Adam Cartwright probeerde zijn tweeling Mitch en Pam van 10 zo goed mogelijk op te voeden. Ze woonden op de Ponderosa ranch, Nevada. Adams vader Ben Cartwright was de eigenaar van de ranch en werkte er ook, samen met zijn jongste zoons Hoss en Joe. De laatste 2 zorgden er nogal eens voor dat de tweeling in de problemen kwam. Zo ook die ene dag.
De tweeling had de taak om alle dieren die op de ranch aanwezig waren te voederen. Dat gebeurde dan ook. Maar ze werden gadegeslagen door hun ooms.
“Kijk ze nu eens hard werken”, zei Joe.
“Nog even en ze doen ons werk”, antwoordde Hoss.
“Hoss, dat is een uitstekend idee. Wij gaan heerlijk spelen en zij doen ons werk”, zei Joe glimlachend.
Ze lachten maar beseften niet dat Mitch en Pam het gehoord hadden. De broers liepen naar de schuur om elkaar te bekogelen met hooi.
“Pam, als wij het werk van oom Hoss en oom Joe doen, dan moet opa ons daarvoor betalen en niet hen”, zei Mitch toen hun ooms weg waren.
“Dat is zo. We doen gewoon hun werk en vertellen dat aan papa en opa. Dat zal ze leren”, antwoordde zijn zus.
Mitch en Pam leken erg veel op Adam, ook wat hun karakter betrof.
Nadat alle dieren waren gevoederd nam de tweeling stiekem een kijkje in de schuur. Hoss en Joe speelden nog steeds met hooi.
“Kijk ze nu eens fijn spelen. Hoe oud zouden ze zijn?”, vroeg Mitch op fluisterende toon.
“Ik denk een jaar of 30. Misschien wat ouder”, antwoordde Pam ook op fluisterende toon.
Ze liepen weg van de schuur en gingen houthakken. Dit was ook het werk van de volwassenen. Maar de tweeling probeerde het zo goed mogelijk te doen.
Om 9 uur zei Pam:“Mitch, ik vind dat wij wel een pauze hebben verdiend.”
“Dat vind ik ook. Gisteren zei Hop Sing dat hij donuts zou maken. Ga je mee kijken of ze al klaar zijn?”, vroeg Mitch.
Dit hoefde hij natuurlijk niet 2x te vragen. Met hun hond Cody renden de kinderen naar de keuken voor hun pauze.
De Chinese kok Hop Sing was bezig de bakspullen te wassen toen de tweeling en Cody binnenkwamen.
“Hop Sing, wij hebben al hard gewerkt en vinden dat we recht hebben op een pauze”, zei Mitch.
“Kleintjes en Cody naar veranda gaan. Hop Sing komt met hapje en drankje voor harde werkers”, zei de kok.
“Kom Cody”, zei Pam waarna ze weer naar buiten gingen.
Even later zaten Mitch, Pam en Cody een heerlijke donut te eten. De tweeling had een glas melk gekregen en Cody water.
Na een paar uur in het hooi gespeeld te hebben stopten Hoss en Joe ermee.
“Joe, ga je mee naar Virginia City? Ik vind dat wij een biertje hebben verdiend”, stelde Hoss voor.
Natuurlijk ging Joe mee. Ze gingen snel naar hun paarden en reden naar Virginia City. De broers hadden het geluk dat ze niet waren gezien. Anders had er nog wat gezwaaid voor ze.
Na hun pauze gingen Mitch en Pam de schuur opruimen en ook de voorraadkamer kreeg een grote beurt.
“Zullen we de zadels ook maar schoonmaken?”, vroeg Pam.
“Nu we toch bezig zijn, waarom ook niet”, antwoordde haar broer.
De hele dag werkte de tweeling hard door totdat 2 volwassen Cartwrights thuiskwamen.
“Pa, ik ben benieuwd hoe goed Hoss en Joe voor mijn kinderen hebben gezorgd”, zei Adam toen hij en Ben het erf opreden.
“Ik denk wel goed”, antwoordde de rancher.
Ze stopten hun paarden en stegen af. De paarden werden vastgebonden. Ben en Adam liepen naar het ranchhuis waar Mitch, Pam en Cody op de veranda zaten.
“Hallo jongens. Heerlijk gespeeld vandaag?”, vroeg Ben.
“We hadden helemaal geen tijd om te spelen want wij moesten al het werk doen omdat oom Hoss en oom Joe gingen spelen met hooi. Het is alweer opgeruimd door ons want de heren gingen na het spelen naar Virginia City. Candy kwam ze tegen en hij zei het tegen ons”, antwoordde Mitch.
Candy was Ponderosa ranch voorman Candy Canaday.
Adam vroeg:“Wat voor werk hebben jullie dan gedaan?”
Pam noemde al hun werkzaamheden van die dag op. Ben en Adam keken elkaar aan en ze dachten hetzelfde.
“Gezien jullie harde werk hebben jullie niet alleen een heerlijke maaltijd van Hop Sing verdiend maar ook een beloning”, zei Ben.
“Hop Sing bakte voor onze lunch pannenkoeken. Ik weet niet wat hij nu aan het maken is”, antwoordde Mitch.
“Vast iets heerlijks”, zei Adam die natuurlijk apetrots was op zijn tweeling.
Ben en Adam gingen naar binnen om in het kantoor iets te bespreken.
“Adam, die broers van jou zullen ervan lusten zodra ze weer thuiskomen. Het is maar goed dat de tweeling veel op jou lijkt en van werken houden. Maar ze zijn te jong om ons werk te doen”, zei Ben.
“Wat voor straf had je in gedachten voor Hoss en Joe?”, vroeg Adam.
“Ik zet ze een hele week op water en brood. Plus ze moeten Cody verplicht uitlaten. Wat de beloning voor Mitch en Pam betreft: ik stort elk 100 dollar op hun bankrekening want zoveel hebben ze wel verdiend”, antwoordde Ben.
Adam ging ermee akkoord. Ook Hop Sing ging akkoord met de eetstraf voor Hoss en Joe.
’s Avonds toen alle Cartwrights aan tafel zaten zette Hop Sing een grote schaal macaroni met ham en kaas neer.
“Schaal met eten is voor Mr Cartwright, Mr Adam en 2 kleine Cartwrights. Mr Hoss en Little Joe krijgen zo hun eten”, zei Hop Sing.
Hij ging terug naar de keuken en kwam terug met een stapel droge boterhammen die bij Hoss en Joe werden neergezet.
“Smakelijk heren en dame”, zei de kok.
“Bedankt Hop Sing. Dat zal vast wel lukken”, zei Ben.
“Pa, waarom krijgen Joe en ik water en brood en jullie macaroni met ham en kaas?”, vroeg Hoss.
“Omdat jullie je gedroegen zoals de kinderen zich horen te gedragen. Jullie zijn de hele dag aan het spelen geweest terwijl Mitch en Pam keihard hebben gewerkt. Ze hebben ook jullie werk gedaan”, antwoordde Ben.
Hoss en Joe keken elkaar verbaasd aan.
Maar nog voordat ze konden protesteren zei Mitch:“Dan hadden jullie maar niet moeten zeggen dat wij jullie werk konden doen.”
“Jullie kunnen de hele week over jullie gedrag nadenken want jullie staan de hele week op water en brood + Cody wordt verplicht uitgelaten door jullie. Wat voor weer het ook is”, zei Ben.
“Ja, maar pa. Cody blijft het liefst buiten”, zei Hoss.
“Vooral als het regent”, zei Joe.
“Dat is nu jullie probleem voor deze hele week”, zei Ben.
Door deze dag en straf namen Hoss en Joe zich voor niet meer kritisch te zijn over het werk van een ander. En zeker niet over dat van hun neefje en nichtje.