VAKANTIE

Adam Cartwright had samen met zijn vrouw Mary hun zevenjarige zoon Mitch goed voorbereid op de komende gasten. Zoals gewoonlijk had de oudste Cartwright jongen zijn nageslacht meegenomen voor een ritje met de paarden. Bij het meer van Tahoe stopten ze en stegen ze af. Bij het water gingen vader en zoon zitten.

“Kid, je weet dat we deze week gasten krijgen?”, vroeg Adam.

“Ja, jullie hadden ze in de stad ontmoet”, zei Mitch.

“Wel, ze komen uit Minnesota en zijn ook rijk. Ze nemen hun 2 kinderen mee. Ik wil wel dat je zorgt dat je je kunt gedragen. Ook al zijn het misschien verwende nesten”, zei Adam.

“Ik beloof het”, antwoordde Mitch.

Adam zag dat de jongen ergens mee zat.

“Voor de dag ermee”, zei Adam.

“Straks kunnen ze niet eens honkballen en moet ik stomme spelletjes met ze spelen”, zei Mitch aarzelend.

Adam begon te lachen en zei:“Dan leer jij ze maar hoe ze moeten honkballen.”

“Als ze oom Hoss zien rennen ze gillend weg”, zei Mitch ook lachend.

“Het schijnt dat in hun dorp een man woont die precies op je oom Joe lijkt. Hij is wel veel ouder”, zei Adam.

“Nog ouder dan oom Joe? En jij bent al zo oud”, merkte Mitch op.

“Een beetje meer respect voor je oude vader graag”, zei Adam plagend.

Ze begonnen te stoeien.

Na de stoeipartij nam Adam Mitch in zijn armen, kuste hem liefdevol en zei daarna:“Wat hou ik toch veel van jou. Ook al ben je de grootste pestkop van de Ponderosa.”

“Ik ook van jou”, zei Mitch.

Samen staarden ze naar het water dat voor hen lag.

Natuurlijk had ook Ben Cartwright zijn 2 andere zoons Hoss en Little Joe op de hoogte gesteld van het komende bezoek.

“Ik wil dat jullie proberen je te gedragen. Dus geen rotgeintjes en dat soort dingen”, zei Ben.

“Pa, dat doen wij echt niet meer. We moeten toch het goede voorbeeld zijn voor Mitch?”, vroeg Joe.

“Dat moet inderdaad maar dat gebeurt niet altijd. Helaas”, verzuchtte de rancher.

“Deze keer zullen wij ons echt gedragen”, zei Hoss.

“Ik mag het hopen”, antwoordde zijn vader.

“Hoe oud zijn die kinderen eigenlijk?”, vroeg Hoss.

“Hun dochter en zoon zijn iets ouder dan Mitch geloof ik”, antwoordde Ben.

Hij keek zijn zoons ernstig aan.

“Er is ook wel veel werk te doen bij de kudde. Om onze gasten niet te veel problemen te bezorgen stel ik voor dat jullie je daar mee bezig houden. Dan kunnen Adam, Mary, Mitch en ik de gasten bezighouden”, zei de rancher.

“We gaan meteen weg”, zei Joe opgewekt.

Ondertussen in Walnut Grove.

Nels en Harriet hadden hun kinderen verteld over de ranch van de Cartwrights.

“Ik wens dat jullie je keurig netjes gedragen want ze hebben een grote ranch”, zei Harriet.

“Dat doen we altijd moeder”, zei Nellie.

“Ik had niet anders gedacht”, zei haar moeder trots.

“Zijn er kinderen om mee te spelen?”, vroeg Willie.

“Een van die zoons heeft een zoon genaamd Mitch dus jullie hebben in elk geval iemand om mee te spelen”, zei Nels.

“Ik ga niet met vreemde jongens spelen”, snoof Nellie.

“Wij zijn te gast dus hij moet doen wat wij willen”, zei Willie.

Dat idee beviel Nellie wel.

Nu zijn ooms weg waren kreeg Mitch meer aandacht van zijn ouders en opa. Maar de voorman Candy Canaday was ook thuisgebleven voor de overige werkzaamheden.

“Opa, ik weet wel dat ze hier te gast zijn maar betekent dat ook dat ik hun slaafje ben?”, vroeg Mitch tijdens het avondeten.

“Nee, dat niet. Maar ik wil wel dat jij je keurig netjes gedraagt. Zoals er andere gasten komen”, antwoordde Ben.

“Mitch, Mrs Oleson gedraagt zich nogal deftig dus ik verzoek je om je scherpe opmerkingen voorlopig achterwege te laten”, zei Adam ernstig.

“Ik beloof het plechtig”, zei Mitch.

Candy begon te glimlachen.

“En dat geldt ook voor jou, Candy”, zei Ben waarschuwend.

Nu begon Mitch te glimlachen en Adam en zijn vrouw Mary ook.

“Mr Cartwright, als dat voor ons geldt moet Adam zich daar dan ook niet aan houden?”, vroeg Candy.

“Dat is zeker het geval”, antwoordde Ben.

Enkele dagen later arriveerde het bezoek op de ranch. De Cartwrights zagen ze komen. Mitch stond bij zijn vader maar zei niets.

“We zijn er”, zei Nels toen hij het gehuurde rijtuig voor de veranda stopte.

“Welkom op de Ponderosa”, zei Ben.

“Bedankt. Wat een schitterend woonhuis”, zei Harriet vol bewondering.

Ze stapte uit en dat deden de anderen ook. Adam en Mitch kwamen naar hen toe.

“Dit zijn Nellie en Willie. Kinderen, dit is Mr Cartwright en zijn zoon Adam”, zei Harriet.

“Dit is mijn vrouw Mary”, zei Adam.

“Kids, dit is mijn kleinzoon Mitch”, zei Ben.

Nellie nam Mitch goed in zich op en zei:“Wat ben jij een boerenpummel.”

“Dat moet jij nodig zeggen. Onze varkens zijn nog deftiger dan jij”, reageerde Mitch direct.

Adam en Mary wisten niet waar ze moesten kijken en Ben had moeite om niet in lachen uit te barsten.

“Moeder! Zeg er wat van!”, zei Nellie boos.

“Kom Nellie, die jongen meent het niet”, zei Harriet.

“Dat doet hij wel! Alle jongens zijn hetzelfde”, sputterde Nellie tegen.

“We gaan naar binnen want Hop Sing heeft de koffie klaar”, zei Ben.

Dat deden ze maar Mitch vertrouwde de gasten van zijn leeftijd niet. Hij nam zich voor om geen problemen te veroorzaken.

Spoedig speelden de kinderen buiten terwijl de volwassenen binnen bleven.

“Waarom draag jij eigenlijk een loopbeugel?”, vroeg Nellie.

“Omdat ik mank ben. Waarom ben jij zo arrogant?”, was de wedervraag van Mitch.

“Ik ben gewoon beter dan jij”, smaalde Nellie.

“Mitch is lekker mank”, zei Willie pesterig.

Mitch pakte hem vast en sleurde de jongen naar de watertrog.

“Zeg sorry of ik dompel je onder”, zei Mitch fel.

“Nooit!”, zei Willie.

“Zeg niet dat ik je niet gewaarschuwd heb”, zei Mitch.

Even later duwde hij het hoofd van Willie in het water. Spartelend kwam hij weer boven.

“Sorry”, zei Willie.

“Dat is je geraden ook”, antwoordde de jonge Cartwright.

Vlug droogde Willie zich af.

“Hebben jullie hier ook paarden?”, vroeg Nellie.

“Natuurlijk hebben wij hier paarden. Ik heb een bruine”, zei Mitch.

“Dat lieg je”, zei Nellie.

“Wil je hem zien?”, vroeg Mitch uitdagend.

“Ja”, zei Nellie.

Ze liepen naar de stallen waar Candy toevallig aan het werk was.

Bij Caramel bleven de kinderen staan.

“Dit is Caramel en hij is van mij”, zei Mitch.

“Opschepper”, snoof Nellie en ze liep weg.

Willie volgde haar.

“Mitch, ik ben blij dat jij niet zo verwend als die twee bent”, zei Candy.

“Wat mij betreft mogen ze meteen weer vertrekken”, zei de jonge Cartwright.

“Heb je zin om me te helpen met het hooi? Dan gaan we daarna vissen”, stelde de voorman voor.

Mitch stemde toe.

“Alles is beter dan te moeten spelen met die twee”, zei hij.

Toen kwam het vriendje van Mitch, Matthew Walker, aanrijden.

“He Cartwright! Moet je Candy weer alles voordoen?”, riep hij lachend.

“Leuk hoor”, zei Candy plagend.

Matthew steeg af en zei:“Mijn ouders zeiden dat ik hier mocht komen slapen vannacht. Ze moeten weg.”

“We hebben gasten uit een dorp. Maar die kinderen zijn nogal verwend dus……..”, zei Mitch.

Matthew hielp Candy ook waarna ze gingen vissen.

Binnen was het net zo gezellig als bij de kinderen.

“Is Mitch jullie enige kind?”, vroeg Harriet aan Mary.

“Nog wel maar je weet het nooit”, antwoordde ze.

Mary keek vlug Adam aan en ze knipoogden naar elkaar.

“Moeder, ik wil paardrijden”, zei Nellie die met haar broer plotseling binnenkwam.

“Laat Mitch dan maar een paard voor je zadelen”, zei Harriet.

“Hij was bij die ene cowboy”, zei Willie.

“Cowboy? Welke cowboy?”, vroeg Ben verbaasd.

“Die bij de stallen werkt”, legde Willie uit.

“Je bedoelt Candy? Dan vrees ik dat je vandaag niet kan paardrijden. Na zijn werk gaat Candy meestal vissen met Mitch”, zei Adam.

“Dan gaat iemand hen maar halen”, zei Nellie.

“Ik ga ze wel zoeken”, zei Adam.

Hij stond op en ging weg.

Bij het meer van Tahoe vond Adam Candy en de twee vriendjes.

“Adam, ben je ook gevlucht?”, vroeg Candy plagend.

“Nee, ik ben gekomen om jullie te zoeken. Er is plotseling meer werk gekomen dus naar huis”, zei de oudste Cartwright jongen.

Candy en de jongens stonden op om naar huis te gaan.

Mitch was nog niet afgestegen of Willie viel hem al lastig.

“Nellie zegt dat jij haar paard moet zadelen”, zei Willie.

“Zeg haar maar dat ze de boom in kan met haar bevelen”, antwoordde Mitch.

“Wij zijn hier te gast en dat betekent dat jij moet doen wat wij zeggen”, zei Willie verontwaardigd.

Mitch gaf Matthew een knipoog en zei glimlachend:“Dan zal ik maar doen wat madam wil.”

“Ik ga mee”, zei Matthew.

“Ik hoorde van Willie dat Nellie wil dat ik een paard voor haar zadel. Welke zal ik nemen? Cycloon of Muley?”, vroeg Mitch.

“Doe maar Muley”, zei Adam glimlachend.

Mitch en Matthew stegen af en Candy reed door naar de stal om door te werken. Adam steeg ook af en bond zijn paard vast. Hierna ging hij naar binnen.

“Muley is erg lief voor meisjes”, zei Mitch tegen Willie en Matthew.

Ze liepen naar de stallen en Mitch bleef bij de deur staan.

“Willie, het is beter als jij buiten blijft wachten. Muley kan schrikken van jou”, zei de jonge Cartwright.

“Zo angstaanjagend ben ik niet!”, riep de jongen uit.

Hij rende meteen terug naar het ranchhuis. De vriendjes kwamen niet meer bij van het lachen.

“Laten we Muley toch maar zadelen voor het geval die muts komt”, zei Mitch nog wat nalachend.

“Muley is toch geen paard?”, vroeg Matthew terwijl ze de stal inliepen.

“Nee, het is een ezel maar dat weten zij niet”, antwoordde Mitch.

Weer begonnen ze te lachen.

“Waarom lopen jullie nu weer te lachen?”, vroeg Candy.

“Nellie wil gaan paardrijden en nu moet ik voor haar Muley zadelen. Ik zei tegen Willie dat hij maar buiten moest wachten omdat misschien anders Muley wel van hem schrikt”, legde Mitch uit.

Nu begon Candy hard te lachen.

“Zo zal je dus nooit aan een meisje komen. Ik dacht dat je vader jou wilde koppelen aan Nellie”, zei de voorman lachend en plagend.

“Candy! Dat jij nou geen meisje kan krijgen omdat ze allemaal op mij vallen kan ik niet helpen”, reageerde de jonge Cartwright.

“Mitch, we koppelen Nellie gewoon aan Candy”, stelde Matthew voor.

“Dat is goed. Haar moeder is de ideale schoonmoeder”, zei Mitch lachend.

Dit idee viel niet in goede aarde bij de voorman want hij zei:“Ga Muley nu maar zadelen zodat ik door kan gaan met mijn werk.”

Dat deden ze en ze liepen met de ezel naar het erf.

“Wacht jij hier met Muley”, zei Mitch.

Matthew knikte. Mitch ging naar binnen waar Harriet meteen tegen hem uitviel.

“Waarom zeg jij tegen mijn Willie dat Muley misschien wel van hem schrikt?”, vroeg ze.

“Het was bedoeld als een grapje. Muley is erg gevoelig voor vreemden”, antwoordde de jongen.

Nellie stormde naar buiten maar zag alleen Matthew en Muley. Ze stormde even vlug weer naar binnen.

“Waar is mijn paard?”, vroeg ze boos.

“Ik moest Muley voor je zadelen dus dat deed ik. Ze staat buiten bij Matthew”, zei Mitch.

Adam en Mary probeerden serieus te blijven omdat ze begrepen wat er gaande was. Nellie nam haar moeder mee naar buiten en ook zij zag de ezel staan.

“Ooh”, zei Harriet geschokt en ze sloeg haar handen voor haar mond van afgrijzen.

Hierna ging ze naar binnen en kreeg Adam de volle laag.

“Adam Cartwright! Waarom leer jij je zoon niet het verschil tussen een paard en een ezel? Een beetje een ezel zadelen voor mijn dochter”, zei ze woest.

“Hoezo? Mitch weet echt wel het verschil maar het is zijn manier om iemand terug te pakken”, antwoordde Adam kalm.

“Nellie krijgt anders wel wat ze verdient. Mitch is veel aardiger voor haar dan Nellie voor hem”, reageerde Nels.

Nellie ging toch naar buiten om Muley te berijden. Maar ze was nauwelijks opgestegen of Nellie Oleson was aan het vliegen. Met een afgrijselijke gil viel ze in de modder bij de varkens. Iedereen rende naar buiten en zag wat er gebeurd was. Adam, Mary, Nels, Mitch en Willie vonden het wel erg leuk maar Harriet en Nellie uiteraard niet. Harriet besloot haar dochter uit de modder te halen maar ze viel van het hek af en belandde ook in de modder. Matthew bracht Muley terug naar de stal.

“Papa, nu hebben de varkens ook bezoek”, zei Mitch luchtig.

“Nels, we gaan direct naar huis terug”, zei Harriet giftig.

“Goed maar dan gaan Adam, Mary en Mitch mee naar ons huis om daar vakantie te vieren”, zei Nels.

“Vooruit dan maar”, verzuchtte Harriet.

De rest van de dag vermeden Harriet, Nellie en Willie Mitch zoveel mogelijk.

De volgende dag ging de familie Oleson alweer terug naar Walnut Grove maar nu in het gezelschap van Adam, Mary en Mitch Cartwright. Sinds de wraak van Mitch sprak Nellie niet meer tegen hem maar Willie kon het wel met hem vinden. Maar dit duurde niet lang.

“Zodra we thuis zijn zal ik jou eens laten zien hoe goed ik kan honkballen”, zei Willie.

“Ik ben benieuwd”, zei Mitch glimlachend.

Adam keek naar zijn zoon en wist genoeg.

“Jij kan helemaal niet honkballen”, zei Nellie.

“Hoezo niet? Willie kan altijd nog dienst doen als knuppel”, reageerde Mitch waarmee de oorlog weer getekend was.

De rest van de reis werd zwijgend doorgebracht.

Aangekomen in Walnut Grove gingen de kinderen spelen op het schoolplein. Natuurlijk trok Mitch alle aandacht naar zich toe tot grote ergernis van Nellie.

“Wie ben jij?”, vroeg Laura Ingalls.

“Mitch Cartwright en ik ben hier met mijn ouders op vakantie”, antwoordde Mitch.

“Ze zijn onze gasten en dus mag jij je niet bemoeien met hen”, zei Nellie.

“Moet ik ze soms vertellen hoe jij tussen onze varkens belandde samen met je moeder?”, vroeg Mitch.

“Nee, jij houdt je mond daarover want anders zal ik je wat doen”, dreigde Nellie.

“Goed Miss Oleson”, zei Mitch overdreven beleefd.

Ze gingen spelen alsof ze elkaar al jaren kenden.

Intussen liet Harriet Adam en Mary hun winkel en huis zien.

“Hier wonen wij dus. Het is wel heel anders dan bij jullie maar we hebben ook luxe”, zei ze.

“We zijn anders ook heel gewoon. Dat wij toevallig een grote ranch hebben kunnen wij ook niet echt helpen”, zei Adam.

“Mr Cartwright, u bent veel te bescheiden”, zei Harriet giechelend als een bakvis.

“Zoals hij altijd is”, reageerde Mary glimlachend.

“Hoe heet de man die op mijn jongste broer schijnt te lijken?”, vroeg Adam glimlachend.

“Charles Ingalls. Hij heeft een kleine ranch buiten het dorp. Zijn dochters spelen op het schoolplein met uw zoon”, zei Harriet.

Mary herkende de glimlach van haar man en zei:“We zullen hem gauw genoeg tegenkomen.”

Mitch leerde de andere kinderen beter kennen waaronder Mary en Laura Ingalls.

“Kun jij honkballen?”, vroeg Laura.

“Kan ik honkballen? Is Nellie Oleson niet een beetje veel verwend?”, was de wedervraag van Mitch.

Met deze opmerking was hun vriendschap gesloten. Hij ging op de heuvel staan en gooide met gemak 3 slag. De zusjes waren erg onder de indruk van zijn gooitalent.

“Maar kun je ook slaan?”, vroeg Nellie beledigd.

“Gooi maar een bal op”, antwoordde de jonge Cartwright.

“Je mag deze bal hebben als je hem buiten het veld slaat”, zei Willie en hij toonde een gloednieuwe honkbal.

“Dat is een mooie zeg. Laura, gooi hem maar”, zei Mitch.

Mitch ging klaar staan en Laura gooide hem. Met een mooie slag sloeg Mitch de bal weg. Iedereen keek waar de bal bleef en opeens hoorde iedereen glasgerinkel.

“Dat is mijn kamerraam. Jij zal daar voor betalen!”, zei Nellie bits.

“Maar het is wel mijn bal”, reageerde Willie.

Ze renden naar het huis van de familie Oleson. Nellie, Willie en Mitch gingen naar binnen en vonden inderdaad de bal in de slaapkamer van Nellie.

“De bal is in mijn kamer dus hij is van mij”, zei Nellie beslist.

“Maar hij is van mij”, reageerde Willie.

“Willie, jij zei dat ik hem zou krijgen als ik de bal buiten het veld zou slaan. Dat is gebeurd dus…………”, zei Mitch.

“Is dat zo Willie?”, vroeg Nels.

“Ja vader maar…”, begon Willie maar hij kwam niet verder.

“Dan is de bal voor Mitch”, zei Nels.

Hij raapte de bal op en gaf hem aan de jonge Cartwright.

“Dan kunnen jij en je ouders meteen vertrekken!”, zei Harriet snibbig.

De Oleson kinderen gingen naar buiten. Adam en Mary keken hun gastvrouw aan maar zeiden niets.

“Kom Mitch, dan gaan we wel ergens anders logeren”, zei Adam.

Ze pakten hun koffers en verlieten het woonhuis. Nels kwam hen achterna.

“Adam en Mary, ik maak mijn excuses namens Harriet. Ik vrees dat ze een andere indruk van jullie had”, zei de winkeleigenaar.

“Ik begrijp het. Vrouwen, we zullen ze nooit echt begrijpen. We verblijven in het hotel”, antwoordde Adam.

Mary zei niets maar ze wist wat Adam bedoelde. Ze liepen naar het hotel maar kwamen niet ver. Bij de houtzagerij ging Charles Ingalls net naar huis.

“Jullie zijn zeker Adam en Mary Cartwright. Ik ben Charles Ingalls”, zei hij.

“Dat klopt. Ik ontmoette Nels en Harriet Oleson in Virginia City samen met mijn pa en jongste broer. We nodigden hen uit voor een vakantie op onze ranch maar dat werd maar 1 dagje. Dus nu zijn wij hier met vakantie met onze zoon Mitch”, zei Adam.

“Wat is er gebeurd dat jullie hier staan met je bagage?”, vroeg Charles Ingalls.

“Eh, door zoonlief zijn we tijdelijk dakloos geworden. Willie daagde Mitch uit om een bal het veld uit te slaan. Hij deed dat en brak een raam in het huis van Harriet Oleson. Toen gooide ze ons eruit”, legde Adam uit.

“Jullie kunnen bij ons slapen. Mijn vrouw Caroline kookt uitstekend en mijn dochters kunnen het goed met Mitch vinden”, stelde Charles voor.

“Dat kan ik me voorstellen. Thuis zorgt hij ook voor veel commotie. Maar we nemen je aanbod aan”, zei Adam.

“Adam, we kunnen ze toch niet lastigvallen om een slaapplaats?”, vroeg Mary.

“We nemen een hotelkamer maar komen morgen wel bij jullie eten”, antwoordde Adam.

“Afgesproken”, zei Charles.

De Cartwrights liepen naar het hotel en kregen twee kamers.

“Adam, die Charles Ingalls lijkt inderdaad erg veel op Joe maar dan veel ouder”, zei Mary.

“Nu weten we tenminste hoe Joe er uitziet op oudere leeftijd”, reageerde haar man.

“Misschien heeft papa ook wel ergens een dubbelganger rondlopen maar dan nog ouder. Ook al kan ik me dat zeer moeilijk voorstellen”, merkte Mitch op.

Mary vond het wel een leuke opmerking maar Adam niet.

“Jongeman, dit is je laatste vakantie met je ouders”, zei Adam tegen zijn zoon.

“Ach, dan neemt opa me wel mee”, reageerde Mitch luchtig.

Door deze reactie wist Adam niets meer te zeggen.

De volgende dag huurde Adam een rijtuig voor de vakantie.

“Zouden Mary en Laura ook van vissen houden?”, vroeg Mitch hoopvol.

“Ik weet het niet maar het zou best kunnen”, antwoordde zijn vader.

Ze reden naar de ranch van de familie Ingalls waar ze hartelijk ontvangen werden.

“Mitch, ga je mee vissen?”, vroeg Laura.

“Natuurlijk ga ik mee”, antwoordde haar nieuwe vriendje.

Jack, de hond van de familie Ingalls, ging ook mee. De zus van Laura, Mary ging ook mee vissen en hun zusje Carrie mocht ook mee.

Tot grote ergernis van vooral Harriet Oleson brachten de Cartwrights veel tijd door bij de Ingalls tijdens hun vakantie in Walnut Grove.

Na een week gingen de Cartwrights weer naar huis per trein.

Onderweg vroeg Mitch:“Die mensen van die winkel, ze komen toch nooit meer langs bij ons op de ranch?”

“Ik denk van niet. Na wat jij hen geflikt hebt blijven ze wel voorgoed weg”, antwoordde Adam.

“Gelukkig”, verzuchtte zijn zoon.

Adam en Mary deelden de mening van hun zoon.

“Ergens heengaan voor vakantie is wel leuk maar thuis blijven op de Ponderosa is ook vakantie”, zei Mitch.

“Voor jou en je moeder wel maar voor mij niet. Straks moet ik weer gewoon werken”, reageerde Adam.

Maar hij vond het wel een goede vergelijking.