Het was al avond en het meisje wachtte op de terugkeer van de cowboy. Hij kon elk moment komen. Om zich warm te houden had ze een kampvuur gemaakt, dat zachtjes knetterde. Hoewel ze heel erg verliefd was op hem, durfde ze het toch niet te zeggen. Wel had ze stille hints laten vallen, welke hij had opgemerkt. Maar hij had er niet op gereageerd zoals ze had gehoopt.
Toen hij eindelijk was gekomen voelde ze zich weer veilig. Zijn aanwezigheid zorgde ervoor dat ze niet meer eenzaam en verlaten was. Nadat hij zijn paard had verzorgd kwam hij haar gezelschap houden. Ze had verse koffie gezet, uit liefde voor hem.
Op de achtergrond huilde een coyote. Ze was niet bang meer, want haar beschermer was vlakbij en hij zou haar nooit meer laten gaan.
De cowboy keek over zijn beker naar het meisje dat tegenover hem zat. Hij wist wat ze voor hem voelde. Haar blonde haren staken mooi af bij het kampvuur dat tussen hen in brandde. De cowboy dronk zijn laatste beetje koffie op en kroop toen naar haar toe.
Het verlegen meisje keek in de stoere donkere ogen van de cowboy en voelde zich warm worden. Teder legde hij zijn grote handen in de hare. Langzaam trok ze hem naar zich toe. Haar lippen zochten die van hem. Toen dat was gebeurd volgde er een hartstochtelijke zoen.
Het was voor haar de hemel op aarde met het kampvuur op de achtergrond heel zachtjes en romantisch knetterend.
Het meisje dat net nog zo stil lag te slapen werd wakker door de voetstappen van de cowboy. Door zijn knappe gezicht smolt de angst bij haar en er kwam iets moois voor in de plaats.
“Kom, ik breng je thuis”, zei hij zachtjes en pakte haar vast.
Maar nog voordat ze weg konden rijden bedankte ze hem met een lange hartstochtelijke kus.