Mrs Carlson zei tegen de kinderen op school:“Ik wil dat jullie in het weekend een opstel schrijven over de grootouders van je moederskant.”
“Wat moet je doen als je ze niet kent?”, vroeg Mitch Cartwright.
“Dan moet je het aan je vader vragen”, zei de lerares.
Toen was de schooldag om. Mitch ging met een groot bezwaar naar huis. Niet vanwege het opstel maar nu moest hij aan zijn vader vragen over de familie van zijn moeders kant. En dan met name haar ouders, zijn grootouders. Hij wist dat zijn oom Burt en tante Lucy criminelen waren maar de jongen was ervan overtuigd dat hun ouders dat niet waren. Hij wist ook dat Adam nooit over zijn schoonouders sprak maar niet waarom.
“Papa, mag ik bij de ouders van mama gaan wonen?”, vroeg hij diezelfde middag.
“Nee! Mitch, je blijft hier!”, zei Adam streng.
De jongen keek hem verbaasd aan.
“Heb ik huisarrest?”, vroeg hij.
“Inderdaad”, zei Adam.
“Waarom geef je me niet kamerarrest? Dan weet je zeker dat ik niets uithaal”, reageerde Mitch brutaal.
Als antwoord kreeg de jonge Cartwright een klap in het gezicht en kreeg hij te horen:“Naar je kamer en geen dessert vanavond!”
Mitch vloog naar zijn kamer. Adam keek hem woest na.
Tegen etenstijd kwam Adam de slaapkamer van zijn zoon binnen.
“Kom je eten?”, vroeg hij bij de deur.
“Waarom zou ik? Als ik geen dessert krijg hoef ik ook geen avondeten meer”, antwoordde de jonge Cartwright.
Hij keek zijn vader niet eens aan.
“Als je denkt om op deze manier toestemming van mij te krijgen om bij je grootouders te gaan wonen heb je het wel mis. Ik zal het toch nooit geven”, zei Adam kalm.
“Dan loop ik gewoon weg met Cody. Dan zie je ons nooit meer op deze ranch”, reageerde zijn zoon vastbesloten.
“Dat zullen we nog wel eens zien. Ik zal tegen Hop Sing zeggen dat hij voortaan voor eentje minder moet dekken aan tafel. Aangezien jij toch straks weg bent”, zei Adam. Hij ging weer naar beneden.
Mitch keek hem na maar zei niets meer. Nu voelde hij zich nog meer in de steek gelaten.
Rond 1 uur slopen Mitch en Cody zachtjes het ranchhuis uit om voorgoed weg te gaan. Gelukkig was alles en iedereen in een zeer diepe slaap zodat ze niet ontdekt werden. Mitch pakte zijn paard en steeg op. Cody rende ernaast zoals altijd. Gelukkig wist Mitch waar zijn grootouders woonden en het was niet zo heel ver.
Toen Adam de volgende morgen in de slaapkamer van Mitch kwam om de jongen wakker te maken trof hij een netjes opgemaakt bed aan maar geen Mitch en/of Cody. Adam knipperde eerst een paar keer met zijn ogen om te zien of hij niet droomde. Maar het was geen droom want Mitch was echt weg.
Adam probeerde zich zo normaal mogelijk te gedragen nadat Mitch weggelopen was maar Ben had zijn oudste zoon meteen door.
“Adam, waarom wil je niet dat Mitch in contact komt met je schoonouders?”, vroeg de rancher toen ze samen thuiswaren.
“Omdat ze gewoon niet deugen. Mary was er eentje van een tweeling maar ze hebben haar in een weeshuis geplaatst. Mary vertelde me dat toen we net verkering hadden. Ze had ze nooit meer gezien”, vertelde Adam kalm.
Mitch had algauw het huis van zijn grootouders gevonden. Het was een groot herenhuis omringd door een groot grasveld. De jonge Cartwright stond voor het hek met grote verbazing te kijken en dacht: Wow, wat een veld zeg. Hier kan je lekker ver gooien en slaan. Plotseling ging de voordeur open en een lange slanke man kwam naar het hek toe. Mitch was niet bepaald bang uitgevallen maar de man keek heel dreigend naar hem en Cody.
“Wie ben je en wat kom je hier doen?”, vroeg de man.
“Ik ben Mitch Cartwright, de kleinzoon van Carl en Sharon Watts. Dit is mijn hond Cody en paard Caramel”, zei de jongen.
“Van wie ben je dan een kind?”, vroeg Carl, de man.
“Mary Watts en Adam Cartwright”, antwoordde de jongen.
“We hebben maar twee kleinkinderen gehad en dat waren Jason Harris en Lissy Watts. Maak dat je wegkomt want anders knal ik jou en die straathond van je overhoop”, zei Carl nors.
Het was alsof Mitch een klap in het gezicht kreeg. Langzaam liep hij weg van het landhuis. Carl ging terug naar binnen.
“Wie was dat bij het hek?”, vroeg Sharon, zijn vrouw.
“Mitch Cartwright. Hij beweert de zoon van Mary te zijn. Hij lijkt op haar maar ik heb hem gezegd dat hij bij het verkeerde adres is”, antwoordde haar echtgenoot.
“Wie is zijn vader?”, vroeg Sharon.
“Adam Cartwright”, was het antwoord.
Het regende pijpenstelen. Ben en Adam zaten droog in het hotel maar erg gerust waren ze niet. Mitch en Cody waren ergens in de stad maar waar? Het was niet moeilijk om ze te kunnen vinden want Mitch was klein en liep met een loopbeugel om zijn linkerbeen en Cody was een Mechelse herder met een jas van bruine kleur aan.
Adam keek mistroostig naar buiten. Het was nu een dag geleden dat zijn zoon hem had verlaten en Adam miste de jongen meer dan hij wilde en kon toegeven.
“Waar kunnen ze toch zijn? Ik hoop dat ze ergens een plekje hebben gevonden om te schuilen”, zei Adam opeens.
“Dat hoop ik ook maar we kunnen alleen maar hopen, bidden en afwachten”, zei Ben.
“Ik ga ze zoeken”, zei zijn zoon toen vastbesloten.
Ben was te verrast om hem tegen te houden. Adam verliet het hotel en liep de straten van Reno door om zijn zoon en hond te vinden.
Mitch zag plotseling zijn vader lopen maar dacht er niet over om hem aan te spreken. Maar Cody wel. De herder blafte luid en dat had succes. Adam zag het kletsnatte duo in een steegje zitten en rende naar ze toe.
“Kid, wat zie je eruit. Kom maar mee naar het hotel. Opa wacht daar op jou en Cody”, zei Adam.
Hij zag hoe slecht de jongen eruit zag en hoognodig een bad moest hebben. Daarom gingen ze eerst naar het badhuis. Mrs Watson deed open toen Adam op de deur had geklopt.
“Kan deze jongen een warm bad krijgen?”, vroeg hij beleefd.
“Natuurlijk kan dat en de hond ook”, zei de vrouw.
Ze ging hen voor naar een kamer waar twee wastobbes stonden. Niet veel later werden Mitch en Cody gewassen. Adam merkte wel dat zijn zoon niet erg spraakzaam was sinds hun hereniging. Mitch had nog geen woord gezegd tegen Adam en/of Cody.
Na het bad liepen Mitch en Cody met Adam naar het hotel. Mitch keek steeds om zich heen om te zien of hij niet kon wegkomen maar Adam kreeg hem in de smiezen en pakte de jongen stevig vast.
“Jij gaat nu met ons mee terug naar huis!”, zei Adam streng.
“Nooit! Laat me los”, schreeuwde Mitch maar het was doodstil op straat zodat alleen Adam hem hoorde.
Mitch probeerde zich los te rukken wat in een gevecht tussen vader en zoon eindigde. Adam sloeg zijn jongen zo hard dat Mitch gewoon bang werd voor zijn vader. Cody kwam tussen beiden en zorgde voor vrede. Mitch liep braaf mee maar ontweek de blik in Adams ogen.
In hun hotelkamer zat Ben nog steeds te wachten op zijn oudste zoon en enige kleinzoon. Toen de deur openging en zijn kroost binnenkwam bemerkte de rancher meteen de zeer koele relatie tussen Adam en Mitch. De jongen kroop in een hoekje en kwam er niet meer vandaan.
“Ze zaten in een steeg en waren erg vuil en doornat. Daarom heb ik ze eerst maar een bad laten nemen in het badhuis. Maar onderweg naar het hotel probeerde Mitch steeds weg te komen wat niet lukte. We raakten slaags en ik sloeg hem iets te hard”, vertelde Adam aan zijn vader.
Ben keek van Adam naar Mitch en weer terug.
“Mitch, ga je mee wat eten?”, vroeg Ben om het onderwerp te veranderen.
“Nee, ik hoef geen eten meer van jullie. Hij slaat me toch alleen maar”, zei Mitch woest.
“Het spijt me dat ik je te hard sloeg”, verontschuldigde Adam zich tegenover zijn zoon.
“Ik accepteer je excuses toch niet. Je blijft me toch wel slaan in de toekomst”, was de reactie van Mitch.
“Dat zal nooit meer gebeuren. Het doet mij meer pijn dan jou”, antwoordde Adam.
“Vast niet. Ik vertrouw je toch niet meer”, zei Mitch en hij keek niemand meer aan.
“We gaan eten. Als ik merk dat jij weg bent als we terugkomen zal er heel wat zwaaien voor jou. Dan zou je willen dat je nooit geboren was”, zei Adam streng.
“Dat is al zo”, gromde Mitch.
In de eetzaal van het hotel kwamen Carl en Sharon Watts naar de Cartwrights toe.
“Adam Cartwright?”, vroeg Carl aan de jongste.
“Ja. Wat kan ik voor u doen?”, vroeg Adam op zijn beurt.
“U moet Mitch leren oude mensen met rust te laten. Wij zijn helemaal niet de grootouders van hem en zullen dat ook nooit voor hem zijn”, zei Sharon.
“Ik weet alleen dat Mitch jullie wilden kennen maar niet waarom. Hij is bij ons dus als u even wacht”, antwoordde Adam kalm.
Hij verliet de eetzaal en ging naar de hotelkamer waar Mitch op bed lag te huilen uit eenzaamheid.
“Kid, wat is er?”, vroeg Adam ongerust.
“Voor school moet ik een opstel over de ouders van mama schrijven. Daarom wilde ik ze leren kennen. Ik wist dat het niet mocht van jou en daarom liep ik weg van huis. Samen met Cody en Caramel. Ik wist van tante Lucy waar ze wonen maar ze wezen me de deur”, vertelde Mitch huilend.
“Het is al goed. Was je gezicht en kom dan mee naar beneden”, zei Adam.
Mitch stond op en waste zijn gezicht. Samen liepen ze naar beneden. Mitch zag Ben, Carl en Sharon zitten en keek hen vragend aan.
“Jongeman, je mag dan wel de zoon van onze dochter Mary zijn maar dat betekent niet dat je onze kleinzoon bent. Bovendien zouden onze kleinkinderen nooit kreupel zijn. Aangezien jij dat wel bent deug jij dus niet”, zei Carl.
“Was Juliet Harris uw schoondochter?”, vroeg Mitch zonder schroom.
“Ja, en ze zorgde heel goed voor haar zoontje Jason”, zei Sharon.
“Zij heeft me kreupel gemaakt door me onder een postkoets te duwen”, zei Mitch.
Sharon keek geschokt naar Adam en die knikte ter bevestiging.
“Opa, gaan we terug naar de ranch?”, vroeg Mitch toen aan Ben.
“Morgen gaan we terug naar huis”, beloofde de rancher.
Mitch ging bij zijn vader zitten en keek Carl en Sharon niet meer aan.
Het echtpaar stond op en ging weg. Adam nam Mitch in zijn armen en knuffelde hem. Langzaam begon de jongen weer te huilen.
Ben bestelde drie maaltijden voor hen toen Mitch weer wat gekalmeerd was.
“Mitch, begrijp je nu een beetje waarom ik zo streng en bezorgd om je ben? Ik wil je niet kwijtraken”, zei Adam terwijl ze zaten te wachten op de bestelling.
Mitch knikte.
“Mag ik dan niet meer buiten spelen?”, vroeg de jongen.
“Natuurlijk wel. Maar je moet dan wel op het erf blijven. Beloofd?”, vroeg Adam zijn zoon ernstig aankijkend.
“Beloofd”, zei Mitch.
Omdat hij de hele dag buiten was geweest kreeg Mitch al gauw slaap zodat men doorat zodat de jongen naar bed kon.
Na een goede nachtrust en een stevig ontbijt gingen de Cartwrights weer naar huis. Mitch zag er wel erg tegen op maar Ben en Adam hadden hem verzekerd dat Hoss, Little Joe en Candy zouden begrijpen waarom hij weggelopen was.
Onderweg vroeg Mitch:“Papa, kun je me met dat opstel helpen?”
“Natuurlijk wil, kan en doe ik dat” antwoordde zijn vader.
Ben keek naar hen en merkte dat de band tussen vader en zoon weer goed was.
Niet veel later reden ze het erf op.
“Adam, jij gaat je zoon helpen met dat opstel”, zei Ben tegen zijn oudste zoon.
Adam knikte. Hoss, Little Joe en Candy waren allang aan het werk zodat Adam en Mitch samen het rijk alleen hadden.
“Schrijf maar gewoon op wat je van ze weet en dan zal ik het nakijken op schrijf en spellingsfouten”, zei Adam.
Mitch begon te schrijven terwijl zijn vader de krant ging lezen.
Na een uurtje zei Mitch:“Papa, klaar!”
“Geef maar hier”, zei Adam terwijl hij de krant opvouwde.
Mitch gaf het papier en keek zijn vader vragend aan. Adam keek het nauwkeurig na maar kon haast niets vinden.
“Je hebt het uitstekend gedaan. Ik hoop dat de lerares hier ook blij mee zal zijn maar dat merken we wel”, zei Adam met verbazing.
Op maandagmorgen leverde Mitch zijn opstel bij Mrs Carlson in. Tijdens de rekenles keek de juffrouw alle opstellen na.
“Mitch, kun je even bij me komen?”, vroeg ze vriendelijk.
Omdat Mitch toch iets niet begreep nam hij zijn boek ook maar mee.
“Heb jij dit helemaal zelf geschreven?”, vroeg ze zachtjes.
“Ja. Papa keek het wel na maar hij kon niets vinden dat volgens hem fout was”, antwoordde de jonge Cartwright.
“Het is tot nu toe het beste van allemaal. Had je nog wat te vragen?”, vroeg ze.
“Ja, ik begrijp deze som niet. Ik zie niet wat er staat”, zei Mitch een beetje verlegen.
“Ik wil na schooltijd met je vader praten over jouw situatie want het bevalt me niet dat jou alles tien keer uitgelegd moet worden. Probeer het eerst maar zelf”, zei de lerares.
Mitch knikte en ging terug naar zijn plaats. Hij dacht: Bekijk het dan maar met dat stomme opstel. De rest van de dag was Mitch de gebeten hond op school. De jongen was dan ook dolblij toen Mrs Carlson de opstellen teruggaf waarna ze naar huis mochten.
“Wat heb jij voor een cijfer?”, vroeg Patty Jenkins aan Mitch.
“Een negen”, zei Mitch.
“Ik kreeg maar een zes en de mijne is veel langer”, snauwde Patty.
“Ik heb een acht gekregen”, zei Matthew glimlachend.
Nu was Patty helemaal boos aan het worden. Gelukkig kwam Adam er net aan om met Mrs Carlson te gaan praten. Patty ging snel naar huis terwijl Mitch en Matthew nog een poosje gingen honkballen zoals ze dat elke middag na schooltijd deden met de andere kinderen.
Mrs Carlson vroeg aan Adam:“Volgens mij hoort Mitch niet echt thuis op deze school. Hij heeft héél toevallig een voldoende gehaald voor zijn opstel maar daar blijft het ook bij. Is hij thuis ook zo dom en lui als op school?”
“Helemaal niet. Hij heeft gewoon veel moeite met lezen en schrijven. Maar daarom is hij nog niet dom en lui. Integendeel. Toen ik vorig jaar les gaf op deze school heb ik ontdekt dat hij gewoon wat meer persoonlijke begeleiding nodig heeft op school. Maar aangezien u gewoon de verkeerde conclusie heeft getrokken zie ik genoodzaakt om mijn kind van school te halen en hem thuis les te geven”, reageerde Adam.
“Hou hem dan maar thuis. In zijn plaats kan dan een beter begaafd kind komen. Hij moet een voorbeeld nemen aan Patty Jenkins. Ze is altijd aardig en doet goed haar best”, zei de lerares.
Adam zweeg, pakte de schoolspullen van zijn zoon bijeen en verliet het schoolgebouw.
“Mitch, je gaat niet meer naar deze school want ze vindt dat jij er niet thuishoort. Ik leer je alles wel wat je moet weten”, zei Adam tegen zijn zoon.
Dat vond Mitch helemaal niet erg ondanks dat hij een goed cijfer voor het opstel had gekregen.