Ergens in een verlaten steeg in New York. Twee mannen zagen een busje staan. Hun nieuwsgierigheid was gewekt want ze liepen naar het voertuig toe.
“Laten we kijken of er wat te halen valt”, zei James Miller.
Zijn broer Kevin antwoordde:“Die is toch leeg.”
James keek naar binnen en zag twee lijken liggen.
“Dat had je gedacht. Hier liggen 2 lijken”, zei hij.
Kevin keek ook en belde direct de politie.
“Wat deden jullie hier?”,, vroeg rechercheur Lennie Briscoe.
“Kijken of we nog iets konden vinden om door te verkopen. Maar het enige wat we vonden was dit busje met die twee lijken erin”, antwoordde James.
“En dat moeten we geloven?”, vroeg Ed Green, de partner van Lennie.
“Parker & Son”, las Lennie.
“Is dat niet die bekende architect die in een busje rondrijdt?”, vroeg Ed.
“Ja, maar wat doet die bus hier?”, vroeg zijn partner.
Ed haalde zijn schouders op.
“Laten we kijken wie er binnen in het busje liggen”, zei hij.
De achterdeuren werden geopend en de rechercheurs zagen de lijken van Dennis en Rita Parker liggen.
“Hier zijn ze dus”, zei Lennie.
De lijken werden afgevoerd en de rechercheurs gingen terug naar het 27e bureau.
Het was aanvankelijk een doodgewone werkdag voor openbaar aanklager Jack McCoy. Plotseling ging de deur van zijn kantoor open. Het was zijn baas Nora Lewin.
“Jack, je weet dat we vanaf vandaag een stagiair krijgen. Waar is hij eigenlijk? Hij had er al moeten zijn”, zei ze.
“Je bedoelt Troy Parker? Ik heb hem ook nog niet gezien”, antwoordde Jack.
Hij keek om zich heen en toen ging de telefoon.
“McCoy”, zei de aanklager.
Hij hoorde het verhaal aan en legde toen de hoorn neer.
“Dat was de portier. Troy wacht bij de ingang. Het schijnt dat de jongen wat verlegen is. Ik ga hem even halen”, zei Jack.
Hij ging naar de ingang en vond bij de portier de jongen die Jack moest hebben.
“Troy Parker? Ik ben Jack McCoy”, zei de aanklager.
Troy knikte en gaf hem een hand. Hij vermeed echter alle blikken wat Jack vreemd vond.
“Ga je mee?”, vroeg de aanklager.
Troy knikte en volgde hem.
Jack nam Troy als eerste mee naar zijn baas Nora Lewin.
“Nora, mag ik je voorstellen aan onze stagiair Troy Parker? Troy, dit is Miss Lewin”, zei de aanklager.
“Hallo Troy. Zeg maar Nora”, zei ze.
Ze gaven elkaar een hand.
“Jack zal je wel aan het werk zetten én houden”, zei Nora waarschuwend.
Ze merkte dat Jack en Troy het best met elkaar zouden kunnen vinden.
“Bedankt voor de waarschuwing”, zei Troy.
Beide heren liepen het kantoor uit.
“Troy, de eerste taak van de stagiair hier is voor de koffie te zorgen”, zei Jack.
“Is dat mijn enige taak?”, vroeg de jongen.
“Dat had je gedacht!”, reageerde de aanklager.
Hij liep naar een leegstaand bureau en zei:“Dit is jouw werkplek zolang je hier bent.”
“Goed”, zei Troy.
Hij kreeg een stapel dossiers en toen te horen van Jack:“Zoek deze dossiers uit en leg ze dan op datum. De oudste datum eerst.”
Troy knikte en ging aan het werk.
Ondertussen op het politiebureau kreeg luitenant Anita Van Buren alles te horen over de gevonden lijken.
“Wat hebben we?”, vroeg ze.
“Architect Dennis Parker en zijn vrouw Rita zijn vermoord en achtergelaten in het busje waar Parker mee reed”, zei Lennie.
“Hebben ze nog kinderen?”, vroeg Anita.
“Een zoon van 14”, zei Lennie.
“Zoek dat joch op en breng hem het slechte nieuws”, zei ze.
De rechercheurs gingen weer op pad.
Toen ze bij het appartement van de familie Parker aanbelden kregen de rechercheurs geen gehoor.
“Die jongen is natuurlijk op school”, zei Ed uiteindelijk.
Toen kwam er een buurman langs lopen.
“Als jullie voor Mr en Mrs Parker komen; ze zijn weg en hun zoon is naar een werkopdracht voor school bij de openbare aanklagers. Opoe is naar de bingo”, zei hij.
“Bedankt”, zei Lennie zuchtend.
“Terug naar het bureau”, antwoordde Ed.
Tijdens een koffiepauze.
“Troy, je ouders moeten dit contract nog tekenen”, zei Nora terwijl ze een contract over de stage aan de jongen gaf.
“Dat zal moeilijk gaan want ze zijn al 3 weken weg”, antwoordde Troy.
“Weg? Hoe bedoel je weg?”, vroeg Nora verbaasd.
Ook Jack en Serena keken naar hem met verbaasde blikken.
“Drie weken geleden zijn ze naar hun huisje even buiten New York gegaan en sindsdien heb ik niets meer van ze gehoord. Zelfs geen kaart wat ze normaal wel doen”, legde de jongen uit.
“Wie zorgt er dan nu voor jou?”, vroeg Jack.
“Mijn oma maar die geeft niets om mij”, was het antwoord.
Opnieuw kreeg Troy drie verbaasde blikken.
“Oma is van mening dat ik nooit geboren had moeten worden. Ze probeert al jaren mijn ouders uit elkaar te krijgen maar dat is tot nu toe niet gelukt. Ze is heel erg dominant en niemand moet proberen haar tegen te spreken”, legde Troy uit.
“Een zaak voor de politie om je ouders te vinden en wij gaan jou ergens anders onderbrengen”, zei Nora.
Ze pakte de telefoon en belde luitenant Anita Van Buren van Moordzaken.
“Anita, ik heb een tijdelijke stagiair die geloof ik een zaak voor jou heeft. Zijn ouders worden al 3 weken vermist”, zei Nora.
“Stuur hem maar naar ons”, zei Anita.
De telefoon werd neergelegd.
Nora zei tegen Troy:“Je moet even langs de politie gaan om de vermissing van je ouders aan te geven.”
“Serena en ik gaan wel met je mee”, zei Jack.
Troy knikte.
Anita was zeer verbaasd toen ze hoorde wat de rechercheurs te weten waren gekomen.
“De ouders zijn weg? Hun zoon heeft een werkopdracht bij de openbare aanklagers en opoe is naar de bingo? Wat is dat voor een gezin?”, vroeg ze verontwaardigd.
“Ach, bingo is echt iets voor de oudjes. Ze vinden het leuk en het houdt ze van de straat”, verdedigde Lennie het bingogevoel.
“Dan ga jij het zeker ook spelen als je met pensioen bent?”, vroeg Ed plagend.
Lennie zei niets terug maar keek wel een beetje verontwaardigd naar zijn partner.
“Zoek als eerste die jongen op”, zei Anita.
Toen ging de telefoon waardoor de mannen even moesten wachten.
Na het telefoongesprek zei Anita:“Die zoon is bij Jack McCoy. Ze komen zo hierheen.”
“Dat joch krijgt heel wat te verwerken op 1 ochtend”, zei Lennie.
“En het is nog maar maandagmorgen”, merkte zijn partner op.
Anita belde naar de receptie dat als McCoy binnenkwam hij meteen naar haar gestuurd moest worden.
Wat later zaten Jack, Serena en Troy bij de rechercheurs en Anita. De jongen werd aan de politie voorgesteld.
“Troy is tijdelijk bij ons voor een werkopdracht van zijn school. Maar het contract moet nog ondertekend worden door de ouders. Nu zijn de ouders van hem weg”, zei Jack.
“Ze zijn al 3 weken weg. Gewoonlijk gaan ze naar ons vakantiehuisje even buiten New York maar ik heb niet eens een kaart van ze gekregen”, vertelde Troy.
“We zijn bij jullie appartement geweest en een buurman zei dat ze weg zijn en opoe naar de bingo is”, zei Lennie.
“Die is altijd naar de bingo. Het is dat mijn ouders er een hekel aan hebben want anders hield oma het nog bij ons thuis”, reageerde Troy.
“Troy, mijn rechercheurs hebben vanmorgen het busje van je vader gevonden. Er lagen twee dode mensen in”, zei Anita voorzichtig.
“Mijn ouders gaan nooit ergens anders heen dan in hun busje. Die twee dode mensen zijn toch niet………..?”, vroeg de jongen ongerust.
“Ze zijn nog niet geïdentificeerd. Je kunt ze zien”, zei ze.
Troy keek Jack aan en die knikte. Ze gingen naar de kamer waar de twee lijken van Dennis en Rita lagen opgebaard.
“Dat zijn mijn ouders”, zei de jongen langzaam.
Lennie en Jack keken elkaar aan en één blik was genoeg om elkaar te begrijpen.
“Het zou me niets verbazen als oma er achter zit”, zei Troy.
“Hoezo?”, vroeg Lennie.
Troy antwoordde:“Ze heeft altijd al gezegd dat mijn ouders en ik niet deugden en dat ze nooit oma had willen worden. Dan voelt ze zich zo oud.”
“Hoe oud is ze dan?”, vroeg Jack.
“Ze is net 69”, antwoordde Troy.
“Weet je waar ze nu bingo speelt?”, vroeg Lennie.
“Meestal in het bejaardencentrum op Amsterdam Avenue”, vertelde de jongen.
“Dan gaan we daar heen. Hoe heet ze overigens?”, vroeg Lennie.
“Sue Wilson. Ik moet je waarschuwen dat ze geen lieve oma is maar een taai kreng zoals pa haar noemt”, antwoordde Troy.
“Troy, daarom mogen Briscoe en Green haar ook arresteren”, zei Jack.
Ze liepen terug naar het bureau van Anita Van Buren.
“Het zijn inderdaad Dennis en Rita Parker. We gaan Mrs Wilson arresteren wegens moord”, zei Lennie.
“Heren, succes met haar”, zei Jack.
Hij, Serena en Troy verlieten het politiebureau om terug naar kantoor te gaan. De aanklagers merkten dat de jonge Parker nogal ontdaan was.
“Serena, ga jij alvast vooruit en vertel Nora wat er gebeurd is? Dan neem ik deze jongen mee voor een kop koffie”, zei Jack.
Zijn assistente knikte. Ze pakte een taxi en Jack nam Troy mee een restaurant in.
“Van die werkopdracht komt nu ook niet veel meer terecht”, zei de jongen.
“We zullen het wel regelen met je school”, beloofde Jack.
Ze zwegen voor een poosje.
“Een oom wil wel voor me zorgen. Pa zei dat ik hem altijd kon bellen als er wat was”, zei Troy opeens.
“Waar woont je oom?”, vroeg de aanklager.
“Miami. Maar hij pakt zo het vliegtuig om hier te wonen”, antwoordde de jongen.
“Wat wil je later worden?”, vroeg Jack.
“Pa wilde altijd dat ik net als hij architect werd maar ik wil net als jij openbaar aanklager worden”, was het antwoord van Troy.
Jack glimlachte en zei:“Ik denk dat je best wel goed zal worden. Wat mij betreft mag je later bij ons komen werken als je afgestudeerd bent.”
Ondertussen arriveerden de rechercheurs bij het bejaardencentrum.
“Ed, onthoud wel dat jij eigenlijk nog te jong bent om hier te zijn”, zei Lennie.
“En jij oud genoeg. Er is vast wel een stoel voor je vrij om mee te spelen”, reageerde zijn partner.
Ze gingen lachend naar binnen waar ze algauw de bingozaal vonden.
“Dames, we hebben twee heren om met ons mee te doen”, zei Claire Miller verrast.
“Nou, dat niet. We komen voor Mrs Sue Wilson”, antwoordde Lennie.
“Ze is er helaas niet. Ik kreeg een telefoontje dat ze ziek was”, zei Claire.
“Haar kleinzoon zei ons dat we haar hier konden vinden”, zei Ed verbaasd.
“Haar kleinzoon? Ik wist niet eens dat ze al oma was”, antwoordde Claire verbaasd.
“Bedankt. Veel succes met de bingo dames”, zei Lennie waarna hij en Ed de zaal verlieten.
“We gaan eerst kijken of de doodsoorzaak al bekend is”, zei Ed.
Ze reden terug naar het bureau.
In haar appartement was Sue Wilson met haar andere dochter Ann thuis.
“We hebben eindelijk ons plan uitgevoerd en goed ook. Die kleinzoon van mij zal er nooit achter komen dat wij zijn leven verwoest hebben”, zei Sue triomfantelijk.
“Daar drinken we op”, zei Ann glimlachend.
Ze opende een fles wijn en ze toostten op hun daad.
“Moeder, als de politie komt rondneuzen, je weet van niets. Mocht Troy het je vertellen zeg dan maar dat hij liegt. Ik ga naar huis en zie je morgen bij de bingo”, zei Ann.
Ze vertrok en Sue ruimde snel de fles wijn en de glazen op.
Anita van Buren keek raar op toen ze de rechercheurs zonder hun arrestante zag komen.
“Is ze nog steeds bingo aan het spelen?”, vroeg ze.
“Mrs Wilson is nergens te vinden. Zijn de resultaten van de sectie al bekend?”, vroeg Lennie op zijn beurt.
“Ze zijn allebei doodgeschoten met een .22. Ieder kreeg 3 kogels”, zei Anita.
“Had Parker een vergunning voor dat wapen?”, vroeg Ed.
“Het wapen stond op zijn naam maar ik denk dat zijn schoonmoeder het gestolen heeft van hem”, zei Anita.
“We zullen McCoy maar even een bezoekje brengen”, zei Lennie.
“Vraag Troy tevens of hij iets weet van dat wapen”, reageerde Anita.
Jack wist niet wat hij hoorde toen Lennie en Ed hem vertelden dat ze Sue nog niet hadden gevonden.
“Was ze niet bij dat bingogedoe?”, vroeg de aanklager.
“Ze zeiden dat ze had gebeld dat ze ziek was”, antwoordde Lennie.
“Wie is er ziek?”, vroeg Troy die ongemerkt was binnengekomen.
“Je opoe”, antwoordde Ed.
“Opoe ziek? Dan doet ze alsof. Ze ziet nooit een dokter”, reageerde de jongen.
“Weet je toevallig of je vader een vergunning voor een .22 had?”, vroeg Ed.
“Ja, hoezo?”, vroeg Troy verbaasd.
“Je ouders zijn daarmee doodgeschoten. Ze kregen elk 3 kogels”, zei Lennie.
Troy ging zitten en keek naar de grond.
“Jack, ga met de rechercheurs mee Mrs Wilson arresteren en neem dan de jongen mee naar jouw huis. Hij heeft nu even genoeg te verwerken voor vandaag”, zei Nora.
Jack knikte.
Bij de flat van de familie Parker deed Troy voorzichtig de voordeur open. Lennie en Ed stonden achter hem met getrokken revolvers. Jack was er ook bij als getuige. Bij binnenkomst vloog Mrs Sue Wilson haar kleinzoon meteen aan.
“Wat doen die lui hier?”, snauwde ze.
“Oma, ze komen hier om u te vragen waar mijn ouders zijn”, antwoordde Troy.
“Ze zijn gewoon op vakantie naar hun buitenhuis”, zei Sue.
“We vonden hun lijken vanmorgen”, zei Lennie.
Sue ging zitten en begon zachtjes te snikken. De rechercheurs en Jack keken elkaar aan en ze dachten hetzelfde.
“Mijn lieve dochter en schoonzoon vermoord en dan zit ik nu opgescheept met mijn ellendige kleinzoon”, zei Sue snikkend.
“Troy vertelde ons dat u al jaren probeert zijn ouders uit elkaar te drijven”, zei Jack.
Sue stoof op en zei:“Ik heb je ouders helemaal niet vermoord. Ik zal je maar weer moeten straffen voor je leugens!”
Even later verkocht ze haar kleinzoon een flinke klap in zijn gezicht en sloeg ze hem met haar wandelstok tegen zijn pols. Lennie en Ed grepen meteen in.
“Mrs Wilson, hierbij heeft u toegang gekregen tot ons bejaardenhuis. U heeft het recht om te zwijgen. U heeft recht op een advocaat. Als u die niet kunt betalen krijgt u er eentje toegewezen. Alles wat u zegt kan tegen u gebruikt worden”, zei Lennie terwijl hij haar de handboeien omdeed.
Hij en Ed namen haar meteen mee terwijl Jack en Troy achterbleven.
“Waar moet ik nu slapen? Ik kan moeilijk hier alleen blijven”, zei Troy.
“Je kan voorlopig wel bij mij slapen totdat je oom er is. Pak je tas maar”, antwoordde Jack.
Troy pakte zijn tas en een halfuur later ging hij met de aanklager mee naar zijn appartement.
In zijn appartement gaf Jack Troy als eerste een glas whisky.
“Ik ben toch nog veel te jong om te drinken?”, vroeg de jongen.
“Eigenlijk wel maar ik vind dat je het even nodig hebt”, antwoordde Jack.
Troy pakte het aan en dronk het glas meteen leeg.
“Jij gaat een douche nemen terwijl ik een pizza voor ons bestel”, stelde de aanklager voor. Daar ging Troy mee akkoord.
Ondertussen werd Sue onderworpen aan een ondervraging op het politiebureau.
“Ik ben onschuldig omdat ik de wereld heb gered van 2 slechte mensen. Dat mijn kleinzoon ontsnapt is aan zijn dood is jammer”, zei Sue.
Ze vertoonde geheel geen berouw van haar daad.
“Kan ik nu terug naar mijn bingoclub?”, vroeg ze vriendelijk glimlachend.
“Mrs Wilson, ik ben bang dat u het niet helemaal begrijpt. U bent zojuist gearresteerd wegens moord op uw dochter en schoonzoon. Uw kleinzoon heeft ze geïdentificeerd”, zei Ed.
“Fijn voor hem”, snauwde Sue.
“We hebben van hem gehoord dat u helemaal geen kleinkind wilde. Is dat de reden dat u zijn ouders vermoord heeft?”, vroeg Lennie.
“Dat is zo. Kleinkinderen kosten alleen maar meer geld en Troy kreeg alles wat hij wilde. Van zijn ouders dan maar niet van mij. Ik heb nooit een cent aan dat joch uitgegeven”, zei Sue.
“Alles gaat zeker naar de bingo?”, vroeg Lennie.
“Ja. Ik ben zelfs voorzitster van de lokale bingoclub in Manhattan”, zei ze trots.
“Misschien spelen ze op Riker’s ook wel bingo”, merkte Lennie op.
Toen Ann hoorde dat haar moeder gearresteerd was greep ze in. Ze liep zomaar het kantoor van Jack binnen en keek hem kwaad aan.
“Ik ben Ann Wilson, de dochter van Sue Wilson. Ik moest borg staan voor haar maar dat doe ik uit liefde voor haar. Waarom is mijn lieve moeder gearresteerd wegens moord?”, vroeg ze.
“Omdat ze haar dochter en schoonzoon heeft vermoord”, antwoordde de aanklager.
“Onzin. Ze heeft de wereld gered van het kwaad”, zei Ann.
“U lijkt niet te treuren om het verlies van uw zus en zwager”, zei Jack.
“Waarom zou ik? Ze deugden toch niet en dat kind van hen helemaal niet”, antwoordde Ann.
Toen kwamen Sue en haar advocaat Glen Banks binnen.
“Mr McCoy, mijn moeder heeft misschien niet lang meer te leven. Nu zet u haar voor de rest van haar leven achter tralies. Dit heeft ze niet verdiend”, zei Ann.
“Troy heeft het zeker wel verdiend dat hij nu voor de rest van zijn leven zonder zijn ouders verder moet?”, vroeg Jack.
“Mijn moeder wilde geen kleinkinderen hebben maar mijn zus moest zonodig een kind krijgen”, reageerde Ann.
“Geef Mrs Wilson een berisping en dan vergeten we de hele zaak”, zei Glen Banks.
“Ze heeft twee mensen vermoord en dan zou ze alleen maar een berisping moeten krijgen? Geen sprake van. Ik heb wel 25 jaar tot levenslang in de aanbieding”, reageerde Jack.
“Laat me maar naar de gevangenis gaan. Dan richt ik daar wel een bingoclub op”, zei Sue.
“Moeder, ik laat je niet zomaar naar de gevangenis sturen. Dat joch zal de prijs moeten betalen om familie van ons te zijn”, antwoordde Ann.
“Hoe bedoelt u?”, vroeg Serena verbaasd.
Ook Jack vertrouwde het niet.
“Mijn dochter bedoelt dat Troy hetzelfde zal overkomen als wat er met zijn ouders gebeurd is”, verduidelijkte Sue.
“Jack, dit is mijn laatste bod: een berisping of anders gaan we naar de rechter”, zei Glen.
“Tot ziens in de rechtbank”, zei Jack kalm.
“Moeder, we gaan”, zei Ann.
Ze stonden op en verlieten het kantoor.
Eenmaal buiten zei Sue:“Glen, je bent niet meer nodig.”
“Mrs Wilson, u bent de verdachte en u heeft recht op een advocaat”, zei Glen verbaasd.
De dames lieten hem alleen en stapten in hun auto. Ze reden meteen weg.
“Jack, waar is Troy?”, vroeg Nora die net binnenkwam.
“Ik heb hem even om een bodschap gestuurd om iets op te halen. Hoezo?”, vroeg Jack op zijn beurt.
“Ik heb nog een karweitje voor hem maar dat komt wel als hij terug is”, zei ze.
Wat later ging de telefoon.
“McCoy”, zei Jack.
Het gesprek duurde erg kort want Jack legde al snel neer. Nora en Serena keken hem vragend aan.
“Troy is aangereden en ligt in het ziekenhuis. Drie keer raden door wie hij geraakt is”, zei hij.
“De dames Wilson”, zei Serena.
“Jack, jij gaat naar het ziekenhuis, en Serena gaat naar de politie”, zei Nora.
Zo gezegd, zo gedaan.
Op de plaats delict waren Lennie en Ed er al en ze hadden de getuigen al ondervraagd.
“Wie zijn de slachtoffers?”, vroeg Serena.
“Mrs Sue Wilson en haar dochter Ann. Het is voor Sue Wilson te hopen dat ze bingo in de hemel spelen want daar zijn ze heen”, antwoordde Lennie.
“Anders zal zij wel een club beginnen”, reageerde Ed.
“Is Troy ernstig gewond?”, vroeg Serena.
“Niet ernstig maar hij werd wel flink geraakt. Hij is al naar het ziekenhuis”, zei Lennie.
“Wel, hij zal van hen geen last meer hebben”, merkte Ed op.
In het ziekenhuis werd Jack bij Troy gebracht. De jongen had een verbrijzelde linkerarm maar was wel bij kennis.
“Hi Jack. Leuk dat je op bezoek komt”, zei hij.
“Ik moest wel want Nora stuurde me”, antwoordde de aanklager.
“Wie heeft me aangereden?”, vroeg Troy.
“Je tante en je oma. Ik weet verder nog niets maar Serena is er heen en ze zou daarna hierheen komen”, antwoordde Jack.
Toen ging de deur open en Miles Parker kwam binnen.
“Oom Miles! Fijn je weer te zien”, zei Troy.
“Mag ik mezelf even voorstellen? Ik ben Miles Parker, de favoriete oom van dat joch. U bent zeker Jack McCoy?”, vroeg Miles.
“Inderdaad”, zei Jack.
“Hoe kom jij hier?”, vroeg Troy verbaasd aan Miles.
“Toen jij al sliep heb ik je oom gebeld en hij kwam meteen”, legde Jack uit.
“Vanaf nu zorg ik voor jou”, beloofde Miles.
“En zodra jij afgestudeerd bent bel je mij voor een baan”, sprak Jack met de jongen af.
“Ik wil later openbaar aanklager worden. Daarom wilde ik die werkopdracht voor school bij hem doen”, zei Troy.
“Die werkopdracht komt wel in orde. Zorg nu maar eerst dat je weer beter bent”, antwoordde Jack.
Opnieuw ging de deur open en nu kwamen Lennie, Ed en Serena binnen.
“Troy, je hoeft je geen zorgen meer te maken over je opoe en haar bingo want ze speelt het nu in de hemel. Samen met je tante Ann”, zei Lennie.
Een zeer duidelijke last was van de jongen afgevallen en een nieuwe toekomst lag voor hem in het vooruitschiet. Jack wist dat ook en had alle vertrouwen in hem.