NIETS GEVANGEN

Om de anderen een groot plezier te doen had Hoss Cartwright aangeboden om voor het avondeten te zorgen. Zijn vader Ben Cartwright was weg en kon zodoende niet gaan vissen met zijn zesjarige kleinzoon Mitch. Dit was voor Hoss dé oplossing om voor het avondeten te zorgen. Ook al wist Adam dat zijn zoon in goede handen was bij zijn broer, toch hield de oudste Cartwright jongen zijn hart vast die hele middag.

Hoss nam zijn neefje mee naar zijn favoriete visstek.

“Hier vissen we nooit”, zei Mitch toen hij de omgeving bekeek.

“Waar dan?”, vroeg Hoss verbaasd.

“Aan het meer. Daar zit veel meer vis dan hier”, antwoordde zijn neefje.

“En wie heeft jou dat verteld?”, vroeg Hoss.

“Opa. En Candy ook”, zei de jongste Cartwright.

“Nou, dan hebben ze je heel wat wijsgemaakt. Hier zit de meeste vis”, zei zijn oom.

“Hoe komt het dan dat jij nooit met vis thuiskomt en opa en ik wel?”, vroeg Mitch.

Hoss had daar natuurlijk geen antwoord op en maakte de hengel voor zijn neefje klaar.

“Mitchy, je hengel is gereed voor gebruik. Veel succes”, zei hij.

Mitch ging op een rots zitten en gooide zijn hengel uit. Hoss ging er comfortabel bij zitten en viel in slaap. Maar hoe Mitch ook viste, de jongen kreeg niets aan zijn hengel.

Enkele uren later.

Nog steeds was er geen vis gevangen. Mitch besloot zijn oom wakker te maken.

“Oom Hoss, oom Hoss wakker worden”, zei Mitch zijn oom in zijn zij porrend.

Met tegenzin werd de grote Cartwright wakker en hij keek om zich heen.

“Mitchy, waarom maak je me wakker?”, vroeg Hoss geeuwend.

“Ik heb nog niets gevangen en het wordt al een beetje donker”, antwoordde zijn neefje.

“Dat is niet best”, zei Hoss.

“Het is niet mijn schuld dat ik niets gevangen heb. Je hebt gewoon de verkeerde plek genomen”, zei Mitch.

Hij was uit zijn humeur en liet dat dan ook zeer duidelijk merken. Hoss keek zijn neefje aan en besefte dat de jongen gelijk had.

“Mitchy, we gaan naar huis en onderweg verzinnen we wel een smoes over de gevangen vissen”, zei Hoss.

Ze pakten alles bijeen en gingen naar huis terug. Mitch zei de hele weg terug niets.

Thuis op de ranch wachtte Adam op de terugkomst van zijn broer en zoon. Hij wist dat het woensdag was en dat betekende meestal: vis bij het avondeten. Na een poos zag hij het stel komen maar Adam vermoedde al problemen. Mitch steeg af en gaf de teugels aan zijn hond Cody. Hierna ging de jonge Cartwright direct naar zijn kamer, zijn vader niet aankijkend. Hoss was intussen ook al afgestegen.

“Hoss Cartwright! Wat heb jij gedaan vanmiddag met Mitch?”, vroeg Adam.

“We zijn gewoon wezen vissen maar helaas niets gevangen”, antwoordde zijn broer.

“En hoe komt het dan dat hij zonder wat te zeggen naar zijn kamer verdwijnt? Normaal moet ik hem daar heen sturen en nu gaat hij vrijwillig”, zei Adam verontwaardigd.

“Sorry Adam, maar ik viel in slaap dus er is geen avondeten”, bekende Hoss uiteindelijk.

“Geen avondeten? Voor jou bedoel je! Ik ga nu praten met mijn zoon en als hij akkoord gaat met mijn idee kan jij betalen”, zei Adam.

Hij ging naar binnen om met zijn zoon te praten.

Adam vond zijn zoon op bed liggend.

“Weer een middag verpest!”, gromde Mitch.

“Hoe bedoel je?”, vroeg Adam verbaasd.

Mitch draaide zich om en ging op bed zitten.

“Oom Hoss nam me mee naar een plek waar helemaal geen vis is. Bovendien liet hij me de hele middag alleen vissen en meneer ging lekker slapen”, zei de jongen.

Adam begreep nu ineens alles. Hij ging naast zijn zoon zitten.

“Heb je zin om uit eten te gaan?”, vroeg hij.

Mitch knikte.

“Dan ga jij je eerst een beetje wassen en dan zeg ik het tegen je oom”, zei Adam.

Dat gebeurde en Adam ging opnieuw zijn broer aanspreken over wat er die middag gebeurd was.

“Wat? Ik moet jullie etentje in de stad betalen? Waarom?”, vroeg Hoss verontwaardigd.

“Omdat jij had beloofd voor het avondeten te zorgen. En dat is dus niet gebeurd”, legde Adam uit.

Met tegenzin stemde Hoss toe.

Na een poos reden de Cartwrights Virginia City binnen. Ze stopten bij een restaurant waar ze wel vaker kwamen.

“Mitch, neem maar wat je wil want je oom betaalt”, zei Adam bij binnenkomst.

Hij keek glimlachend naar zijn broer die het niet echt leuk vond. Ze liepen naar een tafel en gingen zitten.

Mitch begreep niets van wat er op de menukaart stond en zei:“Papa, bestel jij maar voor mij.”

Adam en Hoss begrepen het.

“Mitchy, wil je gebakken aardappels, appelmoes en kip?”, vroeg Hoss.

“Ja, en ijs toe”, antwoordde de jongen.

Een serveerster kwam en nam de bestellingen op. Wat later dan normaal zaten de Cartwrights toch aan een heerlijke maaltijd maar Hoss en Mitch hadden beiden hun lesje geleerd. Hoss dat hij niet meer moest gaan vissen met zijn neefje en Mitch dat hij beter spelletjes kon gaan spelen met zijn grote oom.