Het liep tegen Thanksgiving Day 1868. Op de Ponderosa vierde men dat met het oppeuzelen van een kalkoen. Normaal werd deze rauw gekocht maar dit jaar was er zoveel gedoe geweest op en rondom de ranch dat Ben Cartwright expres vergeten was om zo’n exemplaar te bestellen. Gelukkig liep er nog een levende kalkoen rond op het erf.
Ben zei:“Hoss en Joe, ik geef jullie opdracht om die kalkoen te vangen en het te doden. Hop Sing zal de rest wel doen.”
“Kunnen Adam en Mitchy dat niet beter doen? Mitchy is veel vlugger dan wij bij elkaar”, zei Hoss.
“Je weet dat Mitch niets van dat beest moet hebben zolang hij rondloopt. Dat is de reden waarom ik wil dat hij dit jaar als feestmaal op tafel komt te liggen met Thanksgiving Day. Adam moet hem helpen met zijn schoolwerk”, antwoordde zijn vader.
“Ga je mee Joe? Dan gaan we samen vrolijk op kalkoenenjacht”, zei Hoss vrolijk lachend.
Little Joe zei erg luchtig:“Laten we hopen dat de kalkoenen niet terugschieten.”
Lachend pakten de broers hun revolvers en gingen ze de kalkoen proberen te vangen.
De hele middag waren Hoss en Little Joe bezig met het vangen van de kalkoen die zich uiteraard niet liet vangen. De scheldnamen vlogen over en weer op het erf. Het beruchte boekje met scheldnamen kreeg er die middag ongeveer drieduizend bladzijden bij. Binnen hoorden Ben, Adam en Mitch dat.
Mitch vroeg:“Opa, ik dacht dat wij niet zulke taal mochten uitslaan van u?”
“Dat mag inderdaad niet maar je ooms proberen die kalkoen te vangen. Ik weet zeker dat het ze niet lukt”, antwoordde zijn opa.
“Mitch, zullen we een geintje met oom Hoss en oom Joe uithalen?”, vroeg Adam glimlachend.
“Goed. Wat wil je dan eigenlijk gaan doen?”, vroeg de jongen nieuwsgierig.
“Wij vangen dat beest met een lasso en maken hem dan van kant. Als dat gebeurd is leggen we een brief voor hen neer waarin ze bezoek kunnen verwachten van koning Kalkoen hemzelf. Ik heb ze vanuit de schuur bezig gezien en moest mijn lachen de hele tijd inhouden”, legde Adam het gemene plannetje uit.
“Papa, ik wist echt niet dat jij zo gemeen kon zijn tegen je jongere broers. Maar ik doe mee”, zei Mitch met lachende ogen.
In het kantoor gedeelte van het ranchhuis schreef Adam zo netjes mogelijk de brief voor Hoss en Little Joe. Om niet herkend te worden als de briefschrijver schreef Adam de brief met zijn linkerhand ofschoon hij dat gewoonlijk nooit deed.
Het kostte Hoss en Little Joe zoveel tijd om de kalkoen te vangen dat ze het tegen de avond opgaven.
“Ik geef het op. Laten Adam en Mitchy het maar doen”, zei Hoss.
“Ik geef je groot gelijk. Het lukt ze toch ook niet”, reageerde zijn jongere broer.
Ze waren echter niet op de hoogte van het gemene plannetje van Adam en Mitch. Toen ze binnenkwamen waren hun broer en neefje al uit het zicht verdwenen. Ben zat een boek te lezen met Cody aan zijn voeten.
De rancher zag Hoss en Little Joe komen en zei:“Er is vanmiddag een brief voor jullie gebracht. Ik weet niet van wie hij afkomstig is.”
Nieuwsgierig pakte Hoss de brief en maakte hij hem open. Hij las hem met zeer grote verbazing en gaf hem aan zijn jongere broer. Deze was ook verbaasd toen hij het geschrevene had gelezen.
Er stond:
Geachte heren H. en J. Cartwright,
Omdat jullie de hele dag achter een van mijn onschuldige onderdanen aan hebben gezeten zal ik onverwachts langskomen om jullie hiervoor te straffen.
Getekend,
Zijn Koninklijke Hoogheid Koning Kalkoen.
“Als ik er achter kom wie dit op zijn geweten heeft zal hij kerst 1873 niet meer halen”, gromde Hoss.
Little Joe vroeg toen verbaasd:“Waar zijn Adam en Mitch eigenlijk?”
“Ze zijn een eindje rijden”, zei Ben luchtig.
Hij wist verdomd goed wat zijn oudste zoon en kleinzoon op dat moment aan het doen waren. Maar hij liet niets merken.
Adam en Mitch vingen de loslopende kalkoen met een lasso en kregen zo het dier te pakken. Met een simpele doodsteek verhuisde de zielige kalkoen naar het land van de eeuwige jachtvelden waar al vele kalkoenen hem voor waren gegaan om daar te gaan huizen.
Mitch stond er naar te kijken en zei:“Ik vind het nog steeds een eng beest.”
“Mitch, hij leeft nu niet meer dus hij kan je ook geen pijn meer doen zoals hij eerder deed. Daarom wilde opa ook dat hij geslacht werd”, zei zijn vader.
Tijdens het voederen van de dieren pikte de kalkoen de jongste Cartwright regelmatig in zijn arm en hand. Mitch was niet zo erg groot van gestalte en daarom een makkelijk doelwit voor de kalkoen. Na geklaagd te hebben bij Ben en Adam over dit probleem had de rancher dit besluit genomen.
Tijdens het avondeten keken Hoss en Little Joe steeds argwanend naar de voordeur.
Mitch zei op een gegeven moment:“Waarom kijken jullie steeds naar de voordeur? De kerstman komt pas volgende maand.”
“We kregen vanmiddag een brief van koning Kalkoen en hij schreef dat hij ons tweeën een onverwacht bezoek zou komen brengen omdat wij de hele dag achter een van zijn onderdanen hadden aangezeten”, zei Hoss.
“Ik wist niet dat elk dier een aparte koning had? Dat is toch alleen maar bij mensen?”, vroeg Mitch verbaasd.
“Dat is ook zo”, zei Ben.
Toen kwam Hop Sing de eetkamer binnen met zeven desserts. Bij Ben, Hoss en Little Joe werd er eentje neergezet maar Adam en Mitch kregen er elk twee om naar binnen te werken. Hoss en Little Joe keken met jaloerse blikken naar hun broer en neefje.
Little Joe durfde zelfs te vragen:“Hop Sing, waarom geef je Adam en Mitch twee desserts en ons niet?”
“Mr Adam en kleine Mitch hebben kalkoen gevangen voor Hop Sing en Mr Hoss en Little Joe niet. Vangers zouden twee toetjes van Hop Sing krijgen”, antwoordde de Chinese kok lachend.
Hij verdween weer naar de keuken. Nu moesten Adam en Mitch wel alles vertellen.
Hoss en Little Joe gromden:“Sommige mensen hebben altijd geluk.”
“Je weet wat ze zeggen:“Geluk is met de domme. Maar dat geldt niet voor mij want ik ben extreem super briljant en zeer bescheiden”, zei Mitch droog.
“Het is al goed Mitch. We willen niet dat je straks nog naast je laarzen gaat lopen van verwaandheid”, zei Little Joe.
“Dat laat ik wel aan jullie over”, zei de jongen.
Nu had echt niemand meer wat te zeggen.