SOEP

Opnieuw was er een dag van hard werken voor de Cartwrights voorbij. Rancher Ben Cartwright en zijn drie zoons, Adam, Hoss en Little Joe, hadden de hele dag doorgebracht bij hun kudde.

Zoals elke dag had de trouwe kok Hop Sing voor een heerlijke maaltijd gezorgd. Omdat Hoss en Little Joe nog wat moesten afhandelen waren Ben en Adam alvast naar huis gegaan. Zodoende waren zij het eerst binnen.

“Wat is dat voor een heerlijke lucht?”, vroeg Adam.

“Dat ruikt sterk naar de kippensoep speciaal van Hop Sing. Kom Adam, we gaan alvast voorproeven”, antwoordde Ben.

Ze sprongen van hun paarden en renden naar de keuken waar inderdaad een grote pan op het fornuis stond. De lucht van kippensoep hing in de keuken en woonkamer. Ben pakte de soeplepel, stopte die in de pan en haalde de volle lepel eruit. Hij proefde het kooksel en knikte goedkeurend. Nieuwsgierig als hij was pakte Adam een juslepel en pakte ook hij een lepel soep. Adam goot het goddelijke spul door zijn keelgat.

“Dat smaakt voortreffelijk. We nemen alvast een kom”, zei Adam.

Ben pakte twee kommen uit de kast en vulde ze. Even later zaten vader en zoon Cartwright aan de keukentafel te smullen van de kippensoep speciaal.

“Pa, wat boffen wij toch met een kok als Hop Sing. Ik ken geen andere kok die zo heerlijk kan koken en bakken als de onze”, zei Adam na de tweede kom soep.

“Inderdaad. Daarom zal ik hem nooit ontslaan. Ook als hij met ontslag dreigt weiger ik het te accepteren. Nog een kom?”, vroeg de rancher.

Adam knikte alsof hij met kerst een graag gewild cadeau kreeg. Ben pakte de kommen en vulde ze opnieuw.

Dit ritueel ging een poosje door totdat de pan leeg was.

“Pa, ik heb slecht nieuws te melden”, zei Adam ernstig.

De rancher keek zijn oudste zoon aan en vroeg ongerust:“Je gaat me toch niet vertellen dat.....”

Adam knikte.

“Dat is erg. Is er nog pudding?”, vroeg Ben.

Adam keek in de koeling en zag tot zijn opluchting een lekkere waterpudding staan.

“Pa, hier is ons dessert”, zei Adam glimlachend.

Hij deelde de pudding in tweeën en ging aan tafel zitten.

Ook dit was in een mum van tijd verdwenen in de magen van Ben en Adam. Vlug deden ze de afwas en daarna gingen ze naar de woonkamer. Ben ging de krant lezen en Adam een boek zoals gewoonlijk elke avond.

Pas veel later kwamen Hoss en Little Joe thuis.

“Verdorie nog aan toe. Wat heb ik een trek”, zei Hoss.

“Laten we hopen dat pa en Adam niet alvast begonnen zijn”, antwoordde zijn broer.

Ze gingen naar binnen en roken de lucht van de kippensoep speciaal.

Hoss wreef in zijn handen en zei likkenbarend:“Heerlijk kippensoep speciaal. Daar had ik nou net zin in.”

“Jongens, Adam en ik hebben al gegeten. Dus ga je gang in de keuken”, zei Ben droog.

De twee broers gingen snel naar de keuken om hun magen te vullen. Toen ze rondkeken zagen ze de grote pan staan.

“Joe, ga zitten. Dan zal ik je bedienen”, zei Hoss goedmoedig.

Little Joe ging zitten terwijl zijn broer twee kommen pakte. Hoss had de soeplepel al in de hand toen hij de schrik van zijn leven kreeg. Alle scheldwoorden die hij kende kwamen zijn keelgat uitzingen. Little Joe sprong op en rende naar het fornuis om in de pan te kijken.

“Verdorie. Wat een rotstreek van pa en Adam!”, gromde Hoss.

Little Joe kreeg een geniepig idee.

“Ik bak een eitje voor ons en jij smeert de boterhammen. We eten dan gewoon dat ei op brood. De lekkere lucht van gebakken ei zal pa en Adam naar de keuken lokken en dan mogen zij toekijken terwijl wij eten. Dat zal ze leren niets voor ons over te laten”, zei hij.

Hoss zei:“Hop Sing zei dat hij waterpudding had gemaakt. Die is voor ons.”

Hij keek in de koeling en opnieuw vlogen de scheldwoorden door de keuken. Little Joe wist genoeg.

Zoals gewoonlijk mislukte het plan van Little Joe en bleven Ben en Adam weg uit de keuken. Maar ook de gebakken eieren werden zwart zodat de broers brood met boter aten.

Die avond gingen twee Cartwrights tevreden met een volle maag slapen en twee zeer ontevreden met een lege maag.