Het was een stralende lentedag. Het zonnetje scheen heerlijk. De vogels zongen in de heldere blauwe lucht en alle bloemen bloeiden zoals nooit tevoren.
Abigail Jones, de lerares van Virginia City, maakte zich klaar voor de allerbelangrijkste dag van haar leven. Na eeuwen gewacht te hebben kwam haar droom eindelijk uit. Vanaf vandaag zou ze Mrs Adam Cartwright heten.
Op de Ponderosa was het een drukte van belang. De kalveren moesten gebrandmerkt worden wat elk jaar een heidens karwei was. Vroeg in de morgen verlieten de Cartwrights het grote ranchhuis.
“Wat is het toch weer een mooie dag”, zei Hoss Cartwright.
“Zeg dat wel”, zei zijn vader, Ben Cartwright.
Hij en zijn drie zoons (Adam, Hoss en Little Joe) stegen op hun paarden en begaven zich naar de grote weide waar hun kudde verbleef.
Ondertussen had Abigail zich in haar witte trouwjurk gehesen en was naar de kerk gegaan met haar moeder.
“Waar blijft Adam?”, vroeg Abigail ongerust.
“Gun de jongen de tijd om hierheen te komen. Je bent nog jong en samen hebben jullie een prachtige toekomst in het vooruitschiet”, zei Ma Jones.
“Ma, u heeft gelijk. Ik moest jaren wachten op zijn jawoord en nu kan ik die paar minuten ook nog wel wachten”, zei de bruid.
Maar hoe ze ook wachtte, Adam Cartwright kwam niet opdagen.
Adam werd wakker, badend in het zweet. Hij keek verschrikt om zich heen en zag tot zijn groot genoegen en opluchting naast zich zijn hoogzwangere vrouw Mary liggen. Hij knipperde een paar keer met zijn ogen en besefte dat hij het alleen maar gedroomd had. Mary draaide zich met moeite om en werd ook wakker. Ze merkte meteen dat Adam een nare droom had gehad. Met veel moeite ging Mary in bed zitten.
“Schat, wat is er?”, vroeg ze.
“Ik had een vreselijke nachtmerrie. Ik droomde dat ik moest gaan trouwen met Abigail Jones. Ze stond al helemaal klaar in haar bruidsjurk te wachten op mij bij de kerk”, zei Adam langzaam.
“Dat is inderdaad een nachtmerrie. Laat Mitch en/of je broers het maar niet horen. Je weet hoe zij over haar denken”, zei Mary lachend.
“Ze is een goede lerares maar niets voor mij. Daarom ben ik ook zo gelukkig met jou”, zei Adam.
“Daarom loop ik nu zeker ook rond met een dikke buik?”, vroeg Mary plagend.
Adam knikte.