Feest Voor De Daltons

Het was de Daltons (Joe, Jack, William en Averell) weer eens gelukt. Via de bekende tunnel waren ze uit hun cel in de staatsgevangenis ontsnapt.

“We zijn weer vrij. Lang leve de vrijheid”, riep Joe.

Hij was zichtbaar zeer blij.

Maar Averell wist de blijheid van zijn broer te verknallen door te zeggen:“Joe, Lucky Luke zal ons toch weer snel vinden.”

“Aaah”, riep Joe hysterisch.

De gevangenisdirecteur, David Morris, keek in zijn gevangenisadministratie hoeveel keer de Daltons ontsnapt waren.

“Nee hé? Dat dit nou juist mij moet overkomen”, zei hij tegen zichzelf.

Een bewaker kwam binnen en vroeg:“Wat is er?”

“De Daltons zijn voor de 10.000e keer ontsnapt. We gaan dit vieren met een groot feest. Stuur maar een telegram naar Lucky Luke”, zei David.

Dat gebeurde en de arme eenzame cowboy Lucky Luke was eerst niet echt blij met de inhoud van het telegram.

“Jolly, je zal dit niet geloven maar de gevangenisdirecteur geeft een groot feest omdat de Daltons voor de 10.000e keer zijn ontsnapt. En wij mogen ze voor de 10.000e keer weer terug brengen”, zei Lucky Luke tegen zijn trouwe hengst Jolly Jumper.

“Inderdaad. Dit geloof ik niet”, was zijn commentaar.

Ze gingen op weg om de ontsnapten te vinden. Dat was niet zo heel moeilijk want de Daltons lieten een heel duidelijk spoor van bankovervallen achter. Bovendien was de slome gevangenis hond Rataplan ook ontsnapt. Of beter gezegd: hij was de Daltons gevolgd. Averell was de 1e die de hond zag en liet dat zeer duidelijk merken.

“Joe, we hebben gezelschap gekregen van een oude vriend van je”, zei hij tegen zijn kleinste broer.

Joe keek eerst verbaasd en vroeg toen:“Dat is toch niet Lucky Luke?”

“Welnee, want dan zaten we allang weer in de gevangenis”, antwoordde Averell.

Rataplan vloog Joe in zijn armen en likte hem uitgebreid.

“Ga weg rothond!”, zei Joe.

“Hij is een lief hondje”, zei zijn grootste broer.

“Kop dicht Averell!”, zeiden Joe, Jack en William tegelijk.

Het nieuws van de 10.000e ontsnapping ging als een lopend vuurtje door het hele land. Overal hingen er spandoeken waarop te lezen stond:‘WELKOM DALTON BROERS’. Er stond zelfs een fanfare band hen op te wachten. Elke bankdirecteur stond klaar om hen een grote zak geld te geven.

“Zo is het niet leuk meer om een bank te beroven”, zei Joe.

“Ze kunnen ons beter voedsel geven want ik heb honger. In de gevangenis krijgen we nog bonensoep”, zei Averell.

Joe moest hem voor deze keer gelijk geven zodat hij zei:“Averell, ik moet je deze keer gelijk geven.”

In plaats van een bank gingen de Daltons een restaurant overvallen. Joe nam de kassa in beslag, Jack de drank en William de wapens. Averell deed zich tegoed aan al het eten in de keuken.

Hij liet een paar harde boeren en zei:“Sorry.”

“Jongens, we gaan naar huis”, riep Joe toen alles op was.

De Daltons renden naar de uitgang. Maar wie stond hen daar op te wachten? Precies: Lucky Luke. Joe bleef als 1e staan en zijn broers botsten op hem zodat ze allen vielen.

“Ik heb jullie nog nooit zo makkelijk kunnen arresteren”, zei Lucky Luke nadat Jolly Jumper zijn lasso om de broers had gegooid.

“Met mijn lasso uiteraard”, merkte Jolly Jumper op.

“Ga je ons naar de gevangenis brengen?”, vroeg Averell onnozel.

“Ja, en er wordt een groot feest speciaal voor jullie georganiseerd omdat dit de 10.000e ontsnapping uit de gevangenis van jullie is”, antwoordde Lucky Luke.

“Wat zijn we toch goed”, gniffelde Joe.

Lucky Luke vervolgde:“Jolly Jumper en ik hebben de grote eer om jullie voor de 10.000e keer naar de gevangenis te brengen.”

Ze gingen terug met Rataplan naar de gevangenis waar het feest al in volle gang was. Op de binnenplaats hing een groot spandoek:‘GEFELICITEERD DALTONS’. Er was meer dan genoeg te eten en te drinken waar vooral Averell zich te goed aan deed. Wat niemand zag was dat Lucky Luke en Jolly Jumper er stilletjes vandoor gingen met de gedachte:‘We weten dat ze straks weer gaan ontsnappen.’

Lucky Luke zong terwijl hij op Jolly Jumper zat:“Ik ben een arme eenzame cowboy ver weg van huis.”