COMMOTIE IN SILVER DOLLAR CITY

Het gebeurde in Silver Dollar City. Niemand had het verwacht maar het zette wel de hele stad op stelten. Totdat het incident plaatsvond was Silver Dollar City een rustige stad. Een bankoverval vond er niet of nauwelijks plaats omdat wijd en zijd bekend was hoe marshal Tom Miller met de overvallers afrekende.

Een stel waar Tom ook vaak contact mee had waren Buck en Paddy. Ze waren samen opgegroeid en konden niet buiten elkaar. Paddy was de zoon van Doc O’Brien en Buck zei pa tegen de marshal. Paddy was rustig terwijl zijn vriend juist het tegenovergestelde was. De marshal maakte zich soms wel zorgen om zijn zoon die moederloos opgroeide. Buck was opvliegend van aard maar hij nam het wel altijd op voor de zwakkeren. Zijn karakter en gedrag hadden hem al vaak in moeilijkheden gebracht.

Op een avond vroeg Buck:“Pa, hoe is mam gestorven?”

“Ze werd door Handy Bill vermoord. Je was pas een paar weken oud. Hij is nooit gepakt voor deze moord. Waarom deze vraag?”, vroeg de marshal.

“In de saloon zei iemand dat hij binnenkort hier komt”, antwoordde zijn zoon.

“Jij gaat je er niet mee bemoeien. Mocht ik zien of horen dat het wel gebeurt, dan arresteer ik je ter plekke. Zoon of geen zoon van mij. Begrepen Buck Miller?”, vroeg Tom streng.

Er zat voor Buck niets anders op dan zijn vader te gehoorzamen en te beloven zich er niet mee te bemoeien. Dat vond de jongen totaal niets en hij ging snel weg uit het kantoor.

Na een tijdje ging Tom zijn ronde doen. Hij vond Buck en Paddy in de saloon. Toen hij bij hen aan tafel zat kwam Handy Bill binnen.

“Blijf rustig jongens, Laat niets merken”, was het advies van de marshal.

Hij merkte hoe gespannen zijn zoon was. Hij kon niet vermoeden dat de jongens diezelfde avond ontvoerd zouden worden.

“Maak het niet te laat jongens”, zei Tom toen hij verder ging met zijn ronde.

Dat beloofden ze. Handy Bill keek naar hen voor een lange tijd en ging onderwijl aan een tafeltje zitten.

Nietsvermoedend liepen Buck en Paddy naar huis na hun avond in de saloon.

“Buck, wat is het dat je dwars zit?”, vroeg Paddy opeens.

“De moordenaar van mijn moeder is in de stad. Hij is er nooit voor gepakt”, zei Buck woest.

Op dat moment werden ze allebei bewusteloos geslagen. Liggend op een paard werden ze naar een kamp buiten de stad gebracht.

Handy Bill gooide ze op de grond en zei:“Nu heb ik jullie allebei. Niemand zal jullie ooit nog terugzien.”

Hij legde de jongens tegen een dikke boom maar bond ze niet vast. Wel nam hij ze hun wapens af.

Wat later kwamen ze bij. De jongens keken elkaar aan.

Buck zei een beetje hees:“Ik vraag me af waar we zijn.”

“Jullie zijn nu in mijn handen. Probeer niet weg te komen want dat lukt toch niet”, zei Handy Bill lachend.

Hij kende de jongens niet. Dat merkten ze wel.

“Dat zullen we niet doen Mr”, zei Buck ook lachend en hij stootte Paddy aan.

Hij begon ook te lachen en gaf Buck een snelle knipoog. Vrij gauw ging Handy Bill slapen en daarbij snurkte hij behoorlijk hard. Dit gaf de jongens de kans om te ontsnappen wat ze dan ook met beide handen aangrepen.

Paddy en Buck probeerden heel stilletjes weg te sluipen uit het kamp van de outlaw maar dat mislukte. Paddy trapte ergens op en dat maakte het hem en Buck onmogelijk om weg te komen. Handy Bill werd wakker en haalde hen terug.

“Zo! Jullie dachten te kunnen ontsnappen maar dat zal niet gebeuren”, zei Handy Bill woest.

“Dat denk jij moordenaar. We komen toch wel weg”, antwoordde Buck.

“Smoel houden jochie”, zei de outlaw.

Met de loop van zijn geweer sloeg hij de ogen van Buck dicht. Door de klap verloor Buck het bewustzijn. Paddy keek woest naar de outlaw en kroop naar zijn vriend. De outlaw begon luid te lachen. Paddy pakte een kei en gooide die in zijn gezicht. Hierdoor was Handy Bill gedwongen om zijn geweer te laten vallen.

“Jij smerig rotjoch”, schreeuwde de outlaw woest.

Paddy had het geweer in handen gekregen en zei:“Nu ga jij die twee flessen whisky leeg zuipen. Daarna ga je heerlijk pitten.”

Omdat de outlaw enorm veel van whisky hield dronk hij de flessen vlug leeg. Buck was intussen bijgekomen maar zag niets meer. Hij voelde wel aan dat Paddy iets aan het uitvoeren was dus hield hij zich bewusteloos. Beide jongens wisten niet dat hun vaders ongerust waren en al naar hen op zoek waren gegaan.

Vrij laat die avond kwam Doc het kantoor van de marshal binnen.

Tom was wat afwezig met zijn gedachten en wist eerst niet goed wat Doc bedoelde met de vraag:“Weet jij waar Paddy is?”

“Is hij ook weg?”, vroeg Tom verbaasd.

“Wil je soms zeggen dat Buck verdwenen is?”, vroeg Doc op zijn beurt.

De marshal knikte. Een tijd lang was het stil in het kantoor.

“Buck zei dat Handy Bill in de stad is. Als ze elkaar treffen kan het zeer gevaarlijk zijn voor de stad. Handy Bill schoot Paula dood toen Buck pas geboren was. Hij vraagt tegenwoordig veel naar haar”, zei Tom.

“Dat zou best te maken kunnen hebben met hun verdwijning”, was het antwoord van Doc.

“Ik ga ze morgen zoeken. Jed kan het hier best alleen aan. Als ze dood zijn zullen de daders er van lusten”, zei Tom woest.

“Rustig Tom. Met kwaad worden is niemand geholpen en zeker onze zoons niet. Ik zal het Miss Laura vertellen”, zei Doc en hij verliet het kantoor.

In de saloon was Miss Laura nog bezig.

“We zijn gesloten. Oh, jij bent het Doc. Wat kan ik voor je doen?”, vroeg de eigenaresse van de saloon.

“Buck en Paddy worden vermist. Tom is woest op degene die het gedaan heeft”, zei Doc.

Dit nieuws schokte Miss Laura ook erg.

“Het viel me wel op dat Handy Bill veel en vaak naar de jongens keek. Toen ze de saloon verlieten vertrok die outlaw ook. Ik denk dat dit alles met elkaar te maken heeft”, zei Miss Laura.

Doc was het er mee eens. Ondanks zijn kalmte was ook hij ongerust over zijn zoon en zijn vriend.

Op verzoek van de marshal werd de verdwijning van Paddy en Buck zoveel mogelijk geheim gehouden. Alleen deputy-marshal Jed Thompson, Miss Laura en Doc wisten ervan. Hoe minder mensen het wisten, hoe beter. Wat ze niet wisten was dat de jongens al ontsnapt waren uit de klauwen van Handy Bill. Die nacht deed Tom zelf de wacht. Dan kon hij het beste nadenken. Doordat zijn zoon weg was merkte Tom hoe erg hij gehecht was aan hem. Zijn gedachten gingen terug naar de tijd toen zijn vrouw Paula er nog was. Hij raakte er steeds meer van overtuigd dat Handy Bill de jongens had ontvoerd. Door deze ontvoering kwamen er heel wat mensenlevens op het spel te staan. Het was duidelijk dat Handy Bill hier het meeste plezier in had. Echter niemand kon vermoeden dat Paddy en Buck al naar Silver Dollar City reden.

Nadat Handy Bill de twee flessen whisky had leeggedronken viel hij in een zeer diepe slaap. Door zijn harde gesnurk hoorden Paddy en Buck dat hij ver weg was.

“Buck, dit is onze kans. Kom mee. Hou mijn hand vast”, fluisterde Paddy tegen zijn vriend die niets kon zien.

Paddy pakte het paard van Bill en ze reden terug naar de stad. Tijdens een van zijn rondes zag Tom de jongens komen. Hij stopte het paard.

“Jongens, wat is er gebeurd met jullie?”, vroeg Tom toen het paard stil stond.

“We werden door Handy Bill ontvoerd. Maar omdat we bij de eerste ontsnapping door hem gesnapt werden sloeg hij Buck bewusteloos. Hij kan niets zien”, vertelde Paddy kalm.

Tom hielp Buck van het paard en ze liepen zijn kantoor binnen. Buck betastte de omgeving.

Toen vader en zoon Miller tegenover elkaar zaten zei de oudste:“Je ziet er moe uit jongen.”

“Ik ben ook moe. Ik kan bovendien niets zien. Pa, je arresteert die outlaw nu toch zeker wel?”, vroeg Buck opgewonden ondanks de vermoeidheid.

“Zeker zal ik dat doen. Jij gaat naar bed en miss Laura zal op je passen. Paddy, jij gaat met mij mee om de plek aan te wijzen”, zei Tom.

Paddy stemde toe.

Toen Buck in bed lag sliep hij algauw. De eigenaresse van de saloon, Miss Laura, bleef bij hem. Sinds zijn moeder was gestorven had ze voor hem en zijn vader gezorgd. Ze hield van de jongen alsof hij haar eigen zoon was.

Ondertussen reden Tom en Paddy naar de schuilplaats waar de outlaw de jongens had vastgehouden.

“Daar is het marshal. Hij was straalbezopen toen we weggingen”, zei Paddy zachtjes.

Tom keek even verbaasd naar de jongen en vroeg toen:“Die taal heb je zeker gehoord van mijn zoon?”

“Inderdaad. Dat is overigens nog niets vergeleken met de taal die Handy Bill tegen ons uitkraamde”, zei Paddy lachend.

Tom begon te glimlachen en zei:“Ik had het kunnen weten. Kom.”

Voorzichtig benaderden ze het kamp maar Handy Bill was weg. Ze onderzochten alles maar geen spoor van de outlaw. Uiteindelijk reden ze terug naar de stad waar Paddy door zijn vader werd onderzocht.

“Je bent in orde maar ik stuur je nu naar bed. Je bent ook moe”, zei Doc.

Paddy protesteerde niet eens.

Toen Tom en Doc alleen waren zei Tom:“Ik wil dat je Buck ook onderzoekt als hij wakker is. Hij kan niets meer zien.”

“Goed. Ze hebben veel doorgemaakt vanavond. Tom, wat ben je van plan?”, vroeg Doc.

Dat wist Tom nog niet maar hij zou alles op alles zetten om Handy Bill te arresteren. Maar de outlaw was spoorloos verdwenen.

De volgende morgen onderzocht Doc de ogen van Buck en hij kwam tot een pijnlijke conclusie.

“Doc, hoe is het met hem?”, vroeg Tom ongerust.

“Buck zal voorlopig niets kunnen zien. Handy Bill heeft hem hard geraakt bij zijn ogen”, was het antwoord.

Tom was zeer geschokt en zon op wraak. Dit liet hij echter niet merken toen hij met zijn zoon naar de saloon liep.

“Pa, ik mag dan wel blind zijn maar ik kan dan wel naar de saloon gaan”, zei Buck nuchter.

“Sommige dingen zal je niet meer kunnen doen. Zoals op je paard rijden en pokeren”, zei Tom.

De jongen knikte. Ze gingen naar binnen en namen plaats aan hun vaste tafel.

Opeens zei een cowboy James Taylor erg sarcastisch:“Kijk, het kleine jongetje kan zelf drinken.”

Dat had hij niet moeten zeggen want een seconde later schoot Buck de holster van hem af. Het was meteen doodstil in de saloon.

Tom zei:“James, het is je eigen schuld. Buck is wel blind maar hij kan schieten alsof hij je ziet.”

James keek woest naar Tom en wist dat hij zich koest moest houden.

Vanaf dat moment werd Buck gewoon behandeld. De rust keerde snel weer terug in Silver Dollar City. Totdat Tom een telegram kreeg van de outlaw die hem uitdaagde voor een duel met de datum erbij.

De dag van het dodelijke duel.

Het was doodstil op straat toen Handy Bill aan kwam rijden. Paddy en Miss Laura keken toe vanaf haar hotelkamer. Buck lag op bed maar was wel wakker. Tom wachtte in zijn kantoor en Jed was in de saloon. Waakzaam om zich heen kijkend reed Handy Bill door de straten. Hij wist dat hij zich op zeer glad ijs bevond maar dat was voor hem het risico van het vak.

“Ik hoop dat pa hem overhoop knalt”, zei Buck opeens.

Miss Laura stond op en zei terwijl ze naar hem liep:“Buck, je weet dat je vader niet wil dat je zo praat.”

“Hij verdient dat”, reageerde de jongen.

Ze was het met hem eens maar verzweeg het.

Buiten was de spanning te snijden. De outlaw stopte bij de saloon en steeg af. Jed was niet te zien door de outlaw.

Handy Bill liep naar het kantoor en schreeuwde vals:“Kom dan tevoorschijn Miller!”

Opeens liep de spanning op. Op het hoogtepunt wilde Bill trekken maar de marshal was een seconde sneller. De outlaw viel ter plekke dood neer. Tom zuchtte van opluchting. Doc kwam uit zijn kantoor en onderzocht de outlaw.

Daarna zei hij tegen de marshal:“Tom, hij is dood.”

Vanaf dat moment waagde geen outlaw zich meer in Silver Dollar City. De rust was er voorgoed gekomen en gebleven.