DE FAMILIEVETE

Het was een heerlijke zonnige middag toen Buck Cannon en Manolito Montoya in het woeste landschap van Arizona reden. Plotseling zag Buck een jonge jongen op de grond liggen.

Hij zei tegen Manolito:“Mano, iemand ligt daar. Laten we gaan kijken wat er is.”

Ze reden allebei naar de jongen.

Buck steeg het eerst van zijn paard af, knielde bij de jongen neer en vroeg:“Wie ben je? Ik ben Buck Cannon en dat is Manolito Montoya. Kunnen we je helpen?”

“Ik ben Nicky Johnson. Ik viel van mijn paard en ik denk dat mijn linkerpols gebroken is”, zei de jongen.

Manolito onderzocht zijn linkerarm terwijl Buck hem wat te drinken gaf.

“Kun je je hand bewegen?”, vroeg Manolito.

Nicky schudde van nee.

“Het is gebroken. We nemen je mee naar de ranch. Kun je opstaan?”, vroeg Manolito.

“Ik zal het proberen”, zei Nicky.

Met de steun van Buck en Manolito stond hij op maar viel bijna weer op de grond. De twee mannen legden de jongen voorzichtig op de grond.

Buck keek eerst naar Nicky, toen naar Manolito en zei:“Ik blijf bij hem terwijl jij terug naar de ranch gaat om de wagen te halen. Neem Blue boy ook mee.”

Manolito steeg op zijn paard Mackadoo en reed weg. Hij ging terug naar de High Chaparral terwijl Buck voor Nicky zorgde die veel pijn had.

“Jij ligt hier terwijl ik je arm vastzet met een spalk. Hoe komt het dat je van je paard afviel?”, vroeg Buck.

“Ik reed gewoon wat rond toen ik in de verte schoten hoorde. Dus mijn paard werd bang en gooide me van zijn rug. Hij reed richting noord. Ik heb hier gelegen voor God weet hoelang”, vertelde Nicky hem.

Met water maakte Buck de wond schoon terwijl hij zei:“Dit is geen plek voor een jonge knul zoals jij te zijn. Weet je dat niet?”

“Ik weet dat maar ik heb hier geen vrienden meer”, zei Nicky.

Buck keek naar hem en wist dat de jongen de waarheid vertelde.

“Op de ranch zullen we voor jou zorgen totdat je helemaal beter bent. Heb je nog familie?” , vroeg Buck terwijl hij een spalk rondom de pols van Nicky bond.

“Alleen een zuster en een zwager maar ze spreken niet meer tegen mij. Ik weet niet waarom. Ik woonde bij een vriend totdat hij vermoord werd”, antwoordde Nicky.

“Zo, dat zal het wel samenhouden totdat we thuis zijn. Victoria zal het beter verzorgen”, zei Buck toen hij de spalk aan de arm van Nicky had vastgebonden.

“Is zij jouw vrouw?”, vroeg de jongen glimlachend.

“Nee, ze is getrouwd met mijn broer John en is de zus van Mano. Je zal het naar je zin hebben op de High Chaparral. Dat is de naam van de ranch”, legde Buck uit.

Opeens hoorden ze schoten komend uit de verte.

Buck zei:“Jij kruipt naar achter die rotsen terwijl ik mijn paard in veiligheid breng. Ik zie je achter die rots. Nu!”

Zo snel hij kon kroop Nicky naar de rots die Buck hem had aangewezen. In de tussentijd bracht Buck zijn paard Rebel in veiligheid.

Hij zei tegen het dier:“Hier blijven ouwe jongen.”

Toen keerde hij terug naar Nicky die doodsbang was. Dat veranderde een beetje voor Nicky.

“Wat is er gaande?”, vroeg hij bang.

“Ik weet het niet maar het is niet veilig voor ons om hier te blijven”, zei Buck.

“Buck, ik ben bang”, zei Nicky benauwd.

Ondertussen vond Billy Blue Cannon, in een ander deel van het landschap, een gezadeld paard maar zonder een berijder.

Hij zei tegen zichzelf:“Vreemd. Een gezadeld paard maar zonder berijder. Ik kan het maar beter met me meenemen.”

Hij reed naar het paard en nam het mee naar de ranch. Het paard ging vrijwillig mee.

Toen Blue op de ranch arriveerde vroeg Joe Butler, een knecht en de broer van voorman Sam Butler, :“Een paard gevonden Blue?”

“Ja”, antwoordde deze.

Blue steeg af van zijn paard Soapy, ging naar binnen en zei tegen respectievelijk zijn vader en stiefmoeder:“Ik was juist van plan om naar huis te gaan toen ik een gezadeld paard vond maar zonder een berijder. Ik nam het dier mee naar huis.”

“Een paard zonder een berijder in dit gebied? Vreemd. Laat Pedro het in de stal zetten en we zullen proberen de eigenaar te vinden. Zijn Buck en Manolito nog niet teruggekeerd? Ze zeiden dat ze binnen een uur terug zouden zijn”, zei John.

“Ik heb ze niet gezien maar ik weet zeker dat ze spoedig terug zullen komen”, antwoordde Blue.

“Ze behoorden hier al te zijn. Ik vraag me af waarom het zolang moet duren”, zei John.

“Misschien zijn ze opgehouden. Maak je geen zorgen John”, zei Victoria.

“Je weet hoe ze zijn. Blue, ga naar buiten en kijk of ze er aan komen”, antwoordde John.

Blue ging naar buiten, kwam toen weer terug naar binnen en zei:“Pa, Manolito komt eraan maar hij is zonder oom Buck. Ik geloof dat er iets met hem gebeurd is.”

“Wel, laten we naar buiten gaan en zien wat Mano te zeggen heeft”, zei de rancher.

Hij en zijn zoon gingen naar buiten. Daar zagen ze Manolito arriveren, maar zonder Buck.

“Mano, waar is Buck? Is hij gewond?”, vroeg John toen Manolito van zijn paard afgekomen was.

“Nee, amigo. Buck is oké maar we vonden een jongen die gewond is. We kunnen hem niet bewegen om hem hierheen te krijgen. Dus ik kwam de wagen halen. Blue moet ook meekomen”, legde Manolito uit waarom hij er was zonder Buck.

“Breng ze beiden zo snel mogelijk thuis. Ik zal tegen Victoria zeggen dat ze de logeerkamer in orde moet brengen”, zei John.

Blue was intussen de wagen klaar aan het maken.

Toen Blue en Manolito weg waren zei John tegen zijn vrouw:“Kun je de logeerkamer gereed maken want we zullen een gast krijgen. Buck en Manolito hebben een gewonde jongen gevonden en brengen hem zo hierheen.”

“Zeker John. Ik zal de logeerkamer nu in orde maken”, zei Victoria.

Opeens gleed Nicky van de rots weg en hij bezeerde zijn linkervoet ernstig. Hij zei tegen Buck:“Buck, mijn voet.”

Deze borg zijn revolver weg, greep de jongen vast en trok hem naar zich toe. Ze hielden zich doodstil maar er gebeurde niets. Na een tijdje kwamen ze achter de rots vandaan.

Buck legde Nicky voorzichtig op de grond neer, waar hij gevonden was en zei tegen hem:“Blijf hier liggen, dan ga ik mijn paard halen.”

“Ik kan toch niet lopen”, was het antwoord van Nicky.

Maar toen Buck op de plek kwam waar hij Rebel had verstopt, kreeg hij een nare verrassing. Op de plek waar zijn paard eerst stond was nu een lege plek. Hij was zo verbaasd om te zien dat zijn paard weg was dat hij sprakeloos was. Hij keek rond maar vond zijn paard niet.

Teruggekomen bij de jongen vroeg deze:“Waar is je paard?”

“Ze hebben mijn paard gestolen”, zei Buck geërgerd.

Eindelijk waren Manolito en Blue gearriveerd met de wagen.

“Waarom moest dat zolang duren? Ze hebben Rebel zojuist gestolen”, antwoordde Buck.

Maar hij kreeg geen antwoord op zijn vraag.

“Hoe is het met je arm?”, vroeg Manolito toen hij en Buck Nicky op de wagen legden.

“Het doet pijn en mijn voet ook”, antwoordde Nicky.

“Oh, dit is Nicky Johnson, Blue Boy. Nicky, dit is mijn neefje Blue Boy”, zei Buck toen hij Nicky en zijn neef aan elkaar voorstelden.

Vrij gauw waren ze op weg naar de ranch. Buck bestuurde de wagen. Hij kon niet al te hard rijden mede omdat de wegen niet overal even gelijk waren. Hoe dan ook, ze kwamen toch uiteindelijk thuis.

Buck zette de wagen vlak voor de voordeur en zei:“We zijn thuis. Nicky, welkom op de High Chaparral. John, help me even om de jongen binnen te krijgen. Kijk uit want hij heeft zijn linkervoet bezeerd.”

Met veel moeite kwam Nicky van de wagen af en werd hij naar binnen gebracht. Op de bank probeerde hij zijn voet op de grond neer te zetten maar door de pijn lukte dat niet.

“Nicky, kun je even je laars uittrekken?”, vroeg John.

Nicky probeerde het maar slaagde er niet in.

“Snij het maar open. Ik geef er niets om”, zei de jongen.

Buck sneed de laars voorzichtig open zonder in de voet te snijden. De voet van Nicky was opgezwollen.

“Breng hem maar naar de logeerkamer”, zei Victoria toen.

John en Buck brachten de jongen naar de logeerkamer waar de jongen liet merken dat hij vermoeid was.

Zodra Nicky in bed lag zei John tegen hem:“Jij blijft hier totdat je volkomen beter bent. Probeer maar wat te slapen. We komen later wel even kijken of je nog wat nodig hebt.”

Algauw viel Nicky in een diepe slaap.

Beneden vertelde Buck in het kort wat hij wist van/over Nicky.

Toen vroeg Blue:“Vanmiddag vond ik een paard dat rondliep zonder een berijder maar wel gezadeld. Is die toevallig van hem?”

“Dat zou best eens kunnen Blue Boy”, was het antwoord van Buck.

Ondertussen ergens anders bij Tucson. Bij de Clarkes was Claire, de zus van Nicky, behoorlijk ongerust omdat Nicky al een paar dagen spoorloos was. Haar man Jesse was ook ongerust, maar meer om het feit dat de jongen wel eens zou kunnen gaan praten over de moorden die hij en Claire hadden gepleegd.

“Hij zal toch niet gaan praten?”, vroeg Claire.

“Ik denk het niet. Hij weet wat er met hem gebeurt als hij gaat praten”, zei Jesse vastbesloten.

Claire knikte instemmend.

“We zorgen heel goed voor hem en wat krijgen we ervoor terug? Totaal niets. Dat joch is niets waard. Laten we hem maar gaan zoeken. Hij kan niet ver zijn”, zei Jesse uiteindelijk.

Hoewel de Clarkes naar Nicky zochten konden ze hem niet vinden. Het leek erop dat Nicky verdwenen was. Totdat Blue in de stad was.

Toen hij van zijn paard afsteeg kwam Jesse naar hem toe en zei tegen hem:“Heeft u toevallig Nicky Johnson gezien? Hij is klein voor zijn leeftijd.”

“Nee, ik heb hem niet gezien. Het spijt me”, zei Blue.

Terwijl Jesse weg liep keek Blue hem na. Toen steeg hij op zijn paard en reed hij zo snel mogelijk naar huis.

Op de ranch zag Manolito Blue erg vlug komen.

Hij vroeg:“Kalm aan amigo. Waarom zo’n haast?”

“Slaapt Nicky nog? Ik heb nieuws voor hem”, antwoordde Blue terwijl hij van Soapy afsteeg.

Hij ging naar binnen en zei tegen John, Victoria, Manolito en Buck:“Ik was zojuist in de stad toen een man me vroeg of ik Nicky had gezien. Ik zei van niet.”

“Hij zei dat zijn zus en zwager niet meer tegen hem spreken”, zei Buck.

“Hij is niet in staat om te reizen dus hij blijft hier”, zei John vastbesloten.

“Moeten we dit Nicky niet vertellen?”, vroeg Blue.

“Niet totdat hij in staat is om het te accepteren. Hoe is het eigenlijk met hem?”, vroeg John.

“De laatste keer dat ik keek sliep hij diep. Ik weet niet of hij dat nog doet”, zei Victoria.

De Clarkes merkten dat niemand Nicky had gezien. Net toen Jesse weg wilde rijden zag Sam (de voorman van de High Chaparral) dat Jesse op het paard van Buck reed. Sam zei niets en liet ook niet merken wat hij wist. Ook hij vertrouwde Jesse niet.

Jesse reed naar huis waar Claire hem vroeg:“Volgens mij is dat joch ergens op een ranch. We moeten alleen uitvinden op welke en we hebben hem weer. Waar heb je dat paard vandaan?”

“Iemand had het achtergelaten bij een struik. Ik dacht ik zal het maar mee naar huis nemen”, antwoordde haar echtgenoot.

Hij steeg af, zette het paard in de stal en zadelde het af.

Binnen zei hij:“Ik ga vanavond weer informeren of iemand Nicky heeft gezien.”

Na het avondeten gingen Buck en Manolito naar de stad om een borrel te drinken in de saloon.

Net toen ze daar aankwamen zei Manolito tegen Buck:“Kijk, daar is de persoon die Blue vroeg naar Nicky.”

“Yeah, je hebt gelijk. Oh hij komt naar ons toe”, was de reactie van Buck.

Jesse kwam naar beide mannen en vroeg:“Hebben jullie een jongen gezien genaamd Nicky Johnson?”

“Ken jij ene Nicky Johnson? Ik niet”, zei Buck en ook Manolito ontkende het.

“Neem me niet kwalijk sir maar waarom zoekt u hem eigenlijk?”, vroeg Buck geïnteresseerd.

“Geen enkele reden. Hij is mijn zwager en mijn vrouw en ik zouden eigenlijk voor hem moeten zorgen. Als u hem ziet laat het me dan weten”, antwoordde Jesse.

Ze beloofden dat te doen maar zodra Jesse was weggelopen zei Buck:“Ik vertrouw die kerel niet.”

“Ik ook niet amigo. Laten we een biertje drinken”, zei Manolito.

Na een uur kwam Blue de saloon binnen.

Hij zei tegen Buck en Manolito:“Pa wil dat jullie zo snel mogelijk naar huis komen. Het is dringend.”

“Wel, Blue Boy, laten we dan maar gaan”, zei Buck met een glimlach op zijn gezicht.

Ze reden zeer vlug naar huis.

Daar zei John tegen Buck en Manolito:“Nicky is wakker en heeft ons verteld over zijn zus en zwager. Het blijkt dat Nicky getuige is geweest van de moord op zijn ouders.”

“Wie heeft zijn ouders vermoord?”, vroeg Buck verbaasd.

“Zijn zus en zwager. De jongen is doodsbang dat hij ook vermoord wordt”, zei John.

“We kwamen zijn zwager tegen vanavond. Hij zei dat als we Nicky zagen hem dat moesten zeggen. We hebben dat natuurlijk ontkend”, zei Manolito.

Opeens keek Buck verbaasd op en hij zei:“Wacht even John. Vanmiddag toen Nicky en ik wachtten op Mano en Blue Boy werden we aangevallen maar we zagen niemand. Diezelfde tijd werd Rebel gestolen. Ik geloof dat ze er iets mee te maken hebben.”

“We houden Nicky hier en niemand vertelt dat hij hier is. Dat is een bevel”, zei John.

Ze knikten allemaal.

Later toen Buck ging kijken bij Nicky zei hij:“Hoe gaat het met jou? John vertelde me over de moord op je ouders.”

“Ik voel me goed maar ik kan jullie niet in gevaar brengen omdat jullie mij verbergen. Mijn zus en zwager kunnen erg gevaarlijk zijn. Heeft hij rondgevraagd over mij?”, vroeg Nicky wat van streek.

“Ja, dat deed hij maar we zeiden dat we je helemaal niet gezien hebben. Ik vertrouw hem niet. Je bent hier veilig. Geloof me. Heb je soms trek?”, vroeg Buck.

Nicky knikte dus ging Buck naar beneden.

Hij zei tegen zijn schoonzus:“Zou je iets te eten willen maken voor Nicky? Hij is nog te zwak voor een complete maaltijd.”

“Goed. Ik zal het meteen doen”, antwoordde zijn schoonzus.

Toen Nicky had gegeten voelde hij zich veel beter maar hij bleef toch nog in bed.

De volgende dag toen Buck in de stad was met Blue en Manolito kreeg hij een verbazingwekkende verrassing. Bij het kantoor van de sheriff zag hij zijn paard Rebel staan.

“Kijk Mano en Blue Boy, dat is Rebel dat ze gisteren hebben gestolen. Ik vraag me af hoe het daar komt”, zei hij verbaasd.

“Si, het is jouw paard. Laten we vragen hoe het daar komt”, zei Manolito.

Maar net toen ze naar binnen wilden gaan in het kantoor van de sheriff hoorden ze een bekende stem. Ze luisterden aan de deur en het was Jesse pratend tegen de sheriff.

Jesse zei:“Ik wil dat u Nicky Johnson arresteert wegens moord op mijn schoonouders.”

“Waar is Nicky?”, vroeg de sheriff.

“Dat weten we niet. Hij is gevaarlijk voor iedereen”, legde Jesse uit.

De Cannon clan kon net op tijd wegduiken toen Jesse het kantoor van de sheriff verliet.

“Ik zal dat joch arresteren zodra ik hem zie. U kunt daar op rekenen Mr Clarke”, zei de sheriff tegen hem. Toen hij uit het zicht verdwenen was gingen Buck, Manolito en Blue het kantoor in.

Buck zei tegen de sheriff:“Het spijt me sheriff, maar we hoorden toevallig uw gesprek met Mr Clarke. Wel, weet u, ik ben toevallig een vriend van Nicky en ik weet zeker dat hij onschuldig is.”

“Kun je me ook nog vertellen waar ik hem kan vinden Buck?”, vroeg de sheriff.

“Wel, eh ik weet het niet, maar….”, begon Buck te vertellen.

Manolito vroeg:“Wat hij probeert te zeggen is dat Nicky ergens is waar hij niet te vinden is. Is dat niet zo amigo?”

“Oh ja, dat is zo sheriff”, zei Buck glimlachend.

De sheriff keek naar hem en vroeg:“Vertel hem dat ik hem zoek. Is er nog iets anders dat je wil?”

“De man die net uw kantoor verliet rijdt op een gestolen paard. Dat paard is van mij.”, zei Buck.

Hij vertelde het verhaal en gelukkig geloofde de sheriff hem.

Buiten het kantoor zei Buck tegen Blue:“Ga naar huis en vertel John dat Nicky door zijn zwager is aangegeven en nu gezocht wordt wegens moord op zijn ouders.”

Blue deed dat en toen hij weg was zagen Buck en Manolito Claire komen. Al pratende liepen ze tegen haar op. Manolito zag kans een papier weg te nemen van haar. Ze merkte het niet eens. Manolito en Buck lazen het papier.

Manolito zei:“Dit is hetzelfde verhaal wat Nicky ons vertelde. Als we dit aan de sheriff tonen zal hij zeker Jesse en Claire arresteren.”

“Hou het bij je. Daar komt ze”, zei Buck toen hij Claire naar ze toe zag komen.

“Neem me niet kwalijk maar kan ik het papier terugkrijgen dat u van mij afgepakt heeft?”, vroeg ze.

“Papier? Welk papier? Oh, u bedoelt dit papier. Het is maar een boodschappenlijst die mijn zus Victoria aan mij gaf. Maar als u het wil hebben, hier is het”, zei Manolito.

Ze pakte het papier en liep weg.

Vlug gingen Buck en Manolito naar de sheriff.

Daar vroeg Buck:“We hebben bewijs dat Nicky onschuldig is. We zagen kans het weg te nemen van zijn zus. Gelooft u ons?”

De sheriff las het papier en zei:“Ik geloof jullie. Ik arresteer zijn zus en dat zal leiden tot de arrestatie van haar echtgenoot. Je kunt dit de jongen vertellen.”

Beide mannen waren het met hem eens.

Buck en Manolito gingen een welverdiende borrel halen in de saloon in afwachting van de arrestatie van Claire Clarke. In de saloon merkten ze dat de Clarkes helemaal niet populair waren in Tucson.

Aan de bar zei de barkeeper tegen Buck en Manolito:“Ze hebben dat joch gewoon gebruikt als een voorbeeld dat ze zo goed waren. Maar nu is hij verdwenen. Niemand weet waar hij is.”

“Echt waar? Hoe heet hij?”, vroeg Buck argeloos.

“Nicky Johnson. Hij woonde op een ranch even buiten de stad”, antwoordde de barkeeper.

Ze wisten meer dan genoeg en gingen weer op huis aan.

Op het moment dat Buck wilde opstijgen zei Manolito tegen hem:“Buck, kijk eens wie daar aankomt met de sheriff.”

“Ken jij haar? Ik niet”, antwoordde Buck.

Claire had inmiddels door dat zij erachter zaten en zei toen ze het duo passeerden:“Ik ben onschuldig maar dat rotbroertje van mij is de dader. Ik krijg jullie nog wel.”

“Dag mevrouw, dag sheriff”, zeiden de beide mannen beleefd.

Dit gebaar maakte Claire nog bozer dan ze al was.

In het kantoor vroeg de sheriff:“Waar is uw echtgenoot?”

“Hij is op zoek naar Nicky omdat wij verantwoordelijk voor hem zijn”, antwoordde Claire.

Ze werd toch in de cel geplaatst.

In de cel vroeg ze:“Ik ben volkomen onschuldig. Waarom heeft u mij dan toch gearresteerd?”

“Ik heb hier het bewijs dat u schuldig bent”, antwoordde de sheriff.

“Vertel me, gelooft u mij of een volkomen vreemdeling?”, vroeg ze toen.

“Welke vreemdeling bedoelt u?”, vroeg de sheriff verbaasd.

“Degene die omgaat met mijn broertje Nicky. Door hem zit ik nu vast”, was het antwoord van Claire.

De sheriff zei echter niet dat hij die persoon kende want ook hij vertrouwde Mrs Clarke niet.

Intussen vroeg Jesse zich af waar zijn vrouw bleef, niet wetende dat ze gearresteerd was. Toen had hij een plan om zijn zwager te pakken te nemen. Hij huurde en man in die wel zin had om vlug duizend dollar te verdienen.

Jesse zei tegen hem:“Zodra je Nicky en die kerel die bij hem is ziet dwing je ze naar dat verlaten huis te gaan. Ik ben daar en zodra ze binnen zijn krijg jij je geld en kan je weg.”

“Dat is als ik me niet vergis er eentje van de Cannons van The High Chaparral”, zei de man.

“Hij draagt donkere kleding en brengt Nicky op het slechte pad”, zei Jesse.

“Dat is Buck Cannon”, zei de man.

Dit bracht Jesse op het idee om zowel Nicky als Buck te gijzelen in het verlaten huis buiten de stad.

Ondertussen was Blue teruggekeerd op The High Chaparral.

Binnen zei hij tegen John:“Jesse wil Nicky gearresteerd hebben voor het vermoorden van zijn schoonouders. Hij rijdt op het paard van oom Buck. ”

“Ik vermoordde mijn ouders niet. Dat deden zij”, was de reactie van Nicky die net naar beneden kwam.

“Nicky, hoe gaat het?”, vroeg John verrast.

“Mijn arm doet pijn maar ik voel me goed”, antwoordde de jongen.

“Je loopt beter dan gisteren. Je blijft hier totdat je arm beter is”, zei Victoria.

Toen hoorden ze buiten een schot. Nicky ging terug naar zijn kamer en deed alsof hij sliep. John en Blue gingen naar buiten om te kijken wat er is. Ze zagen buiten het paard van Buck het erf oprijden. De berijder was Jesse Clarke die niet wist dat het paard daar hoorde. John en Blue zagen het paard komen.

John zei tegen zijn zoon:“Kijk of Nicky veilig is.”

“Meteen pa”, antwoordde Blue en hij ging het huis binnen.

De jongen was doodsbang toen Blue hem het nieuws vertelde maar Blue zei:“Pa weet wat hij moet doen. Maak je geen zorgen.”

Buiten vroeg John aan Jesse:“Kan ik u helpen sir? Komt u dat paard terugbrengen?”

“Nee, helemaal niet. Dit is mijn paard maar ik heb gehoord dat mijn zwager hier is. Ik kwam om hem thuis te brengen”, zei Jesse.

“Ik ben bang dat u voor niets kwam sir. Alleen mijn vrouw, zoon en ik zijn hier. Tussen twee haakjes, waar heeft u uw paard vandaan als ik dat vragen mag?”, wilde John weten.

“Ik heb hem al jaren. Waarom?”, vroeg Jesse zenuwachtig.

Ondertussen was Blue ook naar buiten gekomen.

“Pa, is dat niet het paard van oom Buck?”, vroeg hij zijn vader.

“Ja, dat is zo. Het is een dag geleden van hem gestolen. Dus sir, u zit diep in de problemen”, antwoordde John.

Jesse reed snel weg, erg kwaad wezend op de Cannons.

Toen hij buiten zicht was kwam Nicky buiten het huis en hij zei tegen John en Blue:“Hij zal terugkomen.”

“Hoe komt het dat je daar zo zeker van bent?”, vroeg John.

“Ik ken mijn zwager. Op een dag zal hij me vangen en ook vermoorden. Ik ben te lang op de vlucht voor hen geweest om te blijven vluchten”, zei Nicky.

Op dat moment kwamen Buck en Manolito rijdend naar het huis.

Buck vroeg:“Je zus is zojuist gearresteerd. Je moet komen en haar identificeren. Kun je een paard berijden?”

“Ik denk het wel. Kom jij met me mee?”, vroeg Nicky wat Buck beloofde te doen.

Toen ze in de stad arriveerden werd Nicky zenuwachtig.

Plotseling hoorden ze een stem zeggen:“Blijf op jullie paarden en blijf rijden totdat ik zeg te stoppen. Geen gepraat.”

Ze reden naar een verlaten huis waar ze van hun paarden afstegen. Toen Nicky en Buck het huis binnenkwamen kreeg Nicky de schok van zijn leven.

“Leuk om je weer eens te zien, mijn beste Nicky”, zei Jesse met een gemene glimlach.

“Ik heb je nooit vertrouwd. Laat ons gaan. Ze gaan ons gauw missen. Ze zullen zoeken naar ons en ons vinden”, zei Nicky.

“Ze zullen jullie nooit vinden”, zei Jesse.

Buck en Nicky moesten zich rustig houden wat ze dan ook deden.

Terwijl hij een geweer op hem richtte zei Jesse tegen Buck:“Dat rotjoch is gevaarlijk voor iedereen. Ik ga jou ruilen voor mijn vrouw zodat Nicky gearresteerd wordt.”

Buck keek op en zei:“Ik geloof deze jongen.”

In het verlaten huis had Jesse een flinke maaltijd voor zich op tafel terwijl Buck en Nicky alleen maar konden en mochten toekijken.

Met een gemeen glimlachje op zijn gezicht zei Jesse tegen hen:“Ik ga dit opeten terwijl jullie mogen toekijken.”

Buck en Nicky keken elkaar aan en Nicky merkte dat Buck dat al een plan had om te ontsnappen. Buck knipoogde naar Nicky en Nicky gaf er eentje terug zonder dat Jesse het merkte.

Opeens zei Buck tegen Nicky:“Het is jouw schuld dat ik hier zit. Ik had je gewond moeten achterlaten daar waar ik je vond!”

“Dus dit is mijn schuld? Mr Cannon, hartelijk bedankt! Ik vroeg toch niet om je hulp of wel?”, vroeg Nicky verbaasd.

“Je weigerde het niet”, antwoordde Buck.

Toen hoorden ze Jesse zeggen:“Allebei mond dicht! Ik wil stilte wanneer ik eet!”

Buck vroeg:“Neem me niet kwalijk sir, maar zou ik een glas water kunnen krijgen? Ik heb nogal dorst, weet je.”

“Een glas water?”, vroeg hij.

“Één glas water”, was het antwoord van Buck.

“Een glas water komt eraan”, zei Jesse. Hij gaf Buck een glas water maar toen Buck het glas vasthield zei hij tegen Jesse:“Hier heb je het water terug.”

Hij gooide het water in zijn gezicht en sloeg hem bewusteloos.

“Kom mee Nicky”, zei hij tegen de jongen die zo snel mogelijk rende.

Buiten zei Buck tegen zijn eigen paard:“Het is fijn om je weer terug te hebben, ouwe jongen.”

“Buck, help me om op het paard te komen”, zei Nicky want hij had moeite om op te stijgen.

Buck hielp hem, steeg op zijn paard en ze reden weg.

Ondertussen was iedereen op de High Chaparral behoorlijk ongerust geworden omdat Buck en Nicky nog altijd niet verschenen waren. Buiten was het al schemerig geworden.

Uiteindelijk zei John tegen Blue:“Jij en Mano gaan onmiddellijk naar Tucson om te informeren of iemand hen toevallig heeft gezien. Als je iets weet kom dan direct terug.”

“Begrepen pa”, antwoordde Blue.

Hij en Manolito zadelden hun paarden en gingen op weg naar Tucson.

Toen ze weg waren zei Victoria:“Ik hoop dat er niets gebeurd is met Buck en Nicky.”

“Ik hoop het ook niet. Buck weet de weg naar huis en hij zal de jongen niet uit het oog verliezen”, zei John.

Toen Blue en Manolito in de stad aangekomen waren gingen ze als eerste naar de saloon. Noch aan de bar, noch aan de pokertafel was Buck Cannon en/of Nicky Johnson gesignaleerd. Toen namen ze het besluit om naar de sheriff te gaan die net zijn ronde aan het doen was.

“Heeft u toevallig Buck Cannon en/of Nicky Johnson gezien? Ze worden al een paar uur vermist”, zei Manolito.

Hij zei:“Nee, het spijt me maar ik heb ze geen van beiden gezien. Tenminste niet nadat ik Mrs Clarke gearresteerd heb.”

“Bedankt in ieder geval. Als u hen ziet kunt u dat dan laten weten aan ons?”, vroeg Blue.

Dat zou de sheriff zeker doen. Toen drong het bij beiden door dat de zwager van Nicky achter de verdwijning van Buck en Nicky zou kunnen zitten.

“We kunnen nu maar het beste naar de verlaten ranch van de Johnsons gaan want misschien zijn ze daar wel. Kom mee Blue”, zei Manolito.

Ze stegen weer op hun paarden en reden naar de ranch van de Johnsons die sinds een paar maanden onbewoond was.

Na een poosje in het donker gereden te hebben bereikten Buck en Nicky zijn oude ranch. Het was er donker en verwaarloosd maar plotseling schrok het paard van Nicky ergens van en gooide hij de jongen er weer van af.

Buck steeg vlug van zijn paard, pakte de teugels en kalmeerde het paard door te zeggen:“Rustig jongen. Het is al goed.”

Nicky was toen al buiten westen en werd door Buck naar binnen gedragen. Op bed liggend kwam de jongen bij.

“Waar ben ik? Wat is er gebeurd?”, vroeg hij de kamer rondkijkend.

“Je bent veilig in het huis. Je werd van je paard afgegooid. De paarden staan in de stallen. Hoe is het met je pols?”, vroeg Buck bezorgd.

“Het doet pijn. Dit is waar ik met mijn ouders woonde totdat ze werden vermoord. Ze lieten het na aan mij maar voor een vreemde reden wil mijn zus dit bezitten. Waarom, ik begrijp het niet. Ze gaf nooit wat om de ranch. Waarom nu opeens wel?”, vroeg Nicky erg verbaasd terwijl hij ging zitten.

“Dat zullen we moeten uitvinden. Is er geen eten hier?”, vroeg Buck.

“Ja, er is hier wel wat te eten. Ik heb het ergens verstopt waar je het echt nooit zou gaan zoeken. Aha, hier is het. Een perfecte verstoppingplek voor eten”, zei Nicky glimlachend toen hij een blik bonen van onder het bed tevoorschijn haalde.

“Hoe wist jij dat daar een blik bonen was?”, vroeg Buck stomverbaasd.

“Ik was hier een paar dagen terug. Ik had het daar gelegd uit noodzakelijkheid. Kun jij het open maken?”, legde Nicky uit.

Buck opende het blik en terwijl Nicky de bonen opwarmde maakte hij de bedden gereed voor de nacht.

De eenvoudige maaltijd deed Buck en Nicky goed. Buck merkte dat de jongen vermoeid was want Nicky vocht hevig tegen de slaap. Opeens hoorden ze een geklop op de deur. Ze keken elkaar aan en trokken hun revolver toen Buck de deur opendeed. Hij richtte zijn revolver op Manolito en Blue.

“Is dat nou een leuke en aardige manier om ons gedag te zeggen?”, vroeg Manolito.

“Het spijt me. We dachten dat jullie zijn zwager waren. Wat doen jullie hier?”, vroeg Buck verontwaardigd.

“Pa heeft ons gestuurd om jullie te zoeken omdat jullie niet op kwamen draven. Hij werd ongerust”, zei Blue.

“Jesse hield ons gegijzeld maar Buck sloeg hem buiten westen”, legde Nicky uit.

“Kom, dan gaan we naar de ranch want anders moet John nog een posse voor ons vormen”, zei Manolito.

Zo gezegd, zo gedaan.

Na een korte tijd arriveerden ze op de ranch waar Nicky bijna instortte. Buck en Manolito vingen hem op tijd en brachten hem naar binnen.

“En waar waren jullie als ik dat vragen mag?”, vroeg John.

“Wel John, dat is een lang verhaal. We waren in de stad toen iemand ons beval naar een verlaten huis te gaan. Jesse was daar en hield ons gegijzeld. Ik gooide water in zijn gezicht en sloeg hem buiten westen. Met de paarden reden we naar de ranch van Nicky en daar vonden Mano en Blue Boy ons”, vertelde Buck zijn broer.

“Hij en mijn zus hebben mijn ranch geruïneerd”, zei Nicky overstuur.

“Nicky, niet overstuur raken. Ze krijgen hun deel heus wel. Nu ga jij naar bed want je ziet er vreselijk uit”, kalmeerde John hem.

“Yeah, ik ga naar bed. Welterusten”, zei de jongen.

Hij ging naar zijn kamer om te slapen.

“Die zwager van hem wil hem echt op laten draaien voor de moord op de Johnsons. Het is zijn woord tegen dat van hem”, zei John.

“Is er niets dat we kunnen doen?”, vroeg Blue.

“Ze zijn erg brutaal, Blue Boy”, was het antwoord van Buck.

De volgende morgen toen Nicky beneden was zei hij:“Is mijn zwager nog geweest? Hij zal vast wel achter mij en Buck aan gaan.”

“Nee, sinds gistermiddag niet meer. Hij weet vast niet dat Buck hier woont”, antwoordde John.

“Als hij nog iets slechts zegt over jou zal ik hem eens flink de waarheid vertellen”, reageerde Buck fel.

“Rustig Buck. Nicky, heb jij de sheriff jouw versie verteld?”, vroeg John bedaard.

De jongen schudde van nee en zei:“Ik kreeg er geen kans voor want als ik mijn getuigenis zou gaan geven dan zou Jesse en/of Claire mij vermoorden.”

“Je kunt zeker wel omgaan met een revolver?”, vroeg Manolito.

“Ja. Mijn vader leerde me schieten”, zei Nicky wat afwezig.

“Je mist je ouders zeker?”, was de vraag van Victoria.

Hij knikte van ja.

“De afgelopen maanden moeten erg moeilijk voor je geweest zijn”, zei Victoria.

Nicky zei:“Zeker en nu ze achter mij aan zitten komt alles weer terug. Misschien is het beter als ik alleen achter hen aanga. Het spijt me dat ik jullie met mijn problemen heb opgezadeld. Ik pak mijn paard en ga weg.”

“Geen sprake van Nicky Johnson! Je bent nog niet helemaal hersteld”, antwoordde John een beetje streng.

Hierdoor wist Nicky dat hij op de ranch zou blijven. Iedereen merkte hoe erg gespannen de jongen was.

Toen hij buiten was zei John tegen zijn jongere broer: “Buck, neem hem mee en laat hem de hele ranch zien. Óók de kudde.”

“Goed John”, zei deze kalm en hij gaat ook naar buiten.

“Nicky is een beetje te gespannen. Er moet maar iets gebeuren en hij draait volkomen door”, zei Manolito.

“Dat moeten we dus te zien voorkomen”, antwoordde John bezorgd om Nicky.

Buiten zei Buck tegen Nicky:“Kom stijg op knul. Dan laat ik je de hele ranch zien.”

“Okay, ik ga met je mee”, zei Nicky wat afwezig.

Toen ze eenmaal reden vroeg Buck:“We willen je gewoon helpen. Wanneer werd je vriend vermoord?”

“Een maand geleden. We kwamen thuis van een avondje poker toen Jed iets hoorde. Hij ging kijken en ik volgde hem. Opeens werd er geschoten en Jed was op slag dood. Ik weet zeker dat mijn zus en zwager erachter zitten. Ze hebben mijn ouders ook in koele bloede vermoord”, zei Nicky voor zich uitkijkend.

Buck zei:“Ik hoop voor jou dat dit spoedig achter de rug is en jij door kan gaan met je leven.”

“Ik hoop het ook. De High Chaparral is ook wel enorm zeg”, zei de jongen bewonderend.

Hij was ook onder de indruk van de kudde.

De hele dag in de buitenlucht deed Nicky veel goed en tegen de avond kwam hij met Buck thuis.

“Hey amigo. Je ziet er veel beter uit dan vanmorgen”, zei Manolito tegen de jongen.

“Ik voel me ook veel beter dan vanmorgen”, antwoordde hij.

Binnen zei Nicky tegen John:“Het spijt me van vanmorgen. Ik wist niet wat me overkwam.”

“Het is al goed jongen. Ik begrijp het. Buck vertelde me dat je ouders hun ranch aan jou na lieten. Wat ga je er mee doen?”, vroeg John.

“Geen idee nog eigelijk. Ik zie niets meer zitten op dit moment”, antwoordde Nicky.

“Dat komt wel weer. Kom dan gaan we straks eten”, zei John tegen hem.

Die avond na het eten zei John:“Nicky, ik weet een manier om je zus en zwager te pakken te krijgen.”

“Ben benieuwd”, zei deze kalm.

In de woonkamer legde John het hele plan uit:“Jij en Buck zijn morgen in Tucson om Jesse op te wachten. Zodra hij jullie in de gaten krijgt verlaten jullie de stad. Hij gaat dus achter jullie aan terwijl Blue en Mano jouw zus gaan pakken want ze is ontsnapt uit de cel. Ik zal de sheriff op de hoogte brengen. Kunnen je zus en zwager goed paardrijden?”

“Ze nemen liever hun wagen. Zover ik me kan herinneren heb ik hem nog nooit op een paard zien rijden zoals wij dat doen”,vertelde Nicky.

“Jij kan hard rijden dus dat is meegenomen”, zei Buck kalm.

“Dus zij gaan eerst achter ons aan en dan lokken wij hen in een hinderlaag als ik het goed begrijp?”, vroeg Nicky.

“Dat is de bedoeling. Ik hoop alleen dat het zal lukken”, zei John.

“Maar wat doen we als het mislukt? De Clarkes zijn erg gevaarlijk”, zei Buck.

“Ik ga dan net zo lang achter hen aan totdat ik ze krijg. Desnoods alleen”, was het antwoord van Nicky.

“Vergeet dat maar jongeman”, zei John.

“Waarom? Ze hebben mijn leven verwoest. Waarom zitten ze me dan dwars?”, vroeg Nicky rondlopend in de woonkamer.

“Volgens mij willen ze jou zover krijgen dat je de ranch aan hen verkoopt”, antwoordde Buck.

Nicky antwoordde:“Nooit!”

“Jullie gaan morgen weg met zijn vieren maar ga wel op tijd uit elkaar. De Clarkes mogen niets in de gaten krijgen”, zei John.

“Ik ga naar bed. Welterusten”, zei Nicky doodmoe.

Hij ging naar zijn kamer.

Toen de jonge cowboy weg was zei Manolito:“Vandaag of morgen draait hij door. Wie weet wat hij dan hij doet.”

“Hij mag morgen niet alleen gelaten worden. Anders doet hij zichzelf nog iets aan”, zei John.

In zijn kamer probeerde Nicky te slapen maar dat lukte niet of nauwelijks. Zijn gedachten waren bij wat zijn zus en zwager hem hadden aangedaan. Zijn gedachten werden onderbroken doordat Buck binnenkwam.

“Ik kan niet slapen Buck”, zei de jongen. “We zien allemaal hoe gespannen je bent. Probeer je te ontspannen”, zei Buck kalm.

“Dat probeer ik maar het lukt niet. Ik moet steeds denken aan wat mijn zus en zwager mij aandeden en nog steeds doen”, antwoordde Nicky wat van streek.

“Morgen gaan we ze pakken en dan is het over voor jou om te blijven vluchten. Je zal wel tegen hen moeten getuigen. Probeer wat te slapen want morgen is het vroeg dag”, antwoordde Buck.

Zich beter voelend viel Nicky uiteindelijk in een diepe slaap.

De volgende morgen gingen Buck, Nicky, Manolito en Blue naar Tucson om de Clarkes te pakken te krijgen. John was intussen bij de sheriff om het plan te bespreken.

De sheriff zei:“Ik geef mijn volledige medewerking. Er is genoeg bewijsmateriaal om hen beiden achter de tralies te krijgen.”

“Goed. Ik zal het doorgeven aan de anderen”, zei John.

Hij verliet het kantoor en zei tegen de anderen:“De sheriff geeft zijn volledige medewerking. Nu is het jullie beurt.”

“OK. Nicky, probeer je kalm te houden”, zei Manolito.

“Ik zal het proberen. Laten we gaan”, antwoordde de jongen.

Zo gezegd, zo gedaan.

In de saloon waren Manolito en Blue terwijl Buck en Nicky buiten bleven.

Nicky zei:“Kijk eens wie daar komt? Dat lijkt mijn zwager wel.”

“Je hebt gelijk. Ga naar binnen en waarschuw Mano en Blue Boy”, adviseerde Buck.

Terwijl Nicky in de saloon was hield Buck zich bezig met zijn paard.

“Dat is mijn paard. Ik eis dat je het nu teruggeeft”, zei Jesse tegen hem.

Buck keek hem zeer verbaasd aan en zei:“Wat zei u? Ik hoorde u niet goed.”

Toen kwam Nicky eraan, keek Buck aan en zei:“We moeten naar de dokter voor je gehoor.”

“Dat is zo. Kom we gaan”, antwoordde Buck.

Ze stegen op en reden de stad uit, Jesse woest achterlatend. Deze ging achter hen aan.

Manolito en Blue gingen naar Claire.

Binnen vroeg Blue kalm aan haar:“Ik weet waar uw broertje is. Zal ik u er heen brengen?”

“Ja graag”, zei Claire die wel in de gaten had dat ze gearresteerd zou worden.

Toch zag ze kans om te ontsnappen.

Toen ze weg was zei Manolito:“Kom mee Blue.”

Ze gingen achter Claire aan. Deze was eenvoudig te pakken te krijgen. Algauw was ze dan ook gearresteerd.

Ondertussen reden Buck en Nicky met Jesse op hun hielen. Buck en Nicky kenden de omgeving beter dan Jesse en bij een paar dichte struiken hielden ze zich verborgen. Jesse reed hen gelijk voorbij zodat Buck en Nicky hem konden achtervolgen.

Buck merkte hoe gespannen de jongen was en zei:“Nick, ontspan je. Kom, we moeten iets vangen.”

Ze gingen weer op weg en algauw kregen ze Jesse in het oog. Opeens zag Nicky kans om naast hem te rijden en liet hij Buck alleen. Deze liet zijn jonge vriend echter niet alleen en gaf Rebel ook de sporen. Jesse keek steeds achterom en plotseling reed Nicky naast hem. Jesse probeerde zijn zwager van zijn paard af te duwen maar toen besprong Nicky hem plotseling. Al vechtend vielen ze op de grond. De paarden kwamen tot stilstand. Door alle spanningen en woestheid sloeg Nicky zijn zwager bewusteloos.

Hij gaf hem nog een trap na terwijl hij zei:“Deze is omdat je mijn ouders om het leven bracht!”

Hij viel op de grond neer en alle emoties kwamen bij hem los. Intussen was Buck ook gearriveerd.

Hij ging naast Nicky zitten en zei:“Alles is nu goed. Kom dan gaan we naar de sheriff.”

Ze bonden Jesse vast en brachten hem naar de sheriff waar hij intussen was bijgekomen.

Voordat de Clarkes door de sheriff afgevoerd werden zei Jesse tegen Nicky:“Ik zie je in de rechtszaal!”

John en Buck konden met veel moeite de jongen tegenhouden.

“Nicky, je kunt gerust zijn. Ze zijn nu gepakt. Tot aan de rechtszaak blijf jij op de High Chaparral”, zei John tegen hem.

Hij knikte van ja.

Ruim een week later kreeg John Cannon bericht dat de rechtszaak Johnson tegen Clarke er aan kwam.

Hij zei tegen Pedro:“Ga naar Buck en Nicky. Vertel ze dat ze over een week moeten getuigen in Tucson.”

“Si señor Cannon”, zei deze en hij vertrok meteen.

Die avond was Nicky erg stil onder het eten. Allen merkten dat hij ongerust was over de rechtszaak.

“Nick, je kan deze zaak moeilijk verliezen. De Clarkes zijn schuldig aan moord, diefstal, gijzeling en ontsnapping uit de gevangenis”, zei John.

“Dat weet ik wel maar wat als de rechter corrupt is?”, vroeg Nicky.

“Dat is rechter Jackson niet. We kennen hem al jaren”, zei Buck.

Dit stelde Nicky wat meer gerust.

Op de dag van de rechtszaak was Nicky enorm zenuwachtig. Niemand kon hem geruststellen. Zelfs Buck niet. Maar vreemd genoeg was hij in de rechtszaal vrij kalm.

Toen Jesse moest getuigen vertelde deze dat Nicky alles gedaan had. Claire vertelde ook hetzelfde. Hierdoor kwamen ze sterk te staan maar ze hadden niet gerekend op de getuigenis van Buck.

Hij zei:“Niet alleen Nicky werd gegijzeld maar ik ook. Bovendien heeft hij mijn paard gestolen op de dag dat we Nicky vonden.”

Toen Nicky moest getuigen vertelde hij:“Op de dag dat mijn ouders stierven waren zij de hele dag daar. Ik zag mijn zus en zwager allebei met een geweer staan maar zij zagen mij niet. Opeens waren er schoten te horen en toen ik binnenkwam waren ze net weggereden. Mijn moeder was al dood en mijn vader zei:“Je zus en zwager hebben dit gedaan. De ranch is van jou. Niet verkopen.” ”

Hierdoor was het rechter Jackson duidelijk dat Jesse en Claire honderd procent schuldig waren. Maar op het moment dat Nicky wegging van de getuigenbank werd hij door de advocaat van de Clarkes in zijn linkervoet geschoten. John en Buck waren meteen bij hem terwijl Blue en Manolito de advocaat overmeesterden. Een dokter werd vlug gehaald.

John zei tegen Nicky:“Rustig blijven liggen jongen. De dokter komt er al aan.”

Nicky verloor het bewustzijn en in die toestand werd hij thuisgebracht.

Thuis kwam Nicky bij, zag John en Victoria bij zijn bed en vroeg:“Wat is er gebeurd?”

“In de rechtszaal werd je in je voet geschoten maar het is maar een schampschot. We weten niets over de uitspraak maar er kan elk moment bericht komen”, zei John.

Toen kwam Buck de slaapkamer binnen en zei:“Nicky, gefeliciteerd want de Clarkes zijn allebei veroordeeld tot vijfentwintig jaar gevangenis.”

“Je maakt een grapje”, poogde Nicky te zeggen als argument.

Blue zei:“Oom Buck kan soms veel onzin uitkramen maar nu niet. Rechter Jackson zal ook nog langskomen.”

Uiteindelijk geloofde Nicky hen. Hierdoor begon hij minder onzeker te worden en hij besloot op de ranch te blijven tot dat hij hersteld was. Dit tot genoegen van de Cannons.

Na een paar weken was Nicky helemaal hersteld en was hij in staat om door te gaan met zijn eigen leven.

Op een dag toen Nicky en Blue bij de Johnson ranch waren zei Nicky:“Ik heb plannen om mijn ranch op te bouwen.”

“Ik wil je best helpen en Mano, pa en oom Buck ook wel denk ik. Laten we het thuis vertellen”, antwoordde Blue.

Dat deden ze.

In de woonkamer zei Blue:“Nicky heeft iets te vertellen.”

“Wat is dat Nicky?”, vroeg John.

Nicky zuchtte eerst diep en zei toen:“Eh bedankt voor het helpen. Ik kan nu de toekomst aan.”

“Wat zijn je toekomstplannen?”, vroeg John met interesse.

“Ik ga opbouwen wat mijn zus en zwager hebben afgebroken aan mijn ranch. Ik ben het mijn ouders verschuldigd”, antwoordde Nicky.

“Wel, als je wil kunnen we je helpen”, suggereerde Buck.

De jongen zei:“Nee, jullie hebben al teveel voor mij gedaan. Ik kan het jullie nooit terugbetalen. Nooit in een miljoen jaar.”

“Het is al goed. We zullen je wel missen op de High Chaparral, maar vrienden moeten elkaar helpen. We helpen jou en je kunt ons terugbetalen door te laten zien dat jij je ranch zelf kunt runnen”, zei John glimlachend.

“Jullie zullen er geen spijt van krijgen. Dat is een belofte”, zei Nicky ook glimlachend.