INCIDENT MET DE KINDEREN

Op een mooie dag kwam verkenner Pete Nolan 2 jongens tegen. Ze liepen op de prairie ruzie te zoeken zodat de jongens wel aandacht van iemand moesten trekken. Dat gebeurde dus ook. Pete zag de kinderen en reed terug naar het kamp en de kudde waar kuddebaas Gil Favor was. Ook voorman Rowdy Yates was erbij.

“Mr Favor, kunt u even mee komen?”, vroeg de verkenner.

“Wat is er Pete?”, vroeg de kuddebaas verbaasd.

“Er is iets dat u moet zien”, was het antwoord.

“Goed, ik ga met je mee. Rowdy, jij blijft hier bij de kudde”, zei Favor.

Rowdy knikte. Hij zag Favor en Pete wegrijden.

Pete bracht Favor naar de plek waar hij de jongens had gezien. Ze waren er nog steeds maar liepen wel wat dichterbij.

“Wat doen die kinderen daar? Dit is geen plek voor hen om hier rond te hangen”, zei Favor verbaasd.

“Dat dacht ik ook. Daarom kwam ik u halen”, zei Pete.

“We gaan ze ophalen en nemen ze mee naar het kamp. Daar komen we misschien meer te weten”, zei de kuddebaas.

Maar nog voordat ze erbij waren vielen de jongens neer van vermoeidheid. Favor en Pete namen ze mee naar hun kamp waar ze wat later bijkwamen. Favor keek de 2 jongens aan.

“Ik ben Gil Favor en dat is Pete Nolan. Wie zijn jullie?”, vroeg de kuddebaas.

“Ik ben Nicky Smith”, zei de oudste.

“Mijn naam is Frederick Smith”, was het antwoord van de 2e jongen.

“Onzin. Je roepnaam is gewoon Fred”, reageerde Nicky.

“Ik heet Frederick en jij Nicholas”, zei Fred deftig.

Hij gaf Nicky een klap die dat natuurlijk niet nam. Ze begonnen te vechten totdat Favor en Pete ingrepen. Ze haalden de vechtende jongens uit elkaar.

“Rustig allebei. In mijn kamp wordt niet gevochten!”, zei Favor streng.

Nicky zei:“Sorry Mr Favor.”

Met tegenzin bood ook Fred zijn excuses aan.

“Zijn jullie broers?”, vroeg Pete.

“Gelukkig niet. Onze vaders zijn broers. Ik ben 12 en hij is 10. We waren aan het kamperen toen soldaten ons lastigvielen. Gelukkig konden we wegkomen maar we weten niet waar onze vaders zijn”, vertelde Nicky.

“Waar wonen jullie?”, vroeg Favor.

“In Townville. Mijn ouders wonen in de betere buurt”, zei Fred.

“De jouwe zijn gewoon rijker en meer bekakt dan de mijne. Wij wonen in de eenvoudige buurt”, vertelde zijn neef.

“Townville is onze volgende stopplaats. Zo lang blijven jullie bij ons. Ik wil dat jullie meehelpen. Er zijn genoeg karweitjes die jullie kunnen doen. Kunnen jullie paardrijden?”, vroeg Favor.

“Ik wel”, zei Nicky.

“Ik verlaag me niet tot zoiets. Mijn ouders vervoeren mij altijd in een koets”, was het antwoord van Fred.

Favor keek Pete aan.

“Nicky kan mij helpen zoeken naar gras en water. Wishbone kan dan Fred laten helpen met de andere klusjes in het kamp”, stelde de verkenner voor.

“Ik vind het best”, zei Nicky.

“Thuis hoef ik nooit iets te doen dus hier ook niet”, zei Fred.

Hij deed demonstratief zijn armen stijf over elkaar. Pete nam Nicky mee terwijl Favor Fred aankeek.

“In mijn kamp geldt de regel: wie niet werkt krijgt ook niets te eten. Je hebt alleen maar jezelf ermee”, sprak de kuddebaas.

Fred gaf geen reactie. Favor verliet de jongen en ging naar de veldkok en zijn hulp.

“Wishbone, vanaf nu heb je er nog een hulpje bij. Dat joch daar”, zei Favor.

Hij wees op Fred. Wishbone keek meteen al verontwaardigd.

“Mr Favor, dus ik moet nu 2 oliebollen bezighouden? Ik heb mijn handen al vol aan deze hier”, zei de veldkok, wijzend op Mushy.

“Hij en zijn neef Nicky hebben onze hulp nodig. Nicky is bij Pete en Fred, die daar, is voor jou. Veel plezier”, zei Favor.

Om niet nog meer rotopmerkingen te krijgen van Wishbone zorgde de kuddebaas ervoor dat hij wegkwam.

Bij het avondeten deed Fred ook weer moeilijk. Hij zag wat Nicky op zijn bord had en keek er vies naar.

“Wat is dat voor prut?”, vroeg Fred.

“Stoofpot. Het is hier dagelijkse kost”, zei Rowdy Yates.

“Het is heerlijk”, zei Nicky.

Wishbone glom van trots.

“Maar mijn moeder kookte nog veel lekkerder”, was de volgende uitspraak van Nicky.

Alle veedrijvers behalve Wishbone en Fred lachten. De veldkok ontplofte zelfs bijna.

Favor probeerde hem te kalmeren met de woorden:“Wishbone, je weet dat er niets gaat boven de gekookte maaltijd van een vrouw.”

Maar ook dit hielp niet. Integendeel: de kok werd nog kwader.

Fred zei beledigd tegen zijn neef:“Zie je nou wat je doet met je grote mond? Straks schoppen ze ons het kamp uit.”

Nicky keek ongerust naar Pete en Favor.

“Jongens, maak je maar geen zorgen want jullie blijven voorlopig bij ons. En Nicky, Wishbone is echt de kwaadste niet. Ook al lijkt dat vaak zo”, zei Favor.

Het was duidelijk dat de kuddebaas de oudste meer mocht dan de jongste.

Al snel gingen de jongens slapen.

Wishbone klaagde tegen de kuddebaas:“Mr Favor, ik heb een groot probleem en het is niet Mushy deze keer.”

Favor voelde hem al aankomen en vroeg zuchtend:“Voor de dag ermee Wishbone.”

“Ik vind het niet erg om het eten te bereiden en dergelijke. Daarvoor ben ik ook hier. Maar om nou ook nog oppas te spelen voor een verwend kind van 10 jaar. Dat gaat mij te ver. Heb ik uw toestemming om hem een lesje in hard werken te leren?”, vroeg de veldkok.

“Waarom?”, vroeg de kuddebaas verbaasd.

“Dat joch doet nog minder dat een luie luis op kerstdag. Zelfs Mushy werkt nog harder”, was het antwoord.

“Goed Wishbone. Laat Fred morgen maar al het werk van Mushy doen. Mushy, jij bent vanaf morgen tijdelijk veedrijver”, zei Favor.

Wishbone en Mushy waren allebei blij met dit nieuws.

“Nicky is graag buiten want hij is soms enthousiaster dan ik”, zei Pete.

“Dan moet Mr Favor Nicky maar aannemen als verkenner”, merkte Rowdy op.

“En waarom zou ik dat moeten doen volgens jou?”, wilde Favor weten.

“Omdat Nicky goedkoper is dan Pete wat salaris betreft”, antwoordde Rowdy.

“Erg leuk Rowdy”, zei Pete.

“Rowdy heeft misschien wel gelijk maar dit is erg zwaar voor ons. Laat staan voor een stel kinderen van 10,12 jaar”, reageerde Favor.

De volgende morgen maakte Wishbone Fred al heel vroeg wakker.

“Opstaan luilak. Je moet ontbijt en koffie klaarmaken voor iedereen”, zei de veldkok tegen Fred.

Fred geeuwde onbehoorlijk en stond met tegenzin op.

“Thuis hoef ik nooit zo vroeg op te staan. Ook wordt het ontbijt voor mij gemaakt. Bovendien is het nog niet eens licht”, mopperde hij.

“Je bent nu niet thuis maar in een veedrijvers kamp. Vooruit, werken met je luie donder”, zei Wishbone.

Hij keek nogal streng zodat Fred snel aan het werk ging.

Tijdens het ontbijt zei Favor:“Nicky, jij gaat vandaag weer met Pete mee. Rowdy en ik gaan naar de sheriff in Townville en vertellen hem dat jij en Fred bij ons zijn. Ook hoe jullie bij ons zijn gekomen.”

“Goed Mr Favor”, zei Nicky.

Ze aten snel door.

Favor en Rowdy reden naar Townville waar ze de sheriff opzochten.

“Sheriff, ik ben Gil Favor, kuddebaas en dit is mijn voorman Rowdy Yates. We drijven een kudde via de Sedelia route. Onze verkenner vond 2 jongens. Ze heten Nicky en Fred Smith. Ze zijn neven van elkaar en respectievelijk 12 en 10 jaar oud. Nicky vertelde ons dat ze met hun vaders aan het kamperen waren toen soldaten hen lastigvielen. De jongens konden wegkomen maar hun vaders niet. Ik heb de jongens in mijn kamp opgevangen”, zei Favor.

“Hun vermissing is gisteren aangegeven door de moeder van Fred. Nicky heeft geen moeder meer sinds kort en daarom nam zijn vader hem, Fred en zijn vader mee kamperen. Ik zal uitzoeken wat er gebeurd is. Zolang blijven de jongens onder uw hoede. Ik moet u wel waarschuwen voor de erg nukkige houding van Fred. Hij is erg lui maar dat komt omdat zijn moeder te zacht voor hem is en hem erg verwent”, zei sheriff Roy Clarke.

“Dat hebben we al gemerkt en ik denk dat als Fred weer thuis is hij heel anders zal zijn”, antwoordde Favor.

“Laten we hopen dat u gelijk heeft”, zei Roy.

“Bedankt sheriff. Kom Rowdy”, zei Favor.

Bij hun paarden stond Molly Smith te wachten.

“Heren, weten jullie toevallig waar mijn lieve zoontje Frederick Smith is?”, vroeg ze statig.

“Morgen Mrs Smith. Hij is bij ons. Ook Nicky is bij ons. De sheriff heeft mij verzocht de jongens bij mij te houden totdat hun vaders terecht zijn”, antwoordde Favor.

“Mijn zoontje verblijft bij een stel veedrijvers? Wie weet leert hij nog ruwe taal”, zei Molly beslist.

“Mrs Smith, ik verzeker u dat mijn mannen de jongens geen ruwe taal zullen leren”, zei Favor zo beleefd mogelijk.

Rowdy keek naar de grond om niet in lachen uit te barsten.

“Nog een prettige dag Mrs Smith”, zei de kuddebaas.

Favor en Rowdy stegen op hun paarden en gingen terug naar de anderen.

Precies op het moment dat ze het kamp binnenreden was Wishbone Fred aan het uitkafferen. Uiteraard ging dit gepaard met de nodige scheldwoorden en vloeken.

“Mr Favor, het is maar goed dat Mrs Smith dit niet hoort”, fluisterde Rowdy geamuseerd.

De kuddebaas knikte. Ze stegen af en liepen naar de veldkok en de jongen.

“Wat is er nu weer aan de hand Wishbone?”, vroeg Favor.

“Mr Favor, dit stuk onbenul is nog nuttelozer dan Mushy. Hoe dat mogelijk weet ik niet maar het is wel zo”, antwoordde Wishbone verontwaardigd.

De kuddebaas keek nu Fred aan.

“Mr Favor, kan ik er wat aan doen dat ik onhandig ben?”, vroeg de jongen fel.

“Wat is er gebeurd?”, wilde de kuddebaas weten.

“Hij moest de aardappelen schillen maar gooide de schillen in de pan en de kale aardappelen in de emmer voor het afval”, legde Wishbone uit.

“Had je hem gezegd hoe hij het moest doen?”, vroeg Favor.

“Iedereen weet toch hoe je aardappelen moet schillen?”, vroeg Wishbone een beetje beledigd.

“Wishbone, je weet toch dat Fred thuis nooit hoeft te helpen met iets? Dus dan kan je ook niet van hem verwachten dat hij meteen heel goed aardappelen kan schillen. Laat hem gewoon de kale aardappelen uit de afvalemmer pakken en daarna de schillen in de afvalemmer doen”, antwoordde Favor.

“Als hij dat tenminste kan”, reageerde de veldkok.

De kuddebaas reageerde er niet op maar ging met Rowdy naar de kudde. Fred ging mopperend aan het werk onder toezicht van Wishbone.

“Mr Favor, er is kans dat Mrs Smith zich bij ons zal voegen nu ze weet dat haar zoontje hier is”, zei Rowdy.

“Als dat gebeurt krijgt Wishbone een spreekverbod opgelegd. Anders moet ik misschien nog een andere kok zoeken”, merkte de kuddebaas op.

Hij zweeg even en zei toen:“Ik durf te wedden dat Mrs Smith niet eens weet wat een soeplepel is.”

Ondertussen bereikten ze de kudde waar de anderen waren.

Wat Favor en Rowdy niet wisten was dat Molly hen was gevolgd. Ze arriveerde in haar rijtuig en zag tot haar grote schrik dat Fred aan het werk was. Het rijtuig werd gestopt en Molly klom eruit.

“Laat mijn zoontje met rust, slavendrijver! Mijn kindje behoort niet te werken. En helemaal niet in zo’n vies kamp als dit!”, snauwde Molly tegen Wishbone.

Fred keek op en herkende de bezoekster.

“Moeder!”, riep hij opgewonden.

Hij rende naar haar toe en Molly ving hem op.

“Ik was zo ongerust over jou en Nicholas. Waar is hij?”, vroeg Molly.

“Bij onze verkenner. Ze zoeken naar water en gras voor onze 3000 koeien”, antwoordde Wishbone.

Molly keek erg vies toen ze 3000 koeien hoorde.

“De sheriff zei me dat Mr Favor nu verantwoordelijk is voor de jongens zolang hun vaders weg zijn. Welnu, ik blijf dan ook maar hier”, zei Molly beslist.

Wishbone was zo verbaasd dat hij niets wist te zeggen. Om niet nog meer ruzie te krijgen ging hij aan het werk maar Fred bleef bij zijn moeder.

Intussen reden Pete en Nicky naar de kudde. De verkenner merkte dat zijn hulpje iets dwars zat.

“Nicky, wat is er?”, vroeg de verkenner.

“Wel, Mr Favor ging toch naar de stad om de sheriff te vertellen dat Fred en ik hier zijn?”, vroeg Nicky.

Pete knikte.

“Als tante Molly, de moeder van Fred, ontdekt dat wij bij jullie zijn komt ze ook. Fred woont zowat in een gouden kooitje. Wij wonen aan de rand van de stad met erg veel kippen. Sinds mam overleden is komt ze dagelijks langs met Fred. Haar smoes is dat ze wil kijken hoe het gaat met ons, pa en mij, maar de ware reden is de eieren van onze kippen. Eerst waren ze niet goed genoeg voor hen maar vanaf toen opeens wel”, vertelde Nicky.

“Het lijkt wel alsof je Mrs Smith beschuldigt van moord op je moeder”, zei Pete.

“Dat is ook zo. Op de dag dat mam stierf was ik bij haar. Tante Molly kwam langs om te zeggen dat ze mij naar een kostschool zou sturen in ruil voor 10 verse eieren per dag. Mam weigerde dat. Even later zag ik hoe mam werd vermoord door tante Molly. Ze weet dit niet”, zei Nicky.

“En die kampeertocht met je vader, Fred en oom?”, vroeg Pete.

“Pa en ik doen dat een paar keer in het jaar. Maar deze keer moesten Fred en zijn vader, oom Jack, ook mee. Tante Molly stond er op. Oom Jack vond het wel leuk maar Fred uiteraard niet”, zei Nicky.

“Ik zal zorgen dat jij dit aan Mr Favor kan vertellen”, beloofde Pete.

Nicky voelde zich nu wat beter.

Wat later waren Pete, Favor en Nicky samen op een verlaten plek. Nicky vertelde de kuddebaas wat hij eerder aan Pete had bekend.

“Jullie blijven bij ons want ik ben verantwoordelijk voor jullie tweeën. Ook al komt tante Molly ons opzoeken”, antwoordde Favor.

“Heeft u haar al ontmoet?”, vroeg Nicky.

“Dat heb ik inderdaad. Nu begrijp ik ook hoe Fred zo geworden is”, antwoordde Favor.

Toen ze het kamp binnenreden zag Favor Molly bij Fred. De kuddebaas was erg verbaasd en vermoedde problemen.

“Mr Favor, ik eis uw excuses om mijn zoontje hier te laten werken. Frederick heeft nog nooit iets gedaan en hier wordt hij behandeld als een slaaf”, zei Molly beslist.

“Mrs Smith, ik heb de verantwoordelijkheid over Nicky en Fred. Ze zijn tijdelijk in mijn kamp en dan zullen ze werken ook. Ik ben tevreden over Nicky maar niet over Fred”, antwoordde Favor.

Hij steeg af, net als Pete en Nicky.

“Kijk Nicholas. Mijn moeder is hier bij mij. Waar is de jouwe?”, vroeg Fred spottend.

Nicky keek hem even aan en viel hem toen aan. Fred begon te gillen als een mager speenvarken.

“Ik eis dat u ingrijpt!”, snauwde Molly.

Favor luisterde niet maar keek toe met de andere veedrijvers. Molly besloot zelf in te grijpen. Ze pakte Nicky vast en sloeg hem in het gezicht.

“Gaat u mij ook vermoorden zoals u mam heeft vermoord?”, vroeg Nicky verontwaardigd.

“Laat mijn zoon los”, zei Mark toen.

Molly keek op en zag haar vriend en zwager staan met getrokken revolvers.

“Pa. Oom Jack”, zei Nicky opgelucht.

Hij rukte zich los en ging naar zijn vader. Mark steeg af en nam zijn zoon in zijn armen.

“Molly Dickerson! Ik had nooit iets met jou moeten beginnen. Mark vertelde me wat je met Daisy had gedaan. Je kan het nu bekijken want ik verbreek onze relatie”, zei Jack.

Fred keek verbaasd en begreep nu waarom hij zo ruw behandeld werd door Jack.

“Dan zal ik jullie ook moeten doden”, zei Molly.

Ze pakte haar revolver en wilde Jack, Nicky en Mark doodschieten maar Fred was degene die geraakt werd. Favor schoot Molly dood.

Toen alles weer rustig was vertelde Mark:“Oom Jack en ik waren benaderd door die soldaten omdat het leger een deal wilde sluiten met ons kippenbedrijf. Dus daarom lieten we jullie alleen.”

“Dus oom Jack blijft nu bij ons wonen?”, vroeg Nicky.

“Ja, Fred is niet je echte neef want toen tante Molly en ik iets met elkaar kregen was hij al onderweg”, legde Jack uit.

Ze namen afscheid van Favor en de veedrijvers.

“Mr Favor, mocht Pete ooit willen stoppen met verkennen, dan kunt u altijd op mij rekenen”, zei Nicky.

“Ik zal het onthouden en Pete zal dat ook zeker doen”, zei Favor.

“Mr Favor, bedankt voor het opvangen van de jongens”, zei Mark.

“Niets te danken”, zei de kuddebaas.

Mark, Jack en Nicky gingen weer naar huis zodat de veedrijvers verder naar Sedelia konden gaan.

“Zet ze in beweging. We vertrekken”, riep Favor.