Op De Fiets

Voor zijn 4e verjaardag had Mitch Cartwright een fiets gekregen van zijn opa Ben Cartwright. De jongen was er wel blij mee maar durfde niet te leren fietsen. Dat was de vader van Mitch, Adam Cartwright, ook al opgevallen. Hij wist dat zijn zoon last had van faalangst en moeite had om iets nieuws te leren. Maar hij kon er ook niets aan doen.

Vier maanden later.

Nog steeds stond de fiets van Mitch ongebruikt in de grote garage. Mitch hield hem wel schoon maar erop leren rijden, nee dat hoefde niet voor hem.

Op een ochtend tijdens het ontbijt zei Mitch:“Opa, verkoop mijn fiets maar want ik durf het toch niet te leren.”

Ben keek verbaasd op van deze mededeling.

“Mitch, ik wilde juist vanmiddag een tochtje met je maken. Op de fiets nog wel”, zei Adam toen.

“Waar naar toe?”, vroeg de jongen nieuwsgierig.

“Naar het graf van mama”, was Adams antwoord.

Mitch twijfelde eerst maar even later zei hij toch:“Dan wil ik het wel proberen.”

Ben en Adam gaven elkaar ongemerkt een knipoog. Ze aten vlug door want hoe eerder Mitch kon fietsen, hoe eerder vader en zoon aan hun 1e fietstochtje konden beginnen.

Na het ontbijt gingen Adam en Mitch naar het erf van de Ponderosa ranch. Geduldig legde Adam aan Mitch uit hoe zijn fiets in elkaar zat. Mitch had zijn fietshelm op en klom voorzichtig op de fiets. Hij zette zijn voetjes op de trappers en met zijn handjes werd het stuur vastgehouden. Adam had Mitch vast bij de nek en wist dat hij het snel zou leren.

“Begin maar te trappen”, zei Adam.

Mitch trapte en merkte dat hij het best wel leuk vond om te kunnen fietsen. Adam had al snel moeite om zijn zoon bij te houden en moest hem op een gegeven moment los laten. Hij keek hoe Mitch aan het fietsen was en ook hoe de jongen naar hem terug fietste.

“Zie je wel dat je het kunt?”, vroeg Adam.

Mitch knikte en stelde toen de volgende vraag:“In de garage staan 2 grote fietsen onder het stof. Zijn die van mijn ooms?”

“Ja, maar zeg er niets over tegen hen”, adviseerde zijn vader.

Dat advies nam Mitch erg graag aan.

Wat later die ochtend kwam Ben kijken hoe de fietslessen van zijn kleinzoon verliepen.

Adam bekende:“Het is maar goed dat u Mitch geen crossfiets heeft gegeven want dan verbouwt hij de hele ranch tot een cross circuit.”

“Is hij al zo erg goed met fietsen?”, vroeg Ben ongerust.

Adam knikte. Op dat moment kwam Mitch aanrijden en hij remde wat letterlijk veel stof deed opwaaien. Ben en Adam hoestten erg.

“Mitch, waar zijn je zijwieltjes?”, vroeg Adam verbaasd toen hij zag dat zijn zoon zonder zijwieltjes reed.

“Welke zijwieltjes?”, vroeg de jongen op zijn beurt.

“De zijwieltjes die vanmorgen nog aan de beide kanten van je fiets zaten. Die zijwieltjes”, zei Adam.

“Oh die dingen. Ik denk dat ik ze ergens verloor toen ik voor een konijn moest remmen”, zei Mitch.

Ben had moeite om niet te gaan lachen maar Adam vond het niet echt leuk.

Hij zei dan ook:“Volgens mij ben jij de enige 4-jarige die op zijn 1e fietsdag zijn zijwieltjes verliest.”

“Sorry papa”, zei het ventje wat beteuterd.

Adam zuchtte diep en antwoordde:“Waarom kan ik zo moeilijk boos worden op jou? Ik ben juist trots op je.”

Uiteraard was Ben dat ook.

Na de lunch maakte Adam zijn 1e fietstochtje met Mitch. Het was heerlijk weer. De heren reden in een rustig tempo naar hun kerkhof.

Bij het graf van Mary zei Adam:“Mitch, vertel mama maar wat je vanmorgen geleerd hebt.”

De jongen zei:“Mama, vanmorgen heeft papa mij leren fietsen. Nu zijn we allebei op de fiets hierheen gereden.”

Weer terug naar huis fietsend vroeg Mitch:“Papa, zou mama ook trots zijn nu ik kan fietsen?”

“Ik weet zeker van wel. Vanaf nu gaan wij samen elke dag een eindje fietsen”, antwoordde Adam.

Nu hij elke dag met zijn vader ging fietsen leerde Mitch de omgeving van de ranch op een andere manier kennen dan per auto.