ONGELUK BIJ DE ROTSEN

De vijfjarige Mitch Cartwright keek erg op naar zijn vader Adam Cartwright. Niet alleen op hun ranch de Ponderosa viel dat op. Maar ook in Virginia City.

Op een ochtend waren Adam en Mitch de omheiningen aan het maken en controleren. Op een gegeven moment waren ze bij een rots gekomen waar Mitch zijn paard Whitey niet meer onder controle kon houden.

Hij schreeuwde bijna:“Papa, help me. Ik kan hem niet meer houden.”

Adam zag in een oogopslag dat zijn zoon in levensgevaar was en greep in met harde hand. Hij greep Mitch van het rijdier en ze vielen op de grond. Mitch kreeg nog een extra klap doordat zijn linkerenkel tegen een rots kwam. De witte pony van de jonge Cartwright gleed weg en kwam door de val om het leven.

Adam vroeg:“Gaat het kid?”

Mitch knipperde een paar keer met zijn ogen en zei:“Ja. Bedankt dat je er was.”

“Mitch, ik ben je vader dus ik zal er altijd voor je zijn”, antwoordde Adam.

Ze stonden op en gingen door met hun werk. Toch hield Adam zijn zoon in de gaten maar de jongen zei niets te mankeren.

Tegen de avond keerden ze weer terug op de ranch. Mitch was erg stil toen ze naar binnengingen. Ponderosa eigenaar Ben Cartwright was zeer verbaasd toen hij zag dat zijn kleinzoon zo stil en teruggetrokken was.

“Pa, Mitch kwam bijna om het leven. We waren bij een rots toen Whitey wild werd. Ik kon de jongen nog net op tijd pakken voordat het paard viel en stierf. Mitch loopt sindsdien erg veel mank”, zei Adam.

“Mitch, kom eens even hier”, zei de rancher.

Mitch stond op en sleepte opvallend met zijn linkerenkel naar hem en Adam toe.

Ben vroeg ernstig:“Je vader zei dat je een ongeluk had gekregen vandaag. Volgens mij loop jij erg mank. Heb je ergens pijn?”

“Mijn linkerenkel doet pijn als ik er op loop”, zei de jongen met een pijnlijk gezicht.

Hij ging op de bank zitten. Adam deed voorzichtig de beugel en laars uit.

Ben bekeek de enkel en zei:“Het is geen wonder dat je pijn hebt bij het lopen want het is gebroken. We gaan naar de dokter om jouw enkel in het gips te laten zetten.”

Mitch knikte. De rancher liep naar buiten. Daar zag hij zijn twee jongste zoons Hoss en Little Joe.

“Jongens, maak de wagen gereed. Mitch moet naar de dokter”, zei Ben.

De jongens maakten de wagen gereed voor vertrek. Adam pakte de jongen op en droeg hem naar de wagen. Mitch had onbeschrijfelijke pijn maar liet niets merken.

Dokter Paul Martin zette de enkel in het gips en gaf Mitch krukken om op te steunen. Ben wachtte buiten op Adam en Mitch toen deputy Clem Foster langskwam.

“Ben, wat doe jij hier?”, vroeg hij verbaasd.

“Ik wacht op Adam en Mitch. Mitch heeft zijn enkel gebroken toen hij een ongeluk met zijn paard kreeg. Hij zei niet eens dat hij veel pijn had totdat wij ernaar vroegen”, antwoordde Ben.

Clem glimlachte en zei:“Mitch is een apart joch hier in Virginia City. Dat komt zeker omdat hij een Cartwright is.”

“Dat zal het zeker zijn”, zei Ben.

Even later kwamen Adam en Mitch naar buiten. Mitch liep strompelend op krukken naar zijn opa en de deputy, gevolgd door Adam.

“Hallo Mitch. Je ziet er fraai uit met je witte en zwarte laars”, zei Clem.

“Hallo deputy. Ik ben zeker de enige hier met twee verschillende kleuren laarzen?”, vroeg Mitch gevat.

“Inderdaad. Ik geloof dat je opa je vader en jou mee naar huis wil nemen”, antwoordde de deputy.

Ben knikte en Adam hielp zijn zoon op de wagen.

Tijdens het avondeten kwam er weinig spraakwater uit de mond van Mitch, wat niemand verbaasde. De buitenlucht had hem niet alleen erg hongerig gemaakt, maar ook erg moe.

“Die zal straks lekker en lang slapen”, zei Hoss.

“Het was een iets te lange dag voor hem. Ik stel voor dat hij morgen met rust gelaten wordt zodat hij wat kan bijkomen”, zei Adam.

Dat werd beloofd door zijn vader en broers.

De ochtend na het ongeluk op de rotsen verscheen Mitch niet aan het ontbijt.

Ben zei:“Ik ga na het ontbijt wel even kijken hoe het met hem is. Jullie gaan gewoon aan het werk.”

“Mitch heeft gisteren een behoorlijke klap gemaakt toen hij met zijn enkel tegen de rotsen kwam. Hij besefte nog niet eens dat zijn paard dood is. Hij was de enige in de omgeving met een witte pony”, zei Adam.

Na het ontbijt ging de rancher kijken bij zijn kleinzoon. Mitch was nog flink slaperig toen Ben binnenkwam.

“Hallo jongen. Je was er niet bij het ontbijt. Ik was ongerust dus ik kom even kijken hoe het met je is”, zei de rancher.

Onderwijl ging hij op bed zitten.

“Het gaat wel. Moet ik eruit komen?”, was de vraag van Mitch die ondanks een lange nacht van slapen toch nog wat vermoeid was.

“Nee, niet als jij je nog wat moe voelt. Weet je wat? Slaap nog maar een poosje. Ik ben buiten en Hop Sing is in de keuken als je wat nodig hebt”, zei Ben kalm.

Het moment erop was de jonge Cartwright alweer ver weg in dromenland. Ben dekte hem toe en deed de deur dicht. Hierna begaf de rancher zich naar de keuken.

Tegen de Chinese kok Hop Sing zei hij:“Mitch slaapt nog. Laat hem maar gewoon doen.”

“Hop Sing af en toe kijken naar kleine Mitch”, zei de kok.

Een paar uur was het zeer stil op de slaapverdieping van het ranchhuis van de Ponderosa. Tegen lunchtijd kwam Mitch op zijn krukken strompelend naar beneden. Hij ging meteen naar buiten. Hij zag zijn opa werken en liep naar hem toe.

“Eindelijk wakker knul?”, vroeg Ben plagend.

“Nee, ik slaap nog”, antwoordde Mitch direct.

“Heb je trek?”, vroeg Ben toen.

Mitch keek grijnzend opzij en antwoordde:“Dat is al de tweede domme vraag achter elkaar. Ik zal niets tegen papa, oom Hoss en oom Joe zeggen.”

“Mitchell Jonathan Cartwright! Dit blijft tussen ons. Begrepen?”, vroeg Ben.

Mitch keek naar de grond en knikte. Samen liepen ze naar het ranchhuis om te lunchen. Hop Sing had de tafel al gedekt voor twee personen.

Tijdens de maaltijd vroeg Mitch opeens:“Opa, ik zie wel uw paard staan maar niet de mijne. Waar is Whitey?”

Ben zweeg even.

Toen begon hij te vertellen:“Toen jij met je vader gisteren bij de rotsen was kon je Whitey niet meer onder controle houden. Je vader pakte je vast waarbij je paard in een ravijn viel en zo stierf. Jij brak daarbij je enkel.”

Mitch knipperde een paar keer met zijn ogen en begon toen enorm te huilen. Ben trok zijn kleinzoon naar zich toe en liet hem begaan. Op dat moment kwam Adam thuis. Hij zag zijn vader en zoon en wist genoeg. Hij liep naar ze toe en pakte de jongen over. Ze gingen samen op de bank zitten.

“Kid, ik weet dat je Whitey zal missen maar ik beloof je dat je een nieuwe pony van me krijgt”, zei Adam in een poging om zijn zoon te troosten.

“Ik wil geen nieuwe pony. Ik wil Whitey”, reageerde Mitch nog steeds huilend.

“Lieverd, hij is dood en je kan hem nooit meer berijden. Ik wou dat het anders was maar het is nu eenmaal zo”, antwoordde Adam.

Cody, de herdershond van de Cartwrights, kwam erbij en legde zijn kop bij Mitch. De jongen streelde zijn vriendje meteen en kalmeerde hierdoor.

“Mitch, nu even dooreten”, zei Adam.

Mitch knikte en werd door zijn vader naar de tafel gedragen. Ze aten zwijgend door.

Na de lunch bleef Mitch binnen en werd hij op de bank gelegd. Cody bleef bij zijn baasje. Buiten zagen Ben en Adam de andere Cartwrights komen.

“Adam, als je broers nu eens voor oppas spelen vanmiddag, dan kunnen wij naar Virginia City voor een paar bankzaken”, zei de rancher.

Adam zei glimlachend:“Dat zal Mitch wel leuk vinden want als mijn broertjes op hem moeten passen maakt mijn lieve zoon hen het leven zo zuur mogelijk.”

“Van wie zou hij dat hebben?”, vroeg Ben plagend.

“Waarschijnlijk van zijn moeder want ik ben zo niet”, antwoordde Adam.

Ben keek zijn oudste zoon fronsend aan.

“Hallo pa, Adam”, zei Hoss opgewekt.

Ook Joe was in een goede stemming.

“Hebben jullie wat te doen vanmiddag?”, vroeg Ben.

Hoss en Joe keken elkaar verbaasd aan.

“Nee, hoezo? Moeten we op Adam passen?”, vroeg Little Joe als grap.

“Niet op Adam maar op Mitch. Wij moeten vanmiddag naar Virginia City en de jongen is erg overstuur door het verlies van zijn pony”, antwoordde Ben.

“Natuurlijk passen we op hem”, zei Hoss begrijpend.

Adam ging naar binnen en ging bij zijn zoon zitten.

“Kid, opa en ik gaan de hele middag naar Virginia City. Je ooms zullen op je passen”, zei Adam ernstig.

“Met andere woorden: ik mag hun leven weer zuur maken?”, vroeg Mitch.

Adam knikte glimlachend. Hij stond op en ging naar buiten.

“Heren, Mitch is klaar om met jullie bezig te zijn”, zei Adam sarcastisch tegen zijn jongere broers.

Hoss en Joe keken meteen al erg zuur. Ben en Adam stegen op hun paarden en reden weg. Hoss en Joe gingen naar binnen om hun neefje bezig te houden.

“Wel Mitchy, vanmiddag is onze tijd voor jou”, zei Hoss.

Mitch keek op en reageerde droog:“Wat fijn.”

“Mitch, zullen wij jou eens laten zien hoe je een huis van kaarten bouwt?”, stelde Joe toen voor.

“Laat maar eens zien”, zei Mitch.

Cody kwam bij zijn gewonde baasje liggen en werd geaaid door hem. Hoss pakte een pak kaarten en haalde ze er uit. Met grote voorzichtigheid bouwden de broers een huis van kaarten. Ze waren daar zo intensief mee bezig dat ze niet eens merkten dat Mitch en Cody in slaap gevallen waren.

“Wel Mitch, wat vind je van ons huis?”, vroeg Joe toen het kaartenhuis klaar was.

Er kwam natuurlijk geen reactie maar toen de broers naar de bank keken begrepen ze waarom.

“Verdorie nog aan toe. Wij doen onze uiterste best om een mooi kaartenhuis te bouwen voor ons neefje en wat doet meneer? Hij valt in slaap!”, zei Hoss verontwaardigd.

Hij pakte een deken en legde die over de jongen heen. Joe ging met Cody een eind rijden.

Tegen de avond keerden Ben en Adam weer huiswaarts.

“Ik ben bang dat Mitch mijn broers hebben uitgeput”, zei Adam ongerust.

“Je broers zijn wel wat gewend”, zei Ben.

“Ja, maar op een 5 jarige passen die ook nog eens erg druk is zal zeker hen zwaar vallen”, antwoordde zijn zoon.

Thuis zaten Hoss, Joe en Mitch te wachten op de anderen. Doordat Mitch tegen de tafel had gestoten was het kaartenhuis ingestort zodat Hoss en Joe de kaarten hadden opgeruimd. Uiteraard was hun humeur niet al te best.

“Als Adam ons nog 1 keer vraagt om op zijn zoon te passen zeggen we gewoon nee!”, zei Hoss met een gezicht als een oorwurm.

“Ook al betaalt hij er ons genoeg voor. Dan doen we het nog niet”, was het antwoord van Joe.

“En als opa zegt dat het moet?”, vroeg Mitch.

“Dan nog niet”, antwoordde Joe.

“Trouwens, je vader beslist over jou en niet opa”, zei Hoss.

Toen ging de deur open en de overige Cartwrights kwamen binnen.

“Je gaat niet over onze mislukte oppasmiddag vertellen”, waarschuwde Joe.

“Nee, dat mogen jullie doen”, antwoordde zijn neefje.

Dat hoorden Ben en Adam toevallig dus ze werden nog nieuwsgieriger dan ze al waren.

“Vertel eens jongens, zijn jullie nu wel aan kinderen toe?”, vroeg Ben plagend.

“Wel, als ze allemaal als Mitchy worden dan niet”, antwoordde Hoss.

“Ik ben de hele middag braaf geweest”, zei Mitch.

“Ik had niet anders verwacht van mijn lieve zoon”, zei Adam terwijl hij bij hem ging zitten.

“Braaf! Wij lieten zien hoe je een kaartenhuis bouwt en dat kleintje valt in slaap. En terwijl Joe weg was met Cody stootte Mitchy tegen de tafel zodat het kaartenhuis in elkaar stortte”, zei Hoss.

Ben en Adam begonnen hard te lachen waardoor Hoss en Joe nog verontwaardigder werden.

“Hoss en Joe, Mitch is nog maar 5”, zei Ben.

De broers besloten hun neefje maar te vergeven maar ze zouden dit lang niet vergeten.

Enkele weken later.

De Cartwright broers werkten buiten op het erf, gadegeslagen door Mitch. Hij speelde zoals elke dag bij de veranda. Het was heerlijk weer en Mitch kon wat beter lopen nu zijn gebroken enkel aan de beterende hand was.

Op een gegeven moment wenkte Adam zijn zoon om bij hem te komen. Mitch hobbelde op zijn krukken naar hem toe.

Adam fluisterde hem toe:“Kom mee naar de schuur. Oom Hoss is daar bezig met het hooi. Zullen we hem plagen?”

Hij kreeg de goedkeuring. Samen liepen ze naar schuur waar Hoss was.

“Hoss, ik moet even boven zijn. Maar Mitch zei dat de trap nogal gammel is. Wat denk je? Misschien kan Joe dat wel doen”, zei Adam.

“Laat Joe het dan maar doen”, zei Hoss.

Zijn broer ging naar Joe en legde hem hun plannetje uit. Natuurlijk speelde Joe het mee. Hij ging naar boven en gooide per ongeluk wat hooi op zijn broer.

“Kijk daar heb je de hooiman”, zei Mitch lachend.

“Moest dat nou echt Joe?”, vroeg Hoss terwijl hij zich ontdeed van het hooi.

“Dat ging per ongeluk Hoss”, verontschuldigde Joe zich.

Mitch vond de situatie erg amusant en liet dat duidelijk merken ook. Sinds het ongeluk op de rotsen lachte de jongen weer. Maar hij was niet de enige. Ook Adam begon te lachen toen hij zijn broer zag.

Adam zei tegen Mitch:“Oom Hoss zal wel kwaad zijn op ons.”

“Zeker weten. Laten we zorgen dat we wegkomen nu het nog kan”, was het antwoord van Mitch.

Dat deden ze dan ook.

Hoss zei verontwaardigd:“Ik krijg die twee nog wel! Ze zijn nog lang niet jarig als ik ze in handen krijg!”

“Ik hoop het voor je”, zei Joe lachend.

Ondertussen waren Adam en Mitch al binnen in het ranchhuis.

Ben hoorde ze luid lachen en vroeg verbaasd:“Wat is er zo grappig?”

“Wel pa, Hoss was in de schuur bezig toen Joe naar boven ging en wat hooi op hem gooide. Mitch zei toen:“Kijk daar heb je de hooiman. Joe en ik vonden dat wel leuk maar Hoss uiteraard niet”, zei Adam lachend.

Mitch kwam nu echt niet meer bij van het lachen. Ben vond het ook wel amusant.

“Zeg Mitch, wat zou je ervan zeggen als we morgen gingen kijken voor een nieuw paard voor jou?”, vroeg Ben toen.

“Goed. Ik wil weer een wit paard”, zei Mitch.

“Hoezo?”, wilde Adam weten.

“Dan noem ik hem White Star”, zei de jongen.

“Als er een witte hengst is mag jij hem hebben”, zei Ben.

“Maar je hebt Caramel ook nog om op te rijden”, zei Adam.

Mitch dacht even na en antwoordde toen:“Eigenlijk hoef ik geen nieuw paard als Caramel nog goed genoeg is.”

“We moeten morgen toch met jou naar de stad om het gips van je enkel af te laten halen. Daarna kunnen we wel weer gaan rijden”, zei Adam.

Zo gezegd, zo gedaan.

Paul knipte het gips van de enkel van Mitch af en onderzocht het.

“Je enkel is goed genezen dus je laars en loop beugel kunnen weer gedragen worden”, zei de dokter.

Eenmaal thuis zadelde Adam Sport en Caramel en ook Cody werd meegenomen voor een lange rit. Mitch was nog lang niet over het verlies van Whitey heen maar hij wist nu ook dat dieren konden overlijden.