HET JEUGDTEAM

Elke dag na school en in het weekend speelde Mitch Cartwright met zijn vriendjes honkbal. Ze speelden op een naburig veldje totdat de zoon van de eigenaar ervan het ontdekte.

Op die bewuste zaterdagmiddag sloeg Matthew Walker de bal naar het rechtsveld en raakte net niet Barry Parkinson. Barry deed nooit mee omdat hij zich daar te goed voor voelde.

“Hoe durven jullie een bal naar mij te slaan? Ik had wel dood kunnen zijn”, brieste de jongen.

Mitch kwam erbij en bekeek de schade.

“Je bent niet eens geraakt. Dus wat zeur je dan?”, vroeg de jonge Cartwright.

“Jullie mogen hier niet eens komen want dit is van mijn vader. Opgehoepeld dus”, zei Barry smalend.

“Dit veld is waardeloos om er een goede wedstrijd te kunnen spelen. Ik weet wel waar we goed kunnen spelen”, zei Mitch.

“Waar dan?”, vroeg Matthew verbaasd.

“In het nieuwe honkbalstadion”, antwoordde Mitch.

“Daar komen jullie nooit binnen”, beweerde Barry.

“Oh ja wel. Mijn opa is de eigenaar ervan dus ik kom er altijd voor niets binnen. Aangezien ik zijn enige kleinkind ben heb ik bepaalde rechten”, zei Mitch kalm.

“Opschepper”, snauwde Barry kwaad.

“Ik ben helemaal geen opschepper maar mijn oom Hoss wel”, zei Mitch droog.

“Hoe bedoel je?”, vroeg Jerry Baker.

“Die schept altijd minstens drie keer per maaltijd op”, legde Mitch uit.

Iedereen behalve Barry lachte.

“Omdat jij toevallig een Cartwright bent moet je niet denken dat je alles mag”, snauwde Barry tegen Mitch.

“Dat denk ik niet. Dat weet ik zeker!”, reageerde Mitch droog.

Omdat er van spelen toch niets meer kwam ging iedereen naar huis.

Die avond tijdens het avondeten was er een ontspannen sfeer in huis.

“Opa, ik wil u iets vragen”, zei Mitch plotseling.

“Vraag maar”, zei de rancher.

“Vanmiddag zijn wij weggejaagd van het speelveld door die Barry Parkinson. Het blijkt dat zijn vader het veld bezit. Nu kunnen wij nergens meer spelen. Mogen we in het stadion spelen als er geen training is?”, vroeg de jonge Cartwright.

“Natuurlijk. Ik wil zelfs dat jullie er trainen”, zei Ben.

Mitch keek zijn opa vragend aan.

“Bedoelt u dat wij er onze thuiswedstrijden spelen?”, vroeg hij verbaasd.

Ben knikte.

“We hebben niet eens een coach, eigen kleding en dergelijke”, reageerde de jongen.

“Dat komt heus wel. Ik heb besloten om jullie belangrijkste sponsor te worden”, zei Ben.

Adam zei:“Vanaf morgen ga ik jullie training geven. Elke zaterdag en zondagmiddag en na schooltijd.”

“Kunnen we er nog onderuit?”, vroeg Mitch listig.

Iedereen lachte. Adam schudde glimlachend van nee.

“Jammer”, zei Mitch wat teleurgesteld.

“Het zal heus wel meevallen”, zei Ben.

“Mitchy, oom Joe en ik gaan ook meehelpen”, zei Hoss.

“En mag ik vragen waarom?”, wilde Adam weten.

“Voor het geval jij de kinderen niet aankunt”, antwoordde Little Joe.

Tijdens de eerste training was het opvallend dat de sfeer erg ontspannend en luchtig was. Het was tevens heerlijk weer. Na de warming-up oefeningen zaten de kinderen met Adam op het veld. Hoss en Little Joe keken toe vanaf veilige afstand.

“De bedoeling van honkbal is dat jullie via een mep met de knuppel de bal zo hard wegslaan dat de tegenpartij de bal niet kunnen vangen en jullie via de honken een punt scoren. Vanaf de thuisplaat, waar je slaat, ren je naar het eerste honk, daarna naar het tweede honk. Dan is het derde honk klaar voor een bezoek van jou en zo ren je naar de thuisplaat. Duidelijk?”, vroeg Adam.

Mitch keek even naar zijn geliefde ooms en vroeg toen:“Papa, daar staan twee knuppels. Moeten we met hen slaan?”

Iedereen behalve Hoss en Little Joe lachte.

Adam wierp een blik op zijn broers en zei:“Mitch, je moet ze niet zo prijzen want je beledigt de knuppels.”

“Hoss, dat neefje van ons begint weer erg veel praatjes te krijgen. We zullen ons maar met de training gaan bemoeien”, fluisterde Little Joe.

Ze verlieten hun plek en liepen naar het team.

“Adam, zullen we de kinderen leren slaan en honk lopen?”, vroeg Hoss.

Adam stond op en zei:“Dat is goed. Hoss, jij bent de catcher en Joe staat bij het tweede honk. Ik gooi de ballen naar de slagman. Pak je spullen.”

Toen liep de coach naar de kinderen.

“We gaan slaan en lopen. Mitch, jij bent als eerste aan slag. Pak je knuppel en ik bedoel echt niet een van je ooms”, zei Adam.

Mitch stond op en de andere kinderen gingen in de dug-out zitten. De Cartwright broers pakten hun spullen en gingen op hun positie staan. Mitch zette zijn knuppel rechtop en keek toen van zijn knuppel naar Hoss en terug.

“Oom Hoss, weet je dat als jij zit mijn knuppel even groot is als jij?”, vroeg Mitch plagend.

“Erg leuk hoor. Zorg jij er nou maar voor dat je goed kunt honkballen in plaats van je oom te plagen”, reageerde Hoss.

“Ik kan het allebei even goed”, reageerde de jonge Cartwright.

Adam gooide een bal en Mitch sloeg hem richting zijn oom Joe die bij het tweede honk stond. Maar de bal had zoveel snelheid dat Little Joe hem niet kon vangen. Toch stopte de bal bij hem omdat de bal Little Joe bewusteloos maakte. Mitch gooide zijn knuppel neer en rende langs alle honken. Bij het tweede honk bleef de jongen even staan en keek hij naar zijn oom.

“Dan had je maar een vak moeten leren”, was het commentaar van Mitch.

Hij rende door naar het derde honk en daarna naar de thuisplaat.

“Oom Joe ligt daar te slapen”, zei de jongen.

Adam en Hoss keken elkaar aan en gingen toen naar hun broer toe. Toen ze bij het tweede honk aankwamen werd Little Joe net wakker.

“Wat was dat zeg? Mijn hoofd doet pijn van hier tot Tokio en terug”, zei Little Joe klagend.

Hij voelde aan zijn hoofd terwijl hij ging zitten.

“Adam, ik denk niet dat honkbal een sport is voor ons kleine broertje. Je vraagt of hij bij het tweede honk wil gaan staan en dan valt hij bij de eerste bal die geslagen wordt in slaap”, zei Hoss.

“Nee, ik denk het ook niet dat Little Joe hier geschikt voor is. Maar de knuppels voelen zich erg thuis bij hun soortgenoot”, reageerde Adam sarcastisch.

“Ha ha, erg grappig. Dat zoontje van jou is veel te gevaarlijk”, gromde Little Joe.

“Hoezo gevaarlijk? Hij doet lang niet zoveel gevaarlijke dingen als jij deed op zijn leeftijd”, antwoordde Adam.

“Wel als je hem een bal en knuppel geeft”, reageerde Little Joe fel.

Adam bekeek het hoofd van zijn jongste broer maar kon niets vinden.

“Je mankeert niets dus de training gaat door. Matthew Walker is aan slag”, zei Adam nuchter.

Ze liepen terug naar hun plaatsen. Voor de zekerheid zette Little Joe een helm op.

De Cartwright broers merkten dat de kinderen veel plezier beleefden aan hun honkbalspel. Zelf konden ze de lol ook waarderen.

Na de training liet men de kinderen even uitleven op het veld.

Kijkend vanuit de dug-out zei Adam:“Jongens, ik weet zeker dat wij een geweldig honkbalteam hebben. Deze jongens hebben talent.”