DE KERSTBOMENDIEF

December 1865. Zoals ieder jaar hadden de Cartwrights ook dit jaar een kerstboom in huis. Maar dit jaar zou kerst wat anders zijn dan normaal.

Op een morgen waren Ben en Adam Cartwright met de tweejarige Mitch in Virginia City toen ze getuige waren van een vreemde roofoverval. Ben, Adam, sheriff Roy Coffee en deputy Clem Foster stonden te praten toen Mitch naar hen toe kwam.

Hij zei:“Opa, papa, daar is de kerstman.”

Ben, Roy en Adam keken elkaar verbaasd aan en de laatstgenoemde tilde de jongen op.

“Waar is hij dan?”, vroeg Adam.

“Daar”, zei Mitch en hij wees naar de handelspost.

De mannen keken om te zien of Mitch gelijk had. Inderdaad. Daar was de kerstman die zomaar een kerstboom meenam. Ben kreeg Mitch in zijn armen geduwd waarna Clem en Adam achter de dief aangingen. Mitch begreep er niets van en begon te huilen.

Ben suste zijn kleinzoon door te zeggen:“Papa komt echt wel terug. Weet je wat? Wij gaan een beker warme chocolademelk drinken in het restaurant.”

Dit hielp want Mitch werd stil.

“Ik ga met jullie mee want het is te koud om hier te wachten op de terugkomst van Clem en Adam”, zei Roy.

Ze liepen naar het restaurant van Louisa Franklin.

Door de sneeuw konden Clem en Adam niet al te hard rennen en ze raakten al vlug de dief kwijt.

“Adam, we krijgen die vent wel te pakken. Er staan nog genoeg kerstbomen in de stad dus hij zal spoedig wel weer toeslaan”, zei de deputy.

“Waarom loof je geen beloning uit voor degene die de kerstbomendief vangt? Ik weet wel twee oenen die daar zeker voor vallen”, stelde Adam grijnzend voor.

Clem keek hem verbaasd en vragend aan.

“Je broers bedoel je?”, vroeg hij.

Adam knikte.

“Ik zal het er met Roy over hebben”, antwoordde de deputy terwijl ze terug naar de sheriff’s office liepen.

Maar daar waren ze niet en dus liepen ze door naar het restaurant.

Ondertussen zaten Ben, Roy en Mitch aan de warme chocolademelk. Dat wil zeggen: Ben en Roy zaten en Mitch liep wat rond. Plotseling zag de jongen zijn vader en Clem aan komen.

“Daar komen papa en dep”, riep hij door het restaurant.

“Ik ben benieuwd of ze hem te pakken hebben gekregen”, grinnikte Ben.

“Ik vrees van niet”, reageerde de sheriff.

Toen Adam en Clem binnenkwamen werden ze hartelijk begroet door de jongste bewoner van de Ponderosa. Adam pakte hem op en knuffelde hem liefdevol.

“Waar is de kerstbomendief oftewel de kerstman?”, vroeg Roy.

“Ontsnapt. Maar Adam kwam wel met een goed idee. Waarom loven we geen beloning uit voor degene die hem vangt?”, vroeg Clem op zijn beurt.

“Goed idee maar we moeten er dan wel rekening mee houden dat Virginia City in een heksenketel verandert”, waarschuwde zijn werkgever.

“Dat gebeurt toch wel als Hoss en Joe hier komen”, reageerde Adam droog.

Daarvoor kende hij zijn broers veel te goed. Niet voor niets gingen hun plannetjes finaal de mist in.

“Het is maar goed dat Mitch nog erg klein is want anders werd hij door hen beïnvloed”, zei Ben.

“Dat komt nog wel”, zei Adam ongerust terwijl hij en Clem ook waren gaan zitten.

“Wat dacht je van een beloning van vijfhonderd dollar?”, vroeg Roy.

“Daar doen ze het zeker voor”, antwoordde Adam.

“Je bedoelt: Hoss en Little Joe?”, vroeg Ben voor de zekerheid.

Zijn oudste zoon knikte.

Die avond onder het eten zei Mitch pardoes:“Oom Hoss, ik heb de kerstman al gezien.”

Hoss en Little Joe keken elkaar lachend aan.

“Mitchy, ik weet dat jij een groot fantasie heb maar dit slaat alles. De kerstman komt pas met kerst en het duurt nog een week voordat hij komt”, reageerde Hoss.

“Wel waar. Hij nam een boom mee. Papa en de dep gingen achter hem aan maar kregen hem niet te pakken”, zei Mitch opgewonden.

Hoss en Little Joe lagen op de grond van het lachen. Tot hun ongenoegen reageerde Adam er niet op zoals zij wel hadden verwacht.

“De sheriff heeft anders wel een beloning van vijfhonderd dollar uitgeloofd voor degene die de kerstbomendief vangt”, zei Adam luchtig.

Bij het horen van de beloning waren de broers stil.

“Dat verandert de zaak”, zei Little Joe.

“Inderdaad. Met dat geld kunnen we wat extra kerstcadeaus kopen voor onze familieleden”, stelde Hoss voor.

“Vergeet niet dat jullie schattige neefje ook nog jarig is met kerst”, zei Adam.

De volgende morgen hing er bij de sheriff’s office een papier waarop te lezen stond:

BELONING VAN $ 500,--

VOOR DEGENE DIE DE KERSTBOMENDIEF VANGT EN HEM BIJ DE SHERIFF BRENGT.

INLICHTINGEN BIJ SHERIFF ROY COFFEE EN/OF DEPUTY CLEM FOSTER.

Om iedereen voor te zijn waren Hoss en Little Joe extra vroeg opgestaan en naar Virginia City gereden.

“Hoss, we móéten die beloning opstrijken. Als we dat geld hebben verdelen we het eerlijk. Ik zestig procent en jij veertig”, zei Little Joe onderweg.

“Joe, dat is niet eerlijk want we doen dit samen en dan heb ik recht op vijftig procent”, reageerde Hoss zwaar verontwaardigd.

“Je ziet het verkeerd. Kijk, ik doe al het denkwerk dus dat geeft mij recht op een groter deel van het geld”, legde zijn jongere broer uit.

“Ga fietsen”, zei Hoss.

Met tegenzin bond Little Joe in en besloten ze de buit eerlijk te verdelen.

Ze kwamen net op tijd aan want Clem spijkerde juist het biljet vast met spijkers met zijn revolver als hamer op de muur.

“Als wij het weghalen weten alleen wij er van en is de beloning voor ons. Jij leidt Clem af in zijn kantoor en dan haal ik het weg”, fluisterde Little Joe.

Dat was het plan maar het liep anders.

Hoss steeg af en liep naar de deputy.

“Clem, mijn beste vriend, mag ik je wat vragen?”, vroeg Hoss hartelijk.

De deputy keek hem wantrouwig aan en zei:“Als het maar niet mijn portefeuille is.”

“Natuurlijk niet. Wat denk je wel? Mag ik je uitnodigen voor een kop koffie in jouw kantoor?”, vroeg Hoss overdreven vriendelijk.

Clem keek hem aan alsof hij water zag branden.

“Je bent toch niet langs een molen gekomen?”, vroeg hij.

“Nee, natuurlijk niet. Hoezo?”, vroeg Hoss verbaasd.

“Nou, dan zou het kunnen dat je een klap van de molen hebt gekregen. Wie nodigt nou een deputy uit voor een kop koffie in zijn eigen kantoor?”, vroeg de vervangende gezagsdrager.

Ondertussen had Little Joe het papier ontfutseld en wenkte hij naar zijn broer om weg te gaan.

“Clem, die koffie hou je nog te goed. Prettige dag verder”, zei Hoss haastig.

De broers stegen op hun paarden en reden de stad uit.

“Hoss, we worden rijk!”, juichte Little Joe.

Mitch en Cody kwamen diezelfde ochtend naar beneden en zagen een onbekende man bij hun boom. Cody begon meteen te grommen.

“Hou je bek”, snauwde de kerstman.

“Cody, koest”, zei Mitch.

De hond was stil. Ze liepen naar de man en bleven bij de boom staan.

“Waarom neemt u onze boom mee? Opa heeft hem zelf betaald”, zei Mitch zonder blikken of blozen.

“Hij is niet goed en daarom neem ik hem mee”, zei de kerstman.

“Bent u de dief van de bomen?”, vroeg de jonge Cartwright.

De kerstman werd bleek en knikte.

“Opa en papa zeggen dat een dief fout is en bij de sheriff gebracht moet worden”, zei Mitch.

De kerstbomendief kreeg berouw en zei:“Zij hebben gelijk. Ik geef me over. Breng me maar naar de sheriff.”

Adam zag het drietal zitten en liep naar ze toe.

“Papa, de kerstman geeft zich over. Mag ik hem naar de dep brengen?”, vroeg Mitch.

“Dat doen we”, zei hij.

De kerstbomendief alias de kerstman gaf zich over en werd vastgebonden. Met de wagen ging het gezelschap naar Virginia City.

Daar aangekomen zagen de sheriff en de deputy de gezochte al zitten naast Mitch en Cody.

“Roy, Clem, dit is de gezochte kerstbomendief. Hij heeft zich overgegeven aan Mitch en Cody dus zij hebben recht op de beloning”, zei Adam luchtig.

Hij sprong van de wagen af en hielp de kerstman op de grond en daarna Mitch en Cody. Men ging naar binnen om de verklaring van de kerstman te horen.

“Ik deed het om te voorkomen dat men illegaal de bomen ging omhakken. Dat is de enige reden van mijn daad”, zei de kerstman.

“Dat is een goed argument maar stelen mag niet. Zelfs niet als u de kerstman bent”, zei Roy.

“Dat maakt niet uit. Ik zou het opnieuw doen als ik de kans ervoor kreeg”, reageerde de kerstman.

“Clem, sluit hem op. Dan zal ik Mitch de beloning geven”, zei de sheriff.

Zo gezegd, zo gedaan.

Roy betaalde het bedrag aan Adam omdat Mitch nog te klein was.

“Zo, deze jongen heeft straks een klein kapitaal op zijn bankrekening staan. Kom je mee?”, vroeg Adam.

Mitch en Cody gingen meteen mee. Ze liepen naar de bank waar Adam het geld op de bankrekening van zijn zoon stortte.

Toen ze buiten kwamen kwamen heel toevallig Hoss en Little Joe aanrijden. Adam kreeg een sarcastische glimlach waardoor de broers nattigheid voelden.

“Adam, wat moest jij eigenlijk bij de bank?”, vroeg Hoss nieuwsgierig.

“Ik moest even vijfhonderd dollar op de bankrekening van je neefje storten”, antwoordde hij kalm.

“Welke vijfhonderd dollar?”, vroeg Hoss verbaasd.

“Die van die beloning zeker? Dat was óns geld!”, reageerde Little Joe verontwaardigd.

Hoss zei:“Ach Joe, je moet het zo zien: als wij ooit eens vijfhonderd dollar te kort komen lenen we het altijd van ons neefje. We laten dan Adam het van zijn rekening afhalen.”

“Vergeet het maar. Alleen ik heb toegang tot de bankrekening van Mitch. En als ik kom te overlijden voordat Mitch meerderjarig is zorgt pa voor hem. Dus dan weten jullie dit ook alvast”, reageerde Adam.

Zijn broers knikten begrijpend.

“Gaan we naar huis om de boom te versieren?”, vroeg Mitch toen smekend.

Adam pakte hem op en zei:“We gaan naar huis en versieren dan onze kerstboom.”

Ze pakten hun paarden en de wagen en gingen naar huis.