HET WILDE PAARD

Sinds een paar dagen had John Cannon een aantal nieuwe paarden op zijn ranch de High Chaparral. Iedereen moest meehelpen om ze te temmen wat dan ook gebeurde. De jongere broer van John, Buck, merkte dat 1 paard opvallend wild was. Zijn huisgenoot en de zwager van John, Manolito Montoya, zag dat ook maar zei niets.

Die avond zaten Buck en Manolito en een paar van de knechten waaronder voorman Sam Butler in de saloon in Tucson.

“Mano, ik wed met jou dat ik morgen dat wilde paard getemd heb”, zei Buck na een poosje.

“Jij gaat dat wilde paard temmen? Het is toch geen 1 april vandaag?”, vroeg Manolito lachend.

Ook de anderen begonnen te lachen. Buck merkte dat hij niet serieus genomen werd en bestelde nog een whisky. Sam liep naar hem toe en ging naast hem staan.

“Buck, je meent het toch niet echt dat je dat monster gaat temmen?”, vroeg de voorman.

“Dat meen ik wel en ik zal het jullie allemaal laten zien ook”, antwoordde Buck.

Sam wist dat als Buck zoiets zei hij het dan ook echt meende.

De volgende morgen zei Manolito tijdens het ontbijt:“John, we gaan straks iets leuks zien.”

“Hoe bedoel je?”, vroeg de rancher verbaasd.

“Jouw broertje gaat dat wilde paard temmen. Althans dat heeft hij gisteravond in de saloon gezegd”, antwoordde zijn zwager.

John keek zijn zoon Billy Blue aan.

“Blue, weet jij hier iets van?”, vroeg John.

“Nee pa. Oom Buck heeft mij niets verteld”, antwoordde Blue.

“Wel John, als Buck het lukt vind ik dat je hem een beloning moet geven”, zei Victoria, de Mexicaanse echtgenote van John.

“Daar zit wat in. Maar zeg hierover niets tegen hem”, reageerde John glimlachend.

Toen kwam Sam het ranchhuis binnen.

“Mr Cannon, ik weet niet wat Buck overkomen is maar hij is nu al een poos bezig om dat wilde paard te temmen”, zei de voorman.

Meteen was de ontbijttafel leeg en was iedereen buiten.

In de kraal was Buck al een poos bezig met het wilde paard. Natuurlijk ging het niet van een leien dakje en werd de rancher keer op keer op de grond gegooid tot grote hilariteit van de knechten. Toen zijn familieleden erbij kwamen staan werd Buck helemaal onder druk gezet om het paard te kunnen temmen.

Manolito riep opeens:“Buck, zorg dat het paard niet al te moe wordt. Dan kunnen wij het ook eens proberen.”

Buck, die voor de zoveelste keer op de grond gegooid was, reageerde:“Dat kan je dat paard niet aandoen als jij hem gaat proberen te temmen.”

Hij stond op en klom opnieuw op het wilde paard dat ineens rustig werd en bleef. Iedereen was doodstil maar Buck reed op het paard naar de anderen.

“Wel Mano, heb je nu nog een grote mond?”, vroeg Buck glimlachend.

De Mexicaan wist niets meer te zeggen en zweeg.

“Buck, omdat je dat wilde paard hebt getemd heb je een week vrij”, zei John.

De hele week lag Buck prinsheerlijk te luieren terwijl de anderen zich in het zweet moesten werken.