Hoss Cartwright en zijn neefje Mitch waren in Virginia City voor de post. Plotseling bleef Hoss staan. Mitch liep tegen hem op.
“Waarom blijf je nou staan?”, vroeg Mitch verbaasd.
“Omdat ik iets vreemds zie hangen”, antwoordde zijn oom.
Mitch keek in dezelfde richting en zag ook de poster hangen.
“Wie heeft dat daar opgehangen?”, vroeg Mitch.
“Laten we gaan kijken”, stelde Hoss voor.
Zo gezegd, zo gedaan.
Bij de poster aangekomen las Hoss zijn neefje voor:
De twee keken elkaar aan en dachten hetzelfde.
“Dit is de baan voor oom Joe. Hij heet Joe en is linkshandig”, antwoordde Mitch.
Hoss scheurde vlug de poster van de muur af en vouwde het papier op. Ze liepen naar het telegramkantoor.
“Heeft u een envelop voor ons?”, vroeg Hoss.
Dat hadden ze wel en Mitch schreef zo netjes mogelijk op de voorkant: Aan J. Cartwright. Hoss deed de poster erin en plakte hem dicht.
“We gaan naar huis en jij geeft dit aan je oom”, zei Hoss.
Mitch kreeg de envelop en knikte. Ze liepen naar hun paarden en stegen op.
Onderweg naar huis kwamen Hoss en Mitch hun slachtoffer tegen.
“Oom Joe, er is een persoonlijke brief van de deputy voor jou”, zei Mitch.
Hij pakte de brief en gaf hem aan zijn oom.
“Het is een sollicitatiebrief voor jou van hem”, zei Hoss.
Hierop reden Hoss en Mitch als een speer door. Little Joe Cartwright, de jongere broer van Hoss, begreep er niets van en reed naar de stad.
Halverwege werd Little Joe zo nieuwsgierig dat hij stopte om de brief open te maken. Toch deed hij het niet en reed hij door naar de stad. Daar aangekomen zag hij deputy Clem Foster net het kantoor van de sheriff uitkomen. Little Joe reed naar hem toe en stopte.
“Clem, sinds wanneer verstuur jij persoonlijke sollicitatiebrieven via dat lieve neefje van mij? Ik kwam hem en Hoss tegen en Mitch gaf me deze brief”, zei Little Joe.
Hij gaf de brief aan Clem en hij las hem. De deputy begon onbedaarlijk te lachen wat de jonge Cartwright woest maakte.
“Sorry Joe, maar ik weet zeker dat jij niet voor deze baan in aanmerking komt”, zei Clem lachend.
Little Joe kreeg de brief te lezen en wist genoeg.
“Als ik dat neefje in handen krijg zal hij ervan lusten en Hoss ook”, gromde Little Joe.
“Joe, rustig nou maar want het is gewoon een grap tussen hen en mij. Maar hij is wel goed geslaagd”, antwoordde Clem.
“Je hoeft niet op mijn stem te rekenen bij de volgende verkiezing voor een nieuwe deputy”, zei Little Joe.
Hij ging weer terug naar huis waar de anderen het verhaal ook al hadden gehoord.
Sinds dat moment wantrouwde Little Joe elke brief die zijn broer Hoss en neefje Mitch thuisbrachten voor hem.
GEZOCHT: EEN BANKOVERVALLER. NAAM: LEFTY JOE.