DE BARBECUE

Vanwege de hete zomerdagen besloot Ben Cartwright een barbecue te organiseren. Zijn kleinzoon Mitch van zes had geen tijdsbesef en om die reden had de rancher op de kalender de datum van 1 augustus omcirkeld. Hierdoor wist de jonge Cartwright dat er die dag iets speciaals was.

Op 31 juli vroeg Hoss Cartwright aan zijn neefje:“Mitchy, ga je mee inkopen doen voor de barbecue morgen?”

“Goed”, zei de jongen.

Ben gaf zijn zoon en kleinzoon een lange boodschappenlijst en geld mee.

Als waarschuwing kregen ze te horen:“Niets uithalen zolang jullie in Virginia City zijn.”

“Dan doen we dat wel als we er buiten zijn”, reageerde Mitch ad rem.

“Dan ook niet”, zei Ben zuchtend.

Soms zou hij willen dat Mitch niet zo ad rem was. Hoss en Mitch gingen lachend weg.

Onderweg vroeg Mitch:“Is er veel eten nodig voor die barbecue?”

“Ja. We eten dan in de buitenlucht en je weet dat de buitenlucht mij altijd erg hongerig maakt”, antwoordde Hoss kalm.

“Als we binnenshuis eten heb jij ook veel trek dus dat maakt voor jou niets uit”, reageerde Mitch droog.

Zijn oom keek hem even zeer verbaasd aan en vroeg toen:“Waarom weet jij altijd mijn gevoel voor eten te bederven?”

“Dat is een gave van mij”, zei de jongen glimlachend.

“Ik zou bijna zweren dat je dat moest zeggen van Adam. Die kan ook zo geniepig zijn”, zei Hoss.

Even was het stil.

“Mitchy, misschien mag jij Hop Sing wel helpen met het vlees”, zei Hoss.

“Dan krijg jij het minste van allen”, zei Mitch plagend.

“Mitchy Cartwright, je mag naar de stad gaan lopen als jij nog een keer zo’n scherpe opmerking maakt tegen mij”, reageerde zijn oom.

“Jij bent verantwoordelijk voor mij dus als er iets met mij gebeurt dan heb jij het gedaan bij papa en opa”, zei de jonge Cartwright.

Hier had Hoss natuurlijk weer geen antwoord op dus hij zweeg.

Toen ze in de stad aankwamen stopte Hoss voor de Genreal Store. Hij sprong er vanaf en tilde zijn neefje van de wagen af.

“Hier heb je de boodschappenlijst. Jij leest voor wat we moeten hebben en ik zorg ervoor dat het op de wagen komt. Daarna gaan we naar huis ermee”, zei Hoss terwijl hij de boodschappenlijst aan Mitch gaf.

“Moeten we dan niet betalen voor de boodschappen?”, vroeg de jongen.

De tweede Cartwright zoon keek zijn neefje stomverbaasd aan en vroeg:“Ben je echt zo dom of doe je alsof?”

“Je zei dat als jij de boodschappen op de wagen hebt gelegd we dan naar huis gaan. Maar dat is stelen. Opa heeft ons toch geld meegegeven om te betalen?”, vroeg Mitch opgewonden.

Op dat moment deed Hoss even zijn hoed af en krabde op zijn achterhoofd.

Toen zette hij zijn hoed weer op en zei:“Natuurlijk betaal ik echt wel voor de boodschappen. Kom nou maar mee want anders kan je écht naar huis lopen.”

“Het is toch heerlijk weer”, reageerde Mitch.

Dit had tot gevolg dat hij met een flinke duw de winkel ingeduwd werd door zijn oom.

Mitch hield de boodschappenlijst in zijn hand en zei tegen Arthur Wilson (de eigenaar van de General Store):“Opa stuurde ons voor de volgende boodschappen voor de barbecue: we hebben nodig 21 zakken meel, 21 flessen whisky, 41 flessen rum, 31 flessen limonade, 21 kg worstjes en 21 kg aardappels.”

“Ik heb gelukkig alles in voorraad dus je kan het zo meenemen”, zei de kruidenier.

“Dus we hoeven niets te betalen?”, vroeg Mitch met lachende ogen.

“Erg leuk Mitch”, zei de kruidenier.

Hoss moest heel wat keren heen en weer lopen om alles op de wagen te kunnen leggen. Hij betaalde en ging met zijn neefje weer naar huis.

“Krijgen we een heel weeshuis te eten?”, vroeg Adam spottend toen hij Hoss en Mitch thuis zag komen.

“Nee, dit is allemaal nodig voor de barbecue. Begin jij nu ook al vervelende vragen te stellen? Dit heerschap hier naast me doet dat namelijk ook”, antwoordde Hoss.

“Adam is toch mijn papa?”, vroeg Mitch droog.

Hoss stopte de wagen en Adam tilde Mitch er van af. Cody, de herdershond van de ranch rende naar de jongen en kreeg een uitgebreide begroeting.

“Opa, we zijn weer thuis. Hier is het geld en de lijst. U kan het natellen”, zei Mitch tegen Ben in het kantoor.

“Ik zal het meteen doen”, zei de rancher.

Hij nam de boodschappenlijst mee naar buiten.

NODIG VOOR DE BARBECUE:

12 ZAKKEN MEEL

12 FLESSEN WHISKY

14 FLESSEN RUM

13 FLESSEN LIMONADE

12 KG WORSTJES

12 KG AARDAPPELS

Toen Ben de boodschappen natelde kwam hij erachter dat Hoss en Mitch veel meer hadden meegenomen dan de bedoeling was.

“Hoss, wie heeft de boodschappenlijst voorgelezen? Jij of Mitch?”, vroeg de rancher.

“Ik droeg alles naar de wagen dus ik liet het voorlezen over aan Mitchy”, antwoordde zijn zoon.

Adam, zijn jongste broer Little Joe en de voorman Candy begrepen meteen wat er gebeurd was en ze kwamen niet meer bij van het lachen.

“Je weet dat Mitch alle cijfers omdraait. Daarom had ik liever gehad dat jij het had voorgelezen”, zei Ben.

“Opa, bent u boos op mij?”, vroeg de jongste Cartwright voorzichtig.

“Nee, jij kan er niets aan doen maar je oom wel. Hij had het moeten voorlezen en niet jij”, zei Ben.

Hoss zei:“Mitchy is nog wat klein dus droeg ik alles naar de wagen.”

“Wel, het is nu eenmaal gebeurd maar het zal heel lang duren voordat ik jullie tweeën weer samen naar de stad stuur om een paar boodschappen te halen”, zei Ben.

“Fijn. Dan zijn wij er tenminste voor een poos van af”, reageerde Mitch luchtig.

Iedereen lachte.

“Hij is al de hele tijd zo rotvervelend”, zei Hoss.

“Hij is nog wat klein dus laat hem maar doen”, zei zijn vader.

De volgende dag was het een drukte van belang op de Ponderosa.

Tijdens het ontbijt zei Ben tegen zijn trouwe kok:“Hop Sing, wij moeten gewoon werken vandaag. Maar Mitch hoeft nog niet naar school vanwege de vakantie. Daarom laten we hem bij jou zodat hij je kan assisteren bij de voorbereidingen voor de barbecue vanavond.”

“Kleine jongen altijd goede hulp voor Hop Sing”, was het antwoord van de Chinese kok.

Hop Sing verdween weer naar de keuken. Zoals gewoonlijk kwamen Hoss, Little Joe, Candy en Mitch weer met de nodige drukte naar de eetkamer.

“Mitch, jij mag vandaag Hop Sing helpen bij het eten voor de barbecue”, zei Ben tegen zijn kleinzoon.

“Wat fijn opa”, was de reactie van Mitch.

Hij keek met lachende ogen naar Hoss maar zei niets.

“Pa, zou u Mitchy dat nou wel laten doen? Gisteren zei hij dat ik dan het minste van allen zou krijgen”, reageerde Hoss.

“Dat zal wel meevallen. Mitch kan écht niet mee naar de kudde vandaag. Ik laat hem daarom liever thuis”, antwoordde de rancher.

“Je moet gewoon wat meer vertrouwen in je neefje hebben”, zei Little Joe lachend.

Hoss zei:“Sinds hij die kippenpoot van mijn bord ontvreemde vertrouw ik hem niet meer wat eten betreft.”

“Het is wel opvallend dat jij sindsdien eerst je vlees opeet”, zei Mitch tussen twee happen havermout door.

Iedereen lachte.

“Vind je dat gek?”, vroeg Hoss opgewonden.

Even was het stil in de grote eetkamer.

Toen zei Mitch luchtig:“Ja.”

Weer werd er gelachen.

Adam kwam binnen en zei:“Ik hoef niet te vragen wie hier weer het hoogste woord heeft.”

“Dat kan ik niet zijn want ik ben de kleinste hier in huis”, reageerde Mitch vlug.

“Je bent wel de kleinste maar je hebt nu wel het hoogste woord van ons allemaal”, zei Adam.

Hij ging zitten en begon ook aan het ontbijt.

Na het ontbijt zei Adam tegen Mitch:“Je luistert naar Hop Sing en doet wat hij zegt.”

“Dus als hij zegt: “Spring in het meer”, dan moet ik dat dus doen?”, vroeg de jonge Cartwright.

Adam knikte.

“Je zou het nog doen ook”, zei Little Joe plagend.

“Jij ook”, reageerde zijn neefje.

“We zien jou vanavond en gedraag je. Kom Cody”, zei Adam.

Ze gingen weg en Mitch begaf zich naar de keuken.

“Hop Sing, wat moet ik doen?”, vroeg de jongen.

“Deeg kneden voor brood en kleine stukken ervan vormen”, zei de kok.

Mitch ging aan de keukentafel zitten en pakte het deeg. Hij probeerde het zo goed mogelijk te kneden maar met een hand ging het niet.

“Hop Sing, het gaat niet”, zei de jongen na een paar mislukte pogingen.

“Kleine jongen maar buiten spelen. Hop Sing beter alles alleen doen”, zei de Chinese kok.

De jongen stond zuchtend op en verliet de keuken via de achterdeur. Mitch wist dat hij er van langs zou krijgen als Adam alles te horen kreeg bij thuiskomst. Daarom besloot hij er van door te gaan op Caramel. Maar hij kreeg niet eens de kans om zijn paard te zadelen want Adam kwam onverwachts thuis.

“Mitch, wat is er? Moet je Hop Sing niet helpen met de barbecue?”, vroeg de oudste zoon van de rancher verbaasd.

“Hij zegt dat hij mijn hulp helemaal niet nodig heeft. Jullie bekijken het maar met die gezellige barbecue”, zei Mitch grommend.

“Ik geef je kamerarrest tot morgenochtend. Ingerukt!”, zei Adam streng.

Mitch ging langzaam naar zijn kamer wat hij niet eens erg vond.

Liggend op zijn bed dacht Mitch na over zijn leven op de Ponderosa. Hij dacht:‘Soms zou ik willen dat mijn ouders nooit naar Virginia City waren gekomen. Dan was ik misschien niet hier terechtgekomen. Waarschijnlijk had ik dan een veel beter leven gehad. Hier ben ik altijd de gebeten hond.’ Hij stond op en liep naar het raam. Buiten zag hij zijn vader praten met Hop Sing. De jongen wist haast voor honderd procent zeker dat het gesprek over hem ging.

Adam zei:“Mitch heeft kamerarrest voor de rest van de dag. Hij moet maar leren luisteren naar volwassenen.”

“Kleine jongen niet lastig zijn. Hij alleen erg onhandig zijn met gebroken pols”, zei Hop Sing.

De oudste Cartwright jongen begreep dat hij de verkeerde conclusie had getrokken en zijn excuses moest maken bij Mitch. Adam ging het ranchhuis binnen en liep naar de slaapkamer van zijn zoon. Hij klopte eerst op de deur en ging toen naar binnen. Adam vond Mitch voor het raam staan en liep naar hem.

“Mitch, het spijt me erg dat ik je zomaar kamerarrest gaf. Ik trok gewoon de verkeerde conclusie”, zei Adam.

De jongen zei niets terug maar bleef halsstarrig naar buiten kijken.

Adam draaide de jongen hardhandig om en zei:“Kijk me aan als ik je aanspreek.”

“Ik moet toch in mijn kamer blijven?”, vroeg Mitch fel.

Hij keek Adam vragend aan. De jonge Cartwright wist dat hij weer een preek zou krijgen maar daar trok hij zich toch niets van aan zoals altijd.

“Accepteer je mijn excuses?”, vroeg zijn vader streng.

“Moet dat?”, vroeg Mitch op zijn beurt.

“Je zal het wel moeten want anders ben ik verplicht je naar een kostschool te sturen”, antwoordde Adam.

Mitch ging op bed zitten en keek naar de grond.

“Stuur me dan maar weg. Ik ben toch overal ongewenst”, zei de jongen onverschillig.

“Je woont al je hele leven hier en nog voel jij je ongewenst? Je hebt het toch goed hier?”, vroeg Adam niet begrijpend.

“Ik word altijd apart behandeld omdat ik de jongste in huis ben”, zei Mitch verontwaardigd.

“Het heeft ook zijn voordelen om de jongste te zijn. Iedereen verwent je sneller. Ik probeer je goed op te voeden maar je ooms, opa en Candy komen er steeds tussen”, legde Adam uit.

“Ik verveel me zo tijdens de zomervakantie”, zei Mitch.

Eindelijk was het hoge woord eruit.

“Dat idee had ik al. Daarom gaan we morgen samen een weekje naar Sacramento. Over drie weken moet je weer naar school. Dus dan kan het niet meer. Ga je mee naar de kudde?”, vroeg Adam.

“Het spijt me van alles papa”, zei Mitch met tranen in zijn keel.

Adam nam zijn zoon in zijn armen en hield hem even vast.

Mitch ging met zijn vader mee naar de kudde maar bleef erg zwijgzaam. Omdat er veel kalfjes waren geboren in de afgelopen maanden bleef de jongen daar bij. Algauw kreeg hij gezelschap van Cody. Opeens kwam er een wilde stier naar Mitch toe en hij rende hem omver. Mitch lag op de grond bij een boom. Adam en Hoss zagen wat er gebeurde en reden er op hun paarden naar toe. Ze sprongen van hun paarden en bekommerden zich om de jongen.

“Kid, gaat het?”, vroeg Adam bezorgd.

“Ja wel. Ik schrok alleen maar van die stier”, zei Mitch wat van streek.

Hij probeerde overeind te komen maar dat lukte niet omdat de stier op zijn verlamde enkel had gestaan.

Ben kwam erbij en zei:“Adam en Hoss, jullie brengen hem naar huis en laat Hop Sing er ijs opleggen.”

Hoss tilde Mitch op en zette hem op diens paard. Adam en Hoss stegen op hun paarden en samen reden ze naar huis terug.

Bij thuiskomst stopte men de paarden. Hoss tilde zijn neefje van zijn paard af en droeg hem voorzichtig naar binnen.

“Hop Sing, Mitch heeft veel ijs nodig voor zijn enkel”, zei Adam.

De kok pakte het koude spul en liep mee met Adam. Hoss had intussen Mitch op de bank gelegd. Hop Sing legde veel ijs op de geblesseerde enkel. De broers roken de heerlijke geur van pas gebakken taarten.

Hoss smeekte:“Hop Sing, allerbeste vriend van mij, mag ik alvast een stukje taart?”

“Mr Hoss wachten tot vanavond na het eten”, was het strenge antwoord van de kok.

Adam vroeg lachend:“Kom nou maar mee want anders krijg je echt niets. Dat is toch niet de bedoeling?”

“Waarom niet? Hij eet minstens tien keer zoveel als wij bij elkaar”, was de droge reactie van Mitch.

Dit hielp want de broers gingen weg.

Tegen de avond kwamen de Cartwrights, Cody en Candy thuis. De hele middag lag Mitch te slapen op de bank. Zodoende merkte hij niet eens dat de anderen thuis waren gekomen. Ben kwam bij hem zitten en maakte hem wakker.

“Hoe voelt deze jonge cowboy zich?”, vroeg de rancher.

“Moe. Gaan we eten?”, vroeg de jongen op zijn beurt.

“Ja, ik zal je wel naar de veranda helpen”, antwoordde Ben.

Mitch stond met moeite op en hinkte ondersteund door zijn opa naar buiten.

Door de vermoeidheid en de pijn in zijn enkel zat Mitch meer met zijn eten te spelen dan hij wat at.

“Ik ga naar bed”, zei de jongen na een poosje.

“Ik help je wel naar boven”, zei Adam.

Ze stonden op en gingen naar binnen.

“Nu Mitchy niet mee-eet hebben wij meer te eten”, merkte Hoss op.

Ben, Little Joe en Candy keken elkaar lachend aan want ze dachten hetzelfde.

“Je bedoelt: jij hebt meer te eten”, verbeterde Little Joe zijn broer.

Hoss wierp zijn jongere broer een zeer boze blik toe maar deze was op slag verdwenen toen hij de geur rook van pas gebakken vlees. Hop Sing kwam weer aan met een grote schaal met vlees. De Cartwrights deden zich te goed aan het vlees maar tegelijk maakten zich zorgen om hun neefje en kleinzoon.

“Na een paar dagen rent hij weer door het hele huis zoals hij altijd doet met Cody”, zei Candy luchtig.

Toen Adam weer buiten was vroeg hij plagend:“Mitch slaapt eindelijk dus nu kan ik ook gaan eten. Of heeft Hoss alles al opgegeten?”

Ben, Little Joe en Candy lachten en Ben schoof zijn oudste zoon de halfvolle schaal met vlees toe.

De hele avond zaten de Cartwrights buiten omdat het een warme avond was. Natuurlijk profiteerde Cody erg van de barbecue door bij iedereen te bedelen om vlees.

“Pa, we moeten vaker een barbecue houden”, zei Hoss na de koffie met cake.

“Als het aan jou lag hielden we elke avond een barbecue”, merkte Adam op.

“We doen dit niet te vaak want dan is het niet leuk meer”, zei Ben.

Dat begrepen de jongens ook wel. Toch was dit een mooie afsluiting van een warme zomerdag.