Op een mooie zomerdag zei Adam na het ontbijt:“Pa, vindt u het goed als ik vandaag een vrije dag neem om uw kleinzoon te leren zwemmen en te vissen? Het is toch veel te warm om te werken.”
De rancher keek hem aan en zei:“Goed. Het is belangrijk dat Mitch kan zwemmen met al dat water in de buurt.”
Mitch kwam binnen en vroeg:“Mogen we gaan?”
“Ja, we mogen. Maar eerst wil ik mijn koffie nog opdrinken”, antwoordde zijn vader.
Dit was een teleurstelling voor de kleine jongen want hij had zich er zo op verheugd. Adam dronk snel zijn koffie op en pakte toen alles wat ze nodig hadden bijeen.
Bij het meer aan gekomen zei Adam:“Kid, we zijn er. Hier zwemmen en vissen we altijd.”
Mitch keek rond vanaf Sport en zei bewonderend:“Wat mooi zeg hier.”
“Dat is het inderdaad”, zei zijn vader.
Hij tilde zijn zoon van de vos af en zette hem op de grond. Mitch liep naar het water en raakte het voorzichtig aan.
“Papa, het water is nat”, riep hij.
“Dat is het altijd. Kom hier dan zal ik je uitkleden zodat je leert zwemmen”, reageerde Adam lachend.
Mitch kwam en werd uitgekleed waarna hij zijn eerste zwemlessen kreeg. Adam hoefde niet veel te zeggen want Mitch was een natuurtalent wat zwemmen betrof. Vanwege de hitte ontdeed Adam zich ook van zijn kleding en ging hij ook het water in. Na een uurtje kon Mitch al redelijk goed zwemmen en liet zijn vader hem steeds verder gaan.
Toen ze allebei trek hadden gekregen kleedde Adam zich weer gedeeltelijk aan en deed hij dat ook bij Mitch. Om er voor te zorgen dat Mitch geen zonnesteek opliep zette Adam hem ook een zwarte cowboyhoed op.
“Is deze van mij?”, vroeg Mitch.
“Ja. Je woont op een ranch dus dan moet je er eentje hebben”, antwoordde zijn vader.
Hij pakte de grote picknickmand die Hop Sing had klaargemaakt en opende die. Mitch kreeg wat te eten en te drinken maar veel rust had de jongen niet.
“Leer je me nu vissen?”, zeurde hij.
“Goed dan. Pak de hengels maar alvast”, zei zijn vader.
Vlug werkte hij het laatste stukje brood naar binnen en hielp daarna Mitch met vissen.
Toen de jongen eenmaal had gezien hoe het moest zei hij ongeduldig:“Papa, ik wil het zelf doen.”
Adam gaf de hengel over en keek toe. Met een geweldige worp gooide Mitch de hengel in het water en Adam deed hetzelfde.
Plotseling zei Mitch:”Papa, help even.”
Adam legde zijn hengel neer en pakte die van zijn zoon.
“Ik geloof dat je beet hebt en niet zo’n kleintje ook”, zei hij bewonderend.
Adam bleek gelijk te hebben want Mitch had letterlijk een behoorlijk grote vis aan de haak geslagen.
Toen Adam hem uit het water haalde zei de jongen:“Wat zal oom Hoss blij zijn als hij deze vis ziet.”
“Je oom zal hem gerust alleen op kunnen”, reageerde Adam.
Hij legde hem neer en zorgde ervoor dat hij niet meer weg kon glijden. Mitch kon zijn lol niet op toen hij wel wat ving en Adam niet.
Tegen etenstijd gingen ze terug naar huis. Bij het ranchhuis aangekomen vroeg Adam:“Kid, we spreken dit af. Ik geef je mijn toetje als ik mag zeggen dat ik deze vis gevangen heb. Goed?”
“Nee, ik heb hem gevangen”, zei Mitch.
Hoss en Little Joe hoorden hun discussie en keken elkaar lachend aan.
“Heb je problemen met je zoontje?”, vroeg Hoss spottend.
“Nee, hij wil alleen niet doen wat ik zeg”, antwoordde Adam.
Hij reed het erf op en gaf Mitch aan Hoss die hem op de grond zette.
“Oom Hoss, ik heb een vis voor je gevangen. Maar papa wil dat ik zeg dat hij hem gevangen heeft”, zei Mitch.
Hoss nam de gevangen vis in ontvangst en zei:“We brengen hem naar Hop Sing en laten hem klaarmaken voor het avondeten.”
Ze gingen samen naar de keuken waar de vis gereed gemaakt werd voor het diner.
Little Joe vroeg lachend:“Jij hebt zeker niets gevangen?”
“Nee, maar het feit dat Mitch die vis heeft gevangen berust gewoon op beginners geluk”, reageerde Adam grommend.
“Adam, geef het nu maar echt toe: je wordt oud. Als je zoon van bijna achttien maanden een grotere vis vangt dan jij. Dan is het bijna afgelopen met jou”, zei Little Joe plagend.
Die avond aan tafel moest Adam zich meerdere malen verdedigen tegen zijn plagende broers.