinken.

“We gaan naar de volgende stad om een bank te overvallen”, zei Tim lallend.

Ze stonden op en liepen wankelend de saloon uit. Precies op dat moment kwamen Lucky Luke en Jolly Jumper eraan.

“Dat zijn degenen die we moeten hebben. Vooruit Jolly”, riep Lucky Luke.

“Welja, daar gaan we weer”, zei Jolly Jumper tegen zichzelf.

Ze gingen de bankovervallers achterna. Jolly Jumper pakte de lasso en gooide die om de broers heen.

“Laat ons los”, zei Jim.

“We hebben niets gedaan”, reageerde Tim.

“Dat hebben jullie wel. De bank is overvallen door jullie”, zei Lucky Luke.

“En dankzij mij zijn jullie gepakt ”, zei Jolly Jumper apetrots.

“Jullie gaan naar de gevangenis om daar jullie verdere straf uit te zitten”, zei Lucky Luke.

Nadat ze de broers bij de gevangenis hadden afgeleverd gingen ze opnieuw op weg.

“Jolly, we moeten nu naar Rocktown”, zei Lucky Luke.

“Mooi niet cowboy. Ik ben al zo moe”, protesteerde Jolly Jumper.

“Jolly, het is echt de moeite waard om daar heen te gaan”, zei Lucky Luke.

“Als jij nou echt naar dat stadje wil gaan we maar ik ga niet lopen”, zei Jolly Jumper beslist.

Lucky Luke vermoedde het ergste en hij was inderdaad de klus.

Na een paar uur lopen kwamen Lucky Luke en Jolly Jumper in Rocktown aan.

“En nu normaal doen Jolly. In dit restaurant staat een grote verrassing voor je te wachten”, zei Lucky Luke.

“Voor deze keer dan”, verzuchtte de hengst.

Lucky Luke deed zijn paard een blinddoek voor en samen gingen ze naar binnen. Jolly werd op een stoel gezet.

“Doe de blinddoek nu maar af Jolly”, zei Lucky Luke.

Dat deed de hengst en wat zag hij voor zich staan? Een hele grote verjaardagstaart.

“Van harte gefeliciteerd Jolly”, zei Lucky Luke.

Ook Rataplan was aanwezig.

Jolly Jumper veegde een traan uit zijn oog weg en zei ontroerd:“Cowboy, bedankt voor deze mooie verrassing. Het is alleen jammer dat die lopende vlooienwinkel er ook bij is.”

Pas de volgende avond kon Lucky Luke weer zingen:“I am a poor lonesome cowboy.”