DE TIRAN VAN COFFEEVILLE

Het was doodstil op straat toen Hannibal Heyes en Kid Curry de stad Coffeeville binnenreden. Ze konden niet vermoeden dat ze ergens bij betrokken zouden raken. De outlaws stopten bij de saloon.

“Kid, ligt het aan mij of is het zondag in de stad?”, vroeg Heyes terwijl hij afsteeg en zijn paard vastbond.

“Ik denk dat je gelijk hebt Heyes. Het is hier doodstil. Laten we hopen dat het in de saloon wat levendiger is”, zei de Kid.

Ook hij steeg af en bond zijn rijdier vast. Ze gingen de saloon in maar ook hier was het stil. Behalve de outlaws, de barkeeper en een oude dronkelap was er geen levende ziel in de drankgelegenheid.

Heyes keek rond en zei toen tegen de barkeeper:“Is het altijd zo stil hier? Ik heb gehoord dat het hier best gezellig is geweest.”

“Dat was het ook voordat de dominee kwam. Hij verbiedt elke vorm van vermaak die een ondergang voor Coffeeville is. Ik ben in feite officieel gesloten maar kan ik jullie iets van het huis aanbieden? Je weet wel, onder de tafel”, zei Jack, de barkeeper.

“Twee whisky”, zei de Kid.

Hij en zijn partner hadden al vlug door dat de stad goed in de problemen zat.

Jack vertelde:“Dominee Wilson heeft het gokken en pokeren verboden. Hij is van mening dat hij de enige is die Coffeeville moet en kan redden van de slechtheid. Het is een doorn in het oog van hem dat ik op zondag open ben.”

“Doet de sheriff niets?”, wilde Heyes weten.

“Er is geen sheriff. De dominee heeft zichzelf uitgeroepen tot de sheriff der redding”, vertelde Jack.

Heyes voelde dat hij eens een ernstig gesprek moest gaan voeren met de dominee.

Hij vroeg:“Waar woont dominee Wilson?”

“Je vindt hem bij de kerk. Iets verder op. Als ik je een advies mag geven: daag hem niet uit. Hij kan gevaarlijk zijn”, antwoordde de barkeeper.

Heyes knikte en zei met lachende ogen:“Dan kent hij mij nog niet. Kom mee Thaddeus.”

Ze verlieten de saloon en gingen op zoek naar dominee Wilson.

In de kerk was dominee Wilson juist bezig de kerk op te ruimen na de dienst. De kerkdeur stond half open toen Heyes en Curry klopten.

“Kom binnen. Mijn deur staat voor iedereen wijd open”, zei hij.

De outlaws keken elkaar aan en gingen naar binnen.

De dominee kwam naar hen toe en zei:“Weer twee verloren schaapjes die mij vragen om hen te redden van alle slechtheid van Coffeeville.”

De outlaws besloten het spelletje mee te spelen.

“We hebben via een kennis gehoord dat u mensen van het pokeren af helpt. Mijn maat hier denkt alleen maar aan hoe hij elk pokerspel kan winnen. Kunt u hem helpen?”, vroeg de Kid.

“Zeker kan ik hem helpen. Je lijkt me een intelligente jongeman en ik kan jou zeker redden. Loop maar even mee naar mijn kantoor”, zei de dominee tegen Heyes.

Heyes liep met de dominee mee terwijl zijn partner op hem wachtte in de kerk.

“Ga zitten Mr……..?”, vroeg de dominee.

“Smith, Joshua Smith. Zoals mijn maat al vertelde denk ik de hele tijd aan hoe ik een pokerspel kan winnen. Het maakt niet uit hoe”, vertelde Heyes.

“Dat is een zeer ernstig probleem. Het zal veel moeite kosten om die nare gewoonte af te leren. Je zal best vaak verleid worden om te spelen maar zodra je het geloof hebt gevonden ben je pas op de goede weg. Ben je bereid die weg te bewandelen?”, vroeg de dominee.

Heyes sloeg zijn ogen neer en zei:“Ik wil het proberen maar of het lukt. Weet u, de saloon heeft een aantrekkingskracht die ik niet kan weerstaan. Vooral de pokertafel schreeuwt om mij. Het is een soort kameraad voor me. En kameraden laat je niet in de steek. Tenminste zo denk ik erover.”

“Dat laatste vind ik ook maar dat de pokertafel een vriend van je is. Dat kan ik echt niet goedkeuren. Jij moet vlug gered worden anders zal je nooit in de hemel komen”, zei de dominee.

Een tijdje was het stil. Heyes wist dat hij er nu volledig in zat en dus het spelletje tot het einde moest meespelen.

“Ik kan je het advies geven om de saloon te vermijden. Die plek is het woonhuis van de duivel. Ik spreek je nog wel Joshua”, zei de dominee voordat hij en Heyes weer naar de kerk gingen.

“Alvast bedankt dominee. Uw geloof in mijn redding heeft me zelfvertrouwen gegeven om niet te gaan pokeren”, zei de outlaw glimlachend.

“Niets te danken. Het is mijn reden om te leven”, was de reactie van de dominee.

In de tijd dat Heyes bij dominee Wilson zat, ontdekte Curry dat er in de kerk dingen gebeurde die totaal niet door de beugel konden. De Kid vond een papier bij de kansel. Daarop stond met grote letters geschreven:

GEEF GUL UW GELD AAN MIJ WANT IK BEN UW GOD!

GETEKEND:

DS WILSON.

Hij pakte het op en deed het in zijn binnenzak. Misschien dat ze het konden gebruiken als bewijs tegen de dominee. Vlug liep de outlaw terug naar de deur van de kerk.

Eenmaal buiten de kerk zei Heyes:“Kid, die gozer loopt echt met molentjes. Hij beweert dat ik snel gered moet worden of ik zal nooit in de hemel komen.”

“Dat laatste kan ik wel begrijpen maar hoe gaan we nu verder?”, vroeg de Kid.

“We nemen eerst een hotelkamer en daarna zien we wel weer”, was de luchtige reactie van Heyes.

“Dat vind ik nou zo leuk aan jou Heyes. Jij ziet alles van de zonnige kant”, zei Curry grijnzend.

“Weet ik”, zei Heyes.

De outlaws wisten nog niet hoe erg de dominee Coffeeville in zijn gemene handen had en hield. Het ergste van alles was dat er in de gehele stad geen compleet kaartspel te vinden was. Dit was de schuld van de dominee. Door hem was het verboden om te pokeren in de saloon. Iedere vreemdeling die toevallig een kaartspel bij zich had werd met open armen ontvangen. Vooral als dat kaartspel compleet was. Uiteraard was de dominee hier geheel niet van gediend. Hij was een persoon waar niet mee te spotten viel. Iedere avond liep hij de saloon in om te controleren of er niet gegokt en/of gepokerd werd. Mocht dit wel het geval zijn, dan greep de dominee flink hardhandig in. Hij werd driftig en pikte zowel het geld als de kaarten in. Zijn wil was wet in Coffeeville. Hij deinsde ook niet terug voor een moord. Hij kon niet verwachten dat er heel gauw een einde aan zijn carrière zou komen door de bemoeienis van Heyes en Curry.

Langzamerhand kreeg de bevolking van Coffeeville genoeg van Ds Wilson. Niet alleen op zondag preekte hij over de zonde van poker, maar ook door de week begon hij te prediken op straat. Hierdoor begonnen zijn inkomsten behoorlijk te dalen en bleven de mensen gewoon thuis op zondag in plaats van naar de kerk te gaan zoals gewoonlijk.

In hun hotelkamer haalde Curry het gestolen papier uit zijn zak en gaf het aan Heyes.

“Wat is dit?”, vroeg hij verbaasd.

“Gevonden in de kerk toen jij bij die halve gare gek zat. Nu is het erg duidelijk dat het hier niet pluis is”, zei Curry.

Heyes las het papier en zijn commentaar was:“Die kerel loopt met elke molen die er op de wereld te vinden is. Daardoor is zijn verstand veranderd in zaagsel.”

Zijn maat vroeg met een afkeurende stem:“Heyes, zo praat je toch niet over een geestelijke die jou van je pokerprobleem wil afhelpen?”

Heyes keek hem aan met een verbaasde blik en zei:“Die zwaar geflipte dominee is geen dominee maar een oplichter!”

Ds Wilson had zijn kantoor gevestigd in het voormalige kantoor van de sheriff. Op een zondagavond keek hij de stapel opsporingsbiljetten door. Ineens zag hij twee beschrijvingen liggen van Hannibal Heyes en Kid Curry. De premie op beiden deden de dollartekens in zijn ogen nog groter worden. Hij dacht bij zichzelf:‘Zo’n goede collecte heb ik nog nooit gehad. Dat is dus $ 20.0000 voor mij en geen malle rotmoer voor de kerk!’

Wat de dominee niet wist was dat de bevolking een nieuwe sheriff had gekozen om de hebzuchtige dominee te laten arresteren. Sheriff Carl Evans was een man die streng maar zeer rechtvaardig was. Evans wilde koste wat koste definitief afrekenen met de tiran van een dominee Wilson. Hij had lang genoeg Coffeeville met ijzeren hand geregeerd.

Op een bijeenkomst in de saloon van Jack zei Evans:“Vanaf heden ben ik de baas hier in Coffeeville en niet Ds Wilson. Hierbij herstel ik de regel dat er weer gepokerd en gegokt mag worden in de saloon. Als er gedonder van komt door die geestelijke, laat het me dan direct weten.”

Zijn redevoering kreeg een langdurig applaus van alle aanwezigen. Kort hierop begon men te pokeren en te gokken bij het leven. Het lawaai verstomde toen de dominee in de deuropening stond. Hij keek woest rond en zei met verhefte stem:“Ik verbied het gegok en gepoker in deze stad. Alleen ik kan jullie redden van alle slechtheid die jullie verstand verziekt!”

Jack zei:“Je gezagdragerij is voorbij dominee. Sheriff Evans heeft het verbod om te gokken en te pokeren opgeheven.”

“Heeft hij dat gedaan? Niet met mijn toestemming!”, antwoordde de geestelijke kwaad en hij verliet de saloon.

Hij stak de straat over en stormde het kantoor van de sheriff binnen.

“Hoe durf jij mijn macht hier in de stad over te nemen? Dit was een goede stad voordat jij het gokverbod ophief!”, raasde Ds Wilson tegen Evans.

“Je hebt het er zelf naar gemaakt. Men was je gepreek gewoon spuugzat. Ik kan je nog niet achter de tralies gooien maar er komt een dag dat het wel kan. Ik verheug me al op die dag. Ga nu maar weg want je bederft mijn dag en stemming met je aanwezigheid!”, was de koele reactie van de sheriff.

De volgende morgen stonden Heyes en Curry toe te kijken hoe de dominee een wanhopige cowboy probeerde te bekeren.

De sheriff stond naast de outlaws en vroeg:“Ik zou best mijn rotte eieren en tomaten naar die dominee willen gooien als ik geen sheriff was. Jullie niet?”

“Jawel maar ik zou het met mate doen”, zei Heyes.

“Hoezo met mate?”, vroeg Evans verbaasd.

“Het is zonde van die rotte eieren en tomaten als ze tegen hem opkomen. Dat kan je niet maken tegenover die eieren en tomaten”, zei Heyes met een stalen gezicht.

De sheriff keek hem eerst stomverbaasd aan en begon toen te glimlachen en de outlaws ook.

Later die dag liep Heyes de saloon voorbij op weg naar een nieuw gesprek met de dominee die hem van zijn pokerprobleem af wilde helpen. De outlaw had er zeer weinig vertrouwen in.

Toen Heyes de kerk binnenging zag hij de dominee op de kansel. Op dat moment wist de outlaw nog niet dat zijn leven op het spel stond. Ds Wilson zag de outlaw komen en dacht:‘Daar is de eerste tienduizend dollar.’ Eerst wilde hij hem doodschieten maar toen had de dienaar des kerks een ander plan in gedachten.

Hij liep naar Heyes toe en zei:“Geef uw revolver hier Mr Smith en dan lopen!”

De outlaw gaf hem onder dwang zijn revolver af en werd daarna naar een donkere kamer geduwd en vastgebonden.

“Wat gebeurt er in vredesnaam?”, vroeg Heyes stomverbaasd.

“Gij gaat vannacht de bankkluis kraken en het geld aan mij doneren. Dit doet gij samen met uw partner Kid Curry. U bent namelijk niet Mr Joshua Smith, maar Hannibal Heyes. Na de bankoverval ga ik jullie beiden bij de sheriff van Clarksville afleveren. De premie is voor mij. Ik weet dat jullie bij elkaar $ 20.000 waard zijn”, zei de dominee.

Heyes keek op en zei:“We lijken misschien wel op die twee outlaws maar we zijn het niet. Ik ben Joshua Smith en mijn partner is Thaddeus Jones.”

Opeens begon het tot hem door te dringen dat ze al eerder in aanraking met Ds Wilson waren gekomen. Maar toen noemde hij zich nog geen dominee. Heyes moest en zou een plan bedenken om hun kans op amnestie niet te laten lopen. Hij pijnigde zijn hersencellen totdat er een plan te voorschijn kwam.

Hij zei:“Ds Wilson, als ik al dat geld zie krijg ik weer behoefte om te gaan pokeren. U weet dat het weer mag sinds gisteravond.”

“Wat ben jij voor een slappeling? Ik knal je maar gelijk voor je hoofd en beroof die bank zelf wel. Je zal toch niet in de hemel komen”, zei de dominee kwaad.

Hij richtte zijn geweer op de outlaw maar deze had zich al los weten te maken en zorgde dat hij niet geraakt kon worden. Ds Wilson schoot op de linkerhand van Heyes en de kogel kwam er vlak langs. Hierna ging de dominee weg uit de donkere kamer, de deur open latend. Door de schotwond was Heyes wat verzwakt maar wel bij zijn positieven.

Buiten de kerk hoorden Curry en Evans het schot. Ze besloten poolshoogte te gaan nemen. Ze gingen behoedzaam naar binnen maar alles was doodstil. De dominee had de kerk via de achterdeur verlaten om uit de handen van het gezag te blijven. Opeens vond de Kid zijn partner die hem en Evans tegemoet kwam.

“We hoorden het schot buiten. Maar de vogel is wel gevlogen”, was de reactie van Evans.

Ze liepen naar buiten waar al een groep mensen toe stond te kijken.

Nadat Doc de hand van Heyes had behandeld besloten de outlaws de jacht op dominee Wilson te openen. Hij had al een overduidelijk spoor achtergelaten zodat Heyes en Curry nauwelijks moeite hoefden te doen om hem te vinden. Hij stond de outlaws even buiten Coffeeville op te wachten. Zodra hij het duo in zicht kreeg reed hij ze tegemoet.

“Hierbij staan jullie beiden onder arrest”, zei de dominee tegen hen.

“Jij kan ons niet arresteren want je wordt zelf gezocht”, reageerde Heyes.

De dominee begon vals te lachen en zei:“Dat lieg je. Ik ben een echte dominee zoals jij en je maat outlaws zijn. Vooruit rijden naar Coffeeville!”

Ze keerden hun paarden en reden terug naar de stad. Bij de kerk stegen ze af. Via de achterdeur ging men naar binnen.

Bij de kansel zei de geestelijke:“Nu houden jullie je rustig terwijl ik jullie vastbind.”

Hij bond ze stevig vast en ging daarna zijn preek voorbereiden. Hierdoor had hij niet in de gaten dat zijn gevangenen loskwamen en de kerk uitvluchtten.

Evans zat een rapport te schrijven toen de outlaws binnenkwamen.

De gezagsdrager keek op en vroeg:“Hebben jullie die rotzak in handen gekregen?”

“Hij denkt dat hij ons heeft maar je kunt hem zo in de boeien slaan want hij is zijn preek aan het maken in de kerk”, zei Curry.

“Jullie blijven hier. Nu is hij van mij en dan kan hij zijn preken in de cel maken”, zei Evans.

Zo gezegd, zo gedaan.

Evans ging naar de kerk en zag bij de kansel zijn vijand staan. Hij liep naar hem toe.

“Ik zegene u, mijn zoon”, zei de dominee tegen de sheriff.

“Gij zijt onder arrest, mijn vader”, zei Evans en sloeg hem in de boeien.

In de cel vroeg dominee Wilson:“Waarom arresteert u wel een geestelijke zoals ik en niet twee gezochte cowboys zoals Mr Smith en Mr Jones?”

“Zij zijn eerlijke mensen en niet een tiran en gemene oplichter zoals jij”, antwoordde de sheriff.

“Door jou loop ik wel $ 20.000 mis. Die twee zijn Hannibal Heyes en Kid Curry. Bovendien vroeg Heyes me of ik hem wilde helpen om van zijn pokerprobleem af te komen”, zei de dominee.

Evans begon onbedaarlijk te lachen wat de dominee woedend maakte.

“Hannibal Heyes zou nooit een dominee vragen of hij hem van zijn pokerprobleem af zou willen helpen”, zei de sheriff nog wat nalachend.

Voordat Heyes en Curry weggingen, namen ze eerst nog een flinke hartversterker voor onderweg. Jack zag ze komen en schonk twee dubbele whisky voor ze in. De outlaws keken rond in de zaak.

Heyes vroeg:“Je doet nu zeker wel goede zaken?”

“Ja, sinds het pokerverbod is opgeheven, bloeit de zaak weer helemaal op”, zei Jack dolgelukkig.

“Heb je nog wat geleerd van je gesprekken met de dominee?”, vroeg de Kid.

“Vertrouw nooit meteen een geestelijke”, was het antwoord van Heyes voordat ze allebei hun paarden de sporen gaven.