VERKEERDE BEROVING

Op een dag waren de Daltons (Joe, Jack, William en Averell) weer eens ontsnapt uit de gevangenis.

“Jongens, weet je wat we gaan doen?”, vroeg Joe.

“Een restaurant overvallen?”, vroeg Averell onnozel.

“Nee, we gaan een trein overvallen. Ze hebben kluizen en die gaan we leeghalen”, antwoordde Joe.

Ze pikten 4 paarden en reden naar een trein die op het punt stond om te vertrekken.

“Wacht even. Wij moeten ook mee”, riep Joe.

“Hebben jullie kaartjes?”, vroeg de conducteur.

De Daltons lieten hun revolvers zien.

“Dit zijn onze kaartjes”, zei Joe namens zijn broers.

“Goed. Stap dan maar in”, zei de conducteur.

Vlug stapten de Daltons in de trein. Ze zochten een zitplaats vanwaar ze goed zicht hadden op een bankkluis.

Toen de trein eenmaal reed keken de ontsnapte gevangenen steeds meer naar de kluis. Dat viel ook 2 cowboys op. Het waren de gezochte outlaws Hannibal Heyes en Kid Curry. Curry zat wat te slapen toen zijn maat hem wakker schudde.

“Ik zie daar 4 bekenden”, fluisterde Heyes.

Hij wees ongemerkt op de Daltons.

“Die zijn echt niet op weg naar het strand”, zei Curry.

Heyes antwoordde:“Ze gaan vast die kluis leeghalen.”

Hij wilde dolgraag hun gezichten zien bij het aantreffen van de bankkluis. Maar dat gold ook voor Curry.

“Ik ben benieuwd wat er in die kluis zit”, zei Jack.

“Misschien is hij wel gevuld met lekkere taarten en koekjes”, stelde Averell voor.

“Kop dicht Averell!”, hoorde hij uit 3 kelen komen.

Joe zei vastbesloten:“Die kluis zit vol goud en het roept onze namen.”

Ze luisterden nog eens en hoorden steeds duidelijker hun namen roepen. Hierdoor merkten ze niet dat Heyes en Curry hen observeerden.

“Mr Jones, ik ga even wat lopen”, zei Heyes glimlachend.

Hij stond op en liep ongemerkt naar de wagon waar de nieuwe bankkluis stond.

Bij de bankkluis zat Roy Parker. Hij zag Heyes komen en trok zijn revolver.

“Doe die revolver maar weg want ik heb geen kwade bedoelingen”, zei Heyes.

Roy deed zijn revolver terug in zijn holster.

“Ik ben Joshua Smith”, zei Heyes.

“Roy Parker. Ik ben verantwoordelijk voor deze nieuwe bankkluis. Het is voor de bank van Goldsville”, zei Roy.

Heyes kwam bij hem zitten en vroeg:“Ik wist niet eens dat er in Goldsville een bank was. Die is er zeker pas net?”

“Inderdaad. Dit is een gloednieuw exemplaar maar nog helemaal leeg”, zei Roy.

Bij het horen van dit bericht kreeg Heyes een idee om de Daltons er in te luizen.

“Hoe lang duurt het voordat we bij het volgende station zijn?”, vroeg hij.

“Een halfuur. Hoezo?”, vroeg Roy.

“Ik moet een telegram naar een vriend sturen”, was het antwoord van Heyes.

Hij schreef iets op een papiertje en zei:“Leg dit in de kluis. Iemand in deze trein zal dit zeker waarderen.”

Roy deed wat Heyes gevraagd had.

Ondertussen hield Curry de Daltons bezig. Joe ontplofte bijna toen hij de outlaw herkende.

“Waar is die andere gozer?”, vroeg Joe.

“Wie bedoel je?”, vroeg Curry.

“Die toen ons geld inpikte bij die wedstrijd”, legde Joe uit.

“Oh die. Ik zou het niet weten. Wat doen jullie hier?”, wilde Curry weten.

“Wij zijn uitgenodigd om te testen of een nieuwe bankkluis te kraken is”, zei Joe.

“En daarvoor zijn jullie natuurlijk uit de gevangenis ontsnapt?”, vroeg Curry.

“Natuurlijk”, zei Joe.

Toen de trein een tussenstop maakte verzond Heyes snel een telegram naar Lucky Luke. Ongemerkt ging Heyes weer de trein in en nam hij plaats naast Curry.

“Dat kan leuk worden als we in Goldsville aankomen”, zei Heyes fluisterend.

Hij keek even naar de Daltons en zag dat ze luisterden.

Toen ging de outlaw verder op luidere toon:“Hij is erg groot en er zit enorm veel geld in en ook goud. Ik dacht een bedrag van $ 600.000. Maar het kan ook veel meer zijn.”

“Hoor je dat Joe? Die gozer heeft het geld en goud al gezien”, zei William.

“Straks gaat hij er mee vandoor”, zei Jack.

“Dan heeft hij nog geen kennisgemaakt met Joe Dalton”, reageerde Joe fel.

“Joe, je kent hem al en hij jou ook want hij is Joshua Smith en heeft jou verslagen met die ene kraakwedstrijd”, antwoordde Averell.

Opnieuw kwam er uit 3 kelen:“Kop dicht Averell!”

De arme eenzame cowboy Lucky Luke reed wat rond op zijn paard Jolly Jumper toen hij het telegram van Heyes kreeg.

“Jolly, we moeten naar Goldsville om onze ontsnapte vrienden te zien”, zei Lucky Luke.

“Zijn ze weer eens ontsnapt?”, vroeg Jolly Jumper.

Ze gingen naar Goldsville om de val te zetten

In de trein kwam Joe tot zijn grote ontzetting Heyes tegen.

“Bent u weer ontsnapt Mr Dalton?”, vroeg Heyes droog.

“Hoe kom je erbij dat ik ontsnapt zou zijn? Mijn broertjes en ik zijn uitgenodigd om een kluis te testen. Namelijk die in de andere wagon”, zei Joe.

“Dat is dus weer: kluis, waar ga je met die dwerg heen”, merkte Curry op.

Ook deze opmerking maakte Joe kwaad.

“Degene die de kluis kan openen mag de inhoud hebben”, zei hij gillend.

“Ga je gang”, zei Heyes.

“Onthoud wel dat al het geld en goud voor ons is en niet voor jullie”, zei Joe.

“Wij werken liever voor ons geld”, antwoordde Curry.

“Jongens, we gaan die kluis beroven. Die 2 daar doen niet eens mee dus alles is voor ons”, verkondigde de kleinste Dalton.

Ze stonden op en liepen in een rij naar de wagon waar de kluis stond. Roy wist van het idee af en liet ze hun gang gaan.

De Daltons hadden de kluis snel open. Om de spanning op te voeren wachtte Joe met het openen van de kluis.

“Jack, haal die 2 erbij. Ik wil hun gezichten zien bij onze buit”, zei hij tegen zijn broer.

Jack ging meteen de outlaws halen die prompt meekwamen.

“Heren, hierbij zijn jullie getuige van onze huidige kluiskraak”, zei Joe.

Hij opende de kluis en zag dat hij leeg was. Dit was zo’n grote schok voor Joe dat hij sprakeloos was.

“Waar is het goud en geld?”, vroeg Jack verbaasd.

“Ik weet niet of jullie goed gekeken hebben maar er ligt een papiertje in de kluis”, zei Heyes.

“Hij heeft gelijk”, zei Averell.

De reactie van Heyes was:“Ik heb altijd gelijk. Zo niet, dan treedt regel 1 in werking. En regel 1 is: Joshua Smith heeft altijd gelijk.”

Joe Dalton kon het niet meer volgen en pakte het papiertje dat in de kluis lag.

“Lees voor”, zei hij tegen Roy.

“Aan Joe Dalton. Kijk maar eens op de dagkalender voor de datum”, las Roy.

“Waar slaat dat op?”, vroeg Joe verbaasd.

“Het is vandaag 1 april”, antwoordde Heyes glimlachend.

Opnieuw werd Joe razend waardoor zijn broers hem in toom moesten houden.

“Sluit ze maar op in de kluis. In Goldsville wachten ze met smart op de kluis”, zei Heyes.

Zo gezegd, zo gedaan.

Op het station ontmoetten Heyes en Curry Lucky Luke.

“En waar zijn de Daltons?”, vroeg Lucky Luke.

“In de kluis. Ze denken dat ze naar de bank gaan maar wij hebben een andere bestemming voor die 4”, antwoordde Curry.

Ze hielpen Roy met de kluis en begeleiden hem naar de staatsgevangenis.

In een cel werd de kluis geopend.

“Joe, dit is geen bank maar de gevangenis”, zei Averell.

“We zijn weer belazerd door die 2 gozers”, schreeuwde Joe.

Heyes en Curry namen afscheid van Lucky Luke en gingen elk hun eigen weg.