Het was een gewone dinsdagmorgen. Op het politiebureau in Cooperstreet was rechercheur Cody Casey bezig met een rapport toen inspecteur Dan Johnson hem in zijn kantoor moest hebben.
“Casey, mijn kantoor ! NU!”, riep Dan.
Cody stond op en liep direct naar zijn kantoor. Hij klopte beleefd en hoorde binnen zeggen.
“Daar hebben we Cody Casey, onze beste rechercheur. Mag ik je voorstellen aan de vrouw van de burgemeester, Mrs Laura Lewis? Mrs Lewis, dit is Cody Casey”, zei Dan.
Cody schudde de hand van de burgemeesters vrouw en vroeg:“Aangenaam u te ontmoeten. Wat kan ik voor u doen?”
“De gehele diamantencollectie van Mrs Lewis is vannacht gestolen. Uit voorzorg wil de burgemeester dit stil houden totdat we meer weten over de dief of dieven. Ik zet jou op de zaak en je zal hulp krijgen van Smith & Jones. Ze zijn erg pietje precies maar als je klachten over ze hebt wil ik het direct horen. Zou jij Mrs Lewis thuis willen brengen en de boel inspecteren? Dan stuur ik die twee er ook heen”, zei Dan.
Cody stemde toe en vroeg:“Mrs Lewis, mag ik u een ritje aanbieden in GJ23?”
“Wie of wat is GJ23?”, vroeg Laura glimlachend.
“GJ23 staat voor Gezellige Jeep, de naam van mijn wagen”, legde Cody uit.
Laura accepteerde de rit en Cody bracht haar netjes thuis.
Bij de burgemeester thuis ontmoette Cody de zeventienjarige dochter des huizes, Anne.
Beiden waren wat verlegen maar al snel vroeg Cody:“Hallo. Ik ben Cody Casey. Wie ben jij?”
“Ik ben Anne Lewis. Ik neem aan dat je voor de diamantenroof komt”, zei Anne.
Hij knikte en zei:“Mag ik even bellen? Ik verwacht 2 hulpjes en ze hadden hier allang moeten zijn.”
Anne bracht hem bij een telefoon in het kantoor van haar vader en zei:“Pa vindt het niet erg als je zijn telefoon gebruikt.”
Ze liet hem alleen en ging naar haar moeder die in de woonkamer was. Cody belde naar het politiebureau en kreeg Dan aan de lijn.
“Ik ben nu bij de burgemeester thuis en wacht op mijn bediendes. Zijn die 2 hazen al vertrokken of wonen ze op de maan?”, vroeg Cody.
“Ik zal ze meteen wegsturen”, zei Dan.
Hij legde neer en liep naar de bureaus van Smith en Jones.
“Kunnen jullie je nog een beetje bezighouden?”, vroeg Dan.
“Ach, wat werk zal ons niet doodmaken”, zei Jones naar zijn nagels kijkend.
“Wel, sta dan maar op en ga onmiddellijk naar het huis van de burgemeester om daar alles te onderzoeken onder leiding van Cody”, viel Dan uit.
De rechercheurs vlogen overeind en renden het politiebureau uit.
Anne liet Cody zien waar de diamanten lagen.
Hij vroeg:“Wie weet de combinatie van de kluis?”
“Alleen mijn ouders. Hoezo? De butler komt hier ook vaak maar ik weet zeker dat hij het niet weet. Moet je iedereen ondervragen?”, vroeg het meisje.
“Ik zal dat moeten doen want het hoort bij mijn werk. Mag ik jou iets vragen?”, vroeg de jonge rechercheur naar Anne kijkend.
“Vraag maar”, zei ze.
“Jij hebt vast wel een vriendje. Zo’n aantrekkelijk meisje zoals jij zal wel snel een partner hebben”, zei Cody.
“Nee, ik heb helemaal geen vriendje. Ik ga nooit uit want ik ken nauwelijks iemand”, antwoordde ze een beetje verlegen.
“Heb je zin om een keertje met mij uit eten te gaan? Of moet ik je ouders om toestemming vragen?”, vroeg Cody hopend op een positief antwoord.
Anne zei:“Ik ga dolgraag een keertje met je mee uit eten. Mijn ouders geven vast wel toestemming.”
Uiteindelijk kwamen de hazen pas toen het onderzoek allang verricht was.
Nadat alles was onderzocht gingen Cody en de 2 hazen weer naar het politiebureau om verslag uit te brengen. De hazen moesten Cody volgen maar probeerden steeds te passeren. Uiteindelijk stopten ze bij een coffeeshop. Smith parkeerde hun auto naast de Jeep.
Cody vroeg hem:“Mag ik de autosleutels?”
“Waarom?”, vroeg Smith verbaasd maar gaf ze toch.
Cody liep de coffeeshop binnen en vroeg aan de serveerster aan de bar:“Mag ik 2 vanille donuts, 2 cappuccino donuts en 2 frambozen milkshakes om mee te nemen?”
De serveerster gaf hem de bestelling en na betaald te hebben vertrok hij weer met de hazen achter zich aan. Opeens waren de twee hem gesmeerd. Cody dacht:‘Die krijgen hun straf nog wel.’
Bij het politiebureau zag hij dat Smith een bekeuring had gekregen wegens te hard rijden in de bebouwde kom.
Hij zei tegen hem:“Je weet toch dat je geen 210 km per uur mag rijden in de stad? Ook al ben je een rechercheur.”
Cody liep direct door naar het kantoor van Dan lachend om de bekeuring van Smith. Dan telefoneerde toen Cody binnenkwam met de lunch. De inspecteur maakte duidelijk dat Cody de deur moest sluiten en zitten.
Toen Dan klaar was met telefoneren vroeg hij:“Bedankt voor het brengen van de lunch. Zeg me, wat ben je te weten gekomen?”
“De juwelen lagen in de kluis. Alleen de burgemeester en zijn vrouw weten de combinatie maar Anne zei dat de butler er veel rondhangt als hij daar niet hoort te zijn. De hazen kwamen pas toen ik al klaar was. Moet ik iedereen ondervragen?”, vroeg Cody zijn lunch opetend.
“Ja. Ik geef je iemand mee die jij moet trainen. Hij lijkt meer op jou”, zei Dan.
“Nee, liever niet. Ik werk beter alleen”, probeerde de rechercheur te zeggen maar Dan luisterde niet naar zijn argumenten.
Cody begreep er niets van en Dan opende een deur.
“Dit is je nieuwe partner. Cody, ontmoet Rinty. Rinty, dit is je baas Cody”, zei zijn chef.
Rinty liep meteen naar zijn nieuwe baas.
Cody vroeg:“Waarom heb ik een hond als partner?”
“Dat is op last van de burgemeester. Hij vindt het onverantwoord dat jij alleen werkt”, legde Dan uit.
“Ik denk dat Rinty beter en vlugger werkt dan Smith en Jones samen”, zei Cody Rinty aaiend.
“Dat weet ik wel zeker. Waarom kwam jij eigenlijk lachend binnen?”, wilde Dan weten.
“Smit kreeg een bekeuring omdat hij dacht dat hij wel even 220 km in de bebouwde kom mocht rijden omdat hij rechercheur is”, antwoordde Cody.
Dan vond het ook wel vermakelijk.
Toen kwam Smith binnen en hij zei tegen de inspecteur:“Baas, ik heb een klacht over Casey. Hij pikt mijn werk in en dat van mijn partner. Ik eis dat u hem ontslaat.”
Cody zuchtte diep en vroeg toen:“Ik zou dat wel willen maar ik moet Rinty trainen. Heb je de bekeuring al laten zien? Je gaat hem zeker boven je bed hangen?”
“Cody, verdwijn!”, zei Dan.
Cody verliet het kantoor met Rinty.
Dan zei tegen Smith:“Onthoud goed dat Cody boven jou en Jones staat. Jullie doen wat hij zegt want anders worden jullie gedegradeerd tot de straat.”
Smith knikte en ging weg.
Jones vroeg hem:“Wat zei de baas?”
“Wij moeten doen wat hij zegt”, zei Smith boos.
Intussen was Cody bezig met het verslag maar het wilde niet lukken. Een andere rechercheur, Paul Williams, zag dat en ging naar hem toe.
Hij vroeg:“Gaat het?”
Cody schudde van nee en zei:“Ik kan niet eens een memo schrijven zonder fouten. Laat staan een heel politieverslag.”
“Jij bent woordblind, niet?”, vroeg Paul de notities van Cody doorkijkend.
Cody knikte.
“Ik wil het wel voor je typen als jij het me zegt. Johnson zal er geen bezwaar tegen hebben”, stelde Paul voor.
“Goed. Ga maar zitten”, zei Cody.
Paul deed dat en algauw was het verslag geschreven op de computer. Dan liep op een gegeven moment langs en zag Paul met Cody werken.
Hij las het verslag en zei:“Ik vind het best als Paul het verslag schrijft. Jullie moeten maar samenwerken met Rinty. Ga het personeel ondervragen.”
Ze gingen weg naar de woning van de burgemeester.
Daar aangekomen deed de butler open. Cody liet zijn penning zien en ze mochten naar binnen. Rinty snuffelde meteen aan de butler en dat maakte de butler zenuwachtig.
“Kunt u de burgemeester laten weten dat de politie er is?”, vroeg Paul.
“Goed”, zei de butler en hij liep weg.
Cody ging met Rinty op de trap zitten.
Toen kwam de burgenmeester in de gang en hij zei tegen de rechercheurs:“Heren, kom binnen.”
“Dit is Rinty en dat is mijn partner Paul Williams. Is er nog iets gebeurd in de tussentijd?”, vroeg Cody terwijl hij opstond.
Het antwoord was negatief.
In de woonkamer zei Paul terwijl hij en Cody koffie kregen:“We willen het personeel ondervragen over de diamantenroof.”
“Jullie kunnen mijn werkkamer gebruiken. Mijn dochter Anne zal jullie er heen brengen”, zei de burgervader.
Anne deed dat maar Cody werd door haar ouders gevraagd even te blijven.
“Cody, je hebt onze toestemming om met onze dochter uit eten te gaan op kosten van de gemeente”, zei burgemeester Terrence Lewis.
Cody keek hem aan en zei:“Ik zal het onthouden.”
In de werkkamer zei Paul tegen Anne:“Ik denk dat jij en Cody zeer goede vrienden worden. Onderweg naar hier sprak hij alleen maar over jou.”
“Ik dacht dat hij zo hard was”, zei Anne verbaasd.
“Dat lijkt maar zo maar hij heeft nooit zijn echte ouders gekend. Hij is bang om zich te binden. Gun hem wat tijd”, zei Paul.
“Bedankt voor de raad. Daar komt Cody”, zei Anne.
Toen Cody binnenkwam merkte hij dat er over hem gepraat was.
“Williams, heb je haar al mijn slechte kanten verteld?”, vroeg Cody ad rem.
“Ik zou niet durven. Laat de eerste maar komen”, zei Paul lachend.
In de keuken zei de butler James tegen het keukenpersoneel:“De politie is hier om iedereen te ondervragen over de diamantenroof. Ik weet zeker dat die meid de juwelen gestolen heeft.”
“Anne? Dat lijkt me sterk. Ze is een aardig meisje”, zei de keukenhulp Kirk Wilde.
James keek hem aan en zei snauwend:“Mond houden en doorwerken Wilde!”
Kirk zweeg maar vermoedde dat James achter de diamantenroof zat.
Toen ze het dienstmeisje ondervroegen klopte Anne op de deur en deed hem daarna open.
“Cody, kom even”, zei ze zachtjes.
Hij kwam en buiten de kamer zei Anne:“De juwelen liggen in de kluis. Ga maar kijken.”
Cody keek erg bedachtzaam en ging kijken. Ze had gelijk maar vond het wel vreemd.
Toen Cody terug in de werkkamer kwam was Paul net klaar met de ondervraging van het dienstmeisje.
Hij vroeg aan zijn partner:“Waarom moest jij opeens weg?”
“De juwelen liggen in de kluis. Paul, ik zeg je dat er hier iets vreemds gaande is. En nu is de butler ook opeens verdwenen”, vroeg Cody rondlopend.
Paul knikte.
“Casey en Williams, waar is mijn dochter?”, vroeg de burgemeester die zijn werkkamer kwam binnenstormen.
“Anne is weg en de butler ook? Rinty, zoek Anne”, zei Paul.
“Wacht. Rinty merkte al dat de butler verdacht was. Dan komt Anne zeggen dat de juwelen weer terug in de kluis liggen. Ik ga kijken en even later zijn de butler en Anne beiden verdwenen. Conclusie: James de butler heeft het gedaan en heeft Anne omdat zij er iets teveel van af weet”, redeneerde Cody.
Ze besloten op zoek te gaan naar de butler. Cody en Paul werden omver geduwd door James en hij ontkwam door in de auto van de burgemeester weg te rijden. De rechercheurs renden naar hun auto maar Paul werd getroffen door een verdwaalde kogel. Cody zette de achtervolging in en ontzag daarbij niets. Hij reed over de stoep, toen over de straat en ondertussen nam hij contact op met het bureau.
Hij zei:“Hier wagen GJ23. Ik zit nu achter de butler aan die in de auto van de burgemeester rijdt. Graag assistentie. Over.”
“Komt eraan, wagen GJ23. Over”, reageerde Dan.
Intussen zat Cody James al behoorlijk in het nauw te rijden. Opeens reed James een doodlopende straat in. De rechercheur zag zijn kans en gooide een verfbom op de auto die op de voorruit ontplofte.
Cody parkeerde zijn wagen dwars, trok zijn revolver en riep:“Het is over James. Kom uit de auto met je handen omhoog. Je bent gearresteerd!”
Voorzichtig kwam hij uit zijn auto met getrokken revolver. Maar opeens was James verdwenen. Toen Cody bij hem kwam kijken bleek dat Anne in de auto gegijzeld was door de butler. Ze had met de portier hem half bewusteloos geslagen.
“Heb jij dat gedaan? Wat zal je vader wel niet zeggen. Een beetje de butler buiten westen slaan. Dat doet een dochter van de burgemeester toch niet?”, vroeg Cody plagend aan Anne.
“Cody, kijk uit”, riep ze toen.
De rechercheur keek om zich heen maar zag zijn hond nergens.
“Anne, waarschuw de politie en zoek Rinty. Ik reken wel af met de butler”, zei Cody.
“Goed”, zei het meisje.
Cody werd opeens verrast door de butler die inmiddels bijgekomen was en hem meenam naar een deur. Intussen waarschuwde Anne de politie en zei waar ze waren. Cody en James kwamen uit in een verlaten fabriek.
“Nu ga je er echt aan Casey”, zei James die ook een pistool had maar er niet mee kon schieten.
Cody zag een loden pijp liggen, pakte het en sloeg het wapen uit de handen van James. Hierbij viel hij zelf ook op de grond. James sloeg hem in elkaar totdat hij gevloerd werd door een kogel afkomstig uit de revolver van Dan Johnson. Hij en Anne gingen vlug naar Cody.
Anne vroeg bezorgd:“Gaat het Cody?”
“Het gaat best”, wist hij nog uit te brengen voordat hij het bewustzijn verloor.
In het ziekenhuis kwam Cody bij en hij zag Anne en Dan bij zijn bed.
“Wat is er gebeurd? Waar ben ik?”, vroeg hij verward.
“James, de butler, heeft je in elkaar geslagen en je bent in het ziekenhuis. Je linkerenkel is gebroken maar de dokter zegt dat je er wel weer bovenop komt. Rinty is op het bureau. Paul is helaas vermoord door de butler”, vertelde Dan.
“Pa is niet erg blij met het feit dat je zijn auto hebt bewerkt met die verfbom. Maar hij is bereid het je te vergeven”, zei Anne lachend.
“Ik probeer dat ook steeds te zeggen maar Cody luistert wat dat betreft niet of nauwelijks naar wat ik zeg”, antwoordde Dan.
Toch was ook hij blij dat Cody de zaak opgelost had en niet de 2 hazen.
Als dank voor het oplossen van de diamantenroof kreeg Cody het voorrecht om niet alleen uit te gaan met de dochter van de burgemeester maar ook was het verboden om de jonge rechercheur een bekeuring voor wat dan ook te geven.