Op een mooie dag vonden de broers John en Buck Cannon op hun landgoed een geweer. Ze stegen af om het wapen wat beter te kunnen bekijken. Buck had het ondersteboven vast en keek naar de trekker.
“John, wat denk je dat er zal gebeuren als ik de trekker overhaal?”, vroeg hij.
“Ik zou het niet weten. Je kunt het allicht proberen”, antwoordde zijn oudere broer.
Buck haalde de trekker over en de broers hoorden een oorverdovende knal. Even later klonk er een hard gegil en gevloek.
“Ik geloof dat je óf iemand hebt geraakt óf hem enorm kwaad gemaakt hebt”, zei John voorzichtig.
“Hoe dan ook: we weten nu dat je met dit geweer ook achter je kan schieten. Zolang je het maar ondersteboven houdt”, was de reactie van Buck.
Toen hoorden de broers voetstappen achter zich.
“Geef dat geweer hier”, hoorden ze zeggen.
John en Buck draaiden zich om en zagen vier ontsnapte gevangenen staan.
“Waarom zou ik dit geweer aan jullie geven?”, was de vraag van Buck.
“Omdat wij de Dalton broers zijn. Ik ben Joe, en dat zijn mijn broers Jack, William en Averell. Wij zijn de schrik van het wilde westen”, antwoordde Joe.
“Jullie zijn de schrik van het wilde westen? Eerder de schik van het wilde westen” , reageerde Buck.
“Wat doen jullie trouwens hier? Jullie zijn wel op mijn landgoed”, zei John.
“We hoorden van dat speciale geweer. Dus we braken uit om het wapen te zoeken. Voor deze keer vergeef ik je dat je me zes meter de lucht in knalde als je me nu dat geweer geeft”, zei Joe.
“Wat moeten vier bijen met een apart geweer?”, vroeg Buck droog.
De Daltons keken elkaar aan en begrepen niet wat Buck bedoelde.
“Wie zijn die 4 bijen?”, vroeg Jack.
“Jullie zijn die 4 bijen. Aangezien jullie kleding met gele en zwarte strepen dragen en niet wij. Buck, ga je mee?”, vroeg John.
Joe sprong uit zijn vel en schreeuwde:“Dat geweer is van ons!”
“Ik kom en neem mijn speelgoedgeweer mee. Sorry bijtje: hier geldt de regel: wat Buck Cannon vindt is van Buck Cannon”, antwoordde hij.
De Cannon broers liepen naar hun paarden en stegen op. Joe Dalton was zó kwaad op Buck dat hij zo rood als een tomaat werd.
“Joe, het is jammer dat je mijn broer bent. Je ziet zo rood als een tomaat. Ik heb honger”, reageerde Averell.
Nu werd Joe nog roder dan hij al was. Een seconde later vlogen ze elkaar in de haren.
John en Buck keken toe en John zei:“Ze kunnen wel erg goed met elkaar overweg.”
“Dat is wel zo maar je moet ook geen vaatje buskruit bij ze neerzetten. Niet dat ze het buskruit uitgevonden hebben”, reageerde zijn broer.
“Ze zijn eerder het vaatje buskruit”, zei John.
Nog voordat de Daltons konden reageren waren de Cannon broers weggereden mét het geweer.
Op de High Chaparral keken Billy Blue Cannon, Manolito Montoya en zijn zus Victoria uit naar de terugkomst van de Cannon broers. Ze wisten echter nog niet wat ze hadden gevonden. Maar dat duurde niet lang. John en Buck reden lachend het erf op.
“Je vader en oom hebben blijkbaar veel plezier”, zei Manolito tegen Blue.
“Oom Buck zal wel weer wat gevonden hebben”, reageerde Blue.
“Hallo jongens”, zei John terwijl hij afsteeg.
“Mano, Blue Boy, jullie raden nooit wat wij hebben gevonden”, zei Buck lachend.
“Dat kunnen wij inderdaad niet en doen dat dus ook niet. Vertel het maar gewoon”, antwoordde Manolito.
“Ik heb een geweer waarmee je achter je kan schieten zolang het wapen maar ondersteboven wordt gehouden. Ik probeerde het uit en knalde bijna een menselijke bij naar de andere wereld”, legde Buck uit.
Hij steeg af en pakte zijn nieuwe speeltje. Blue en Manolito bekeken het vreemde geweer.
“Buck, geef eens een demonstratie”, zei Manolito.
De jongste Cannon broer keek achter zich of alles veilig was en loste toen een kogel. Deze keer gebeurde er niets.
“Een leuk wapen om je tegenstanders te pesten. Buck, ik zou dat geweer maar goed bewaren als ik jou was”, zei Manolito.
“Dat doe ik dan ook. Ik ga niet zonder mijn nieuwe geweer slapen”, zei Buck.
Ondertussen waren de Daltons weer gekalmeerd en Joe had alweer en plan bedacht.
“We gaan die 2 broers achterna en pikken dat geweer. Dat geweer is van ons en niet van die brutale cowboy”, zei Joe.
“Gaan we niet eten?”, vroeg Averell.
“Kop dicht Averell”, zeiden zijn broers tegelijk.
Ze liepen in het spoor van de paarden van de Cannon broers maar het ging niet zo vlug als ze wilden.
De arme eenzame cowboy Lucky Luke had weer eens een telegram gekregen met een voor hem zeer bekende boodschap.
“Laat me raden: de Daltons zijn ontsnapt en jij moet ze weer vangen”, zei zijn trouwe paard Jolly Jumper.
“Jolly, de Daltons zijn ontsnapt en ik moet ze weer vangen”, antwoordde Lucky Luke.
“Dacht ik het niet. Hopelijk is die levende vlooienwinkel niet meegekomen”, verzuchtte Jolly Jumper.
“Ik weet het niet maar waar Joe Dalton is zal Rataplan ook wel in de buurt zijn”, zei Lucky Luke.
Jolly Jumper wilde gaan klagen maar kreeg er geen kans voor want Lucky Luke steeg op en reed in de richting van Tucson, Arizona.
Die nacht bereikten de Daltons de High Chaparral.
“We breken gewoon in en jatten dat geweer”, zei Joe.
“Joe, weet je wel waar dat geweer is? Misschien hebben ze het wel goed verstopt”, antwoordde Jack.
“We doorzoeken gewoon elk een kamer. Dan vinden we het zeker”, zei Joe.
“Ik doorzoek de keuken wel”, stelde Averell voor
“Daar zal het toch niet zijn”, reageerde Joe.
De broers hadden echter geen rekening gehouden met Pedro die de wacht hield. Toen hij de vier zag komen sloeg hij onmiddellijk alarm. De Cannons en Manolito renden naar buiten met hun geweren en ook de knechten Sam en Joe Butler waren erbij. John en Buck herkenden de bezoekers meteen.
“Als dat onze 4 ontsnapte bijen niet zijn”, zei Buck.
“Joe, dat is die cowboy die jou bijna naar de maan schoot”, zei Averell.
“Kop dicht Averell”, zei Joe.
“Mr Cannon, we kunnen ze goed gebruiken voor de speciale karweitjes”, zei Sam.
“Dat is een goed idee”, zei John glimlachend.
“Jullie gaan met mij mee”, zei Sam tegen de 4 Daltons.
Vreemd genoeg liepen ze gehoorzaam mee met de voorman. In het slaaphuis stonden in een hoek 4 slechte bedden. Sam keek zijn broer Joe aan en die begreep hem meteen.
“Jongens, dit zijn de Daltons en ze zijn hier tijdelijk te werk gesteld. Daarom krijgen ze de beste bedden in de hoek”, sprak Sam tegen de andere knechten.
De Daltons vlogen naar de bedden maar hun vreugde was van korte duur. De bedden waren van zó slechte kwaliteit dat de broers er doorheen zakten toen ze er op gingen liggen. Dit tot grote hilariteit van de anderen. Joe Dalton zwoer wraak op de knechten.
Ondertussen waren de Cannons weer naar binnen gegaan.
“Als die kleinste mijn geweer te pakken krijgt is het: geweer, waar ga je met dat onderdeurtje heen”, zei Buck opgewekt.
Iedereen lachte en ging slapen.
De volgende dag moesten de Daltons alle vervelende karweitjes opknappen. Tijdens een ongeoorloofde pauze zaten ze een plannetje te bedenken om weg te komen.
“Jongens, zodra we de kans krijgen gaan we het ranchhuis binnen en zoeken we dat geweer”, zei Joe.
“Maar eerst gaan we eten”, zei Averell.
“Kop dicht Averell”, zeiden zijn broers tegelijk.
Buck en Manolito waren een eind aan het rijden toen ze een vreemdeling tegenkwamen.
“Morgen. Kunnen we je helpen?”, vroeg Buck toen ze gestopt waren.
“Ik ben Lucky Luke. Ik zoek 4 ontsnapte gevangenen in zwart/gele kleding”, zei Lucky Luke.
“Dat moeten die 4 bijen zijn. Ik ben Buck Cannon en dat is Manolito Montoya. Die 4 zijn bij ons op de ranch omdat die kleinste een geweer van mij willen hebben. Je kunt er ondersteboven mee schieten”, vertelde Buck.
“Het feit dat Joe dat geweer wil hebben is interessant”, zei de bezoeker.
“We houden ze goed aan het werk”, zei Manolito.
“Dat is dan zeer moeilijk want het enige wat de Daltons kunnen zijn bankovervallen plegen”, vertelde Lucky Luke.
Buck en Manolito keken elkaar aan en ze dachten hetzelfde.
“Waarom verblijf je niet een paar dagen op onze ranch?”, vroeg Buck uitnodigend.
“Goed. Dan kan ik de Daltons meteen meenemen naar de gevangenis”, was het antwoord van de bezoeker.
Buck en Manolito keerden hun paarden en brachten hun nieuwe vriend naar de ranch.
Sam had het weer aan de stok met Joe. Joe had de hangmat ontdekt en toen niemand zag wat hij deed nestelde de kleinste Dalton zich prinsheerlijk in de hangmat.
“Wat een leven zeg. Niemand is naar ons op zoek”, gniffelde hij.
Hij droomde weg totdat een stem zei:“Ben je weer aan het niksdoen? Vooruit, je moet de stallen schoonmaken.”
Joe opende zijn ogen en keek in die van de voorman.
“Jij weer. Ik moet uitrusten van al dat harde werken”, antwoordde Joe.
“Uitrusten doe je maar ’s nachts. Opstaan met je luie sodemieter”, zei Sam.
Toen Joe bleef liggen nam de voorman een drastischere maatregel. Sam gaf de hangmat een flinke zwaai en Joe vloog eruit. Precies op dat moment zagen Buck, Manolito en Lucky Luke Joe door de lucht vliegen.
“Oh nee, nu zie ík ze al vliegen”, merkte Jolly Jumper op.
Joe op zijn beurt kreeg de schrik van zijn leven toen hij zijn aartsvijand zag. De outlaw belandde vlak voor Jolly Jumper op de grond.
“Hallo Joe. Probeer jij je leven te verbeteren?”, vroeg Lucky Luke opgewekt.
“Ik kom mijn geweer terughalen. En die daar heeft het ingepikt”, antwoordde Joe terwijl hij op Buck wees.
“Ik heb dat geweer niet gejat van jou maar eerlijk gevonden. Trouwens, wat moet een smurf van jouw formaat met zo’n geweer?”, vroeg Buck.
“Niemand maakt Joe Dalton uit voor een smurf!”, zei Joe kwaad.
Toen werd Joe weer opgepakt en door Sam in de watertrog gegooid. Buck, Manolito en Lucky Luke stegen af en liepen naar de watertrog.
“Sam, hoe vaak heb ik niet tegen je gezegd dat de watertrog niet als bad gebruikt mag worden?”
“Ja, maar ik moest hem even laten afkoelen”, antwoordde Sam.
Joe klom uit de watertrog en liep grommend weg.
Die avond liet Buck zijn geweer zien aan Lucky Luke. De arme eenzame cowboy was onder de indruk van het wapen.
“Dus alles is begonnen om dit geweer?”, vroeg Lucky Luke.
Buck knikte en zei:“Joe denkt dat het een speciaal geweer is maar ondertussen heb ik ontdekt dat het een gewoon geweer is.”
“Zullen we de Daltons te grazen nemen?”, vroeg de bezoeker.
Daar was Buck altijd wel voor te vinden. Ze gingen naar de woonkamer waar de anderen waren.
Lucky Luke begon uit te leggen:“Joe Dalton wil het nieuwe geweer van Buck hebben en dat zal hij krijgen ook. Althans dat denkt hij. Maar het is verboden om wapens te hebben in de gevangenis. Dus daarop arresteer ik hem en zijn broers.”
De Daltons zaten te klagen over hun nieuwe verblijf.
“We moeten wel werken maar krijgen niets te eten”, klaagde Averell.
“In de gevangenis is het nog leuker”, antwoordde William.
“Ze zijn slavendrijvers”, zei Jack.
“We pakken dat geweer van Buck en daarna smeren we hem”, besloot Joe.
Zijn broers gingen ermee akkoord.
De volgende morgen kwam Buck met zijn nieuwe geweer naar de kleinste Dalton.
“Eh Joe, je mag mijn geweer hebben omdat je zó hard gewerkt hebt. Zijn we weer vrienden?”, vroeg Buck.
“We zijn nooit vrienden geweest en zullen dat ook nooit worden. Geef dat geweer nu maar”, antwoordde Joe.
Buck gaf het wapen maar toen Joe het wilde pakken sloeg de rancher hem naar Lucky Luke die de ander Daltons al had vastgebonden met een touw.
“Wat een vuile rotstreek. Ik krijg jou nog wel Buck Cannon”, schreeuwde Joe.
“Ik kom je wel in de gevangenis opzoeken”, zei Buck glimlachend.
Terwijl Lucky Luke en de Daltons de High Chaparral verlieten zei John:“Ik denk niet dat ze ooit nog hier zullen komen.”
“Vooral niet als Sam en ik hier nog zijn”, reageerde zijn broer.