FIJNE KLEINKINDEREN

Ponderosa ranch eigenaar Ben Cartwright was in zijn kantoor bezig met de administratie toen zijn oog viel op de recentste groepsfoto van zijn kleinkinderen. Elk jaar kreeg hij een nieuwe foto van het stel voor zijn kerst. De rancher was dol op zijn kleinkinderen maar soms kon hij ze ook wel achter het behang plakken. Dat gold vooral voor zijn kleinzoons Mitch en Benji. De jongens waren van de oudste zoon van Ben, Adam. Toch waren ze speciaal voor Ben. Mitch was het oudste kleinkind en Benji vernoemd naar de rancher.

Op een bepaalde middag moest Benji (8 jaar) trainen met het jeugdijshockeyteam. De jonge Cartwright was erg getalenteerd en ook enthousiast als hij eenmaal het stadion zag.

Terwijl zijn kleinzoon aan het ijshockeyen was hield Ben zich bezig met wat zaken omtrent het stadion. De rancher hoopte dat er niets ernstigs zou gebeuren maar hield er rekening mee dat het wel andersom zou kunnen zijn.

In zijn enthousiasme sloeg Benji de puck zó hard weg dat het ding door de lucht vloog dwars door een raam. Dat raam was 1 van de ramen van het kantoor van Ben Cartwright. Ben was niet alleen eigenaar van de Ponderosa ranch maar ook van het honkbal- en ijshockeystadion bij Virginia City.

De rancher wist precies wie het gedaan had en zei tegen zichzelf:“Waarom doen alleen mijn kleinzoons zoiets? Ze kunnen nog een voorbeeld nemen aan de meiden. Oftewel: mijn kleindochters.”

Ben pakte de puck en ging achter de computer zitten. Hij bestelde een houder voor de puck. Daarna belde de rancher met zijn vaste glaszetter, Simon Baker.

“Ben Cartwright, jij belt mij vast niet om te vragen hoe het met mij is”, zei Simon lachend toen hij het nummer herkende.

“Nee, inderdaad niet. Mijn kleinzoon Benji heeft weer eens een raam stukgeslagen met een puck. Dus ik heb weer werk voor je”, zei Ben.

“Ik kom meteen”, zei Simon.

Hij wist precies welk raam Benji had gesloopt.

Op het ijs had iedereen ook de klap van Benji gehoord en gezien.

Coach Bryan Cooper zei tegen de jonge Cartwright:“Dat gaat vast weer van je zakgeld af.”

“Och, opa komt er wel overheen”, reageerde Benji nonchalant.

Spoedig was er een nieuw raam in gezet.

“Ben, als jouw kleinzoon deze weet te breken weet ik het ook niet meer. Dit is onbreekbaar glas. Succes”, zei Simon.

Ben zei:“Bedankt dat je zo snel kon en wilde komen.”

Na de training gingen opa en kleinzoon de meisjes ophalen van voetbaltraining en tennisles. Lisa (de tweelingzus van Benji) zat op voetbal. Ze was er erg goed in en vooral in een ruit kapot schieten. Dat gebeurde dus ook die middag.

“Lisa, schop die bal eens weg”, zei coach Jenny Clark.

Lisa deed dat maar in plaats van dat ze scoorde vloog de bal richting de auto van Ben. Nu sneuvelde de achteruit.

Benji zei lachend:“Dat kan alleen maar Lisa gedaan hebben.”

Ben belde opnieuw Simon maar nu voor zijn autoruit. Ook dit was snel opgelost.

Ook het ophalen van zijn andere kleindochters Inger en Petra (van Hoss en Betsy) werd een dure zaak voor Ben. De 2 zaten op tennisles. De baan waarop ze speelden was open zodat de meisjes hard konden slaan. Beiden sloegen een bal weg en ook zij sloegen een ruit van de auto van hun opa kapot. Wederom werd Simon gebeld en hij regelde het opnieuw.

Dit was echter nog niet het einde van de dure middag van de rancher. Eenmaal thuis kreeg hij nog meer slecht nieuws te horen.

“Mitch, vertel opa maar wat je gedaan hebt”, zei Adam tegen zijn oudste zoon.

“Wel opa, Matt en ik waren wat aan het honkballen in het stadion toen ik een bal iets te hard wegsloeg. U raadt het zeker al: hij kwam in uw kantoor terecht door een ruit”, bekende Mitch.

Matt was Matthew Walker, de beste vriend van Mitch.

“Er was een tijd dat ik verlangde naar kleinkinderen maar deze middag zou ik heel even willen dat ik ze niet had”, antwoordde Ben.

Hij vertelde wat de anderen hadden gedaan. Adam, Hoss en Joe en hun vrouwen (Sally, Betsy en Paula) kwamen niet meer bij van het lachen.

“Eh opa, ik heb ook iets gebroken bij het afwassen”, zei Rose, zijn jongste kleindochter.

“Toch geen ruit mag ik hopen?”, vroeg Ben.

“Nee, deze beker”, zei het meisje.

Ze liet de scherven van een oerlelijke beker zien.

Ben bekeek de scherven en zei:“Voor deze keer vind ik het niet erg want ik kreeg deze beker van een verre kennis. Ik heb hem altijd al lelijk gevonden. Dus jij hebt mij een grote dienst bezorgd.”

Rose was opgelucht en Ben hoopte dat hij nooit meer zo’n dure middag zou beleven. Maar hij verwachtte het wel.