Adam Cartwright had een afspraak op de Ponderosa, gelegen bij Eagle Station. Hij liep naar de stal waar de ontmoeting plaatsvond. Van te voren had Adam gecontroleerd of er niemand van zijn familie (vader Ben en jongere broers Hoss en Little Joe), knecht Carlos Rivera De Vega en hun kok Hop Sing aanwezig was of waren. Tot grote opluchting van Adam was dat niet zo. Vlug liep hij naar de afgesproken plek waar hij wachtte.
Eindelijk kwam de persoon. Het bleek James Miller te zijn.
“Bent u Adam Cartwright van de Ponderosa Ranch?”, vroeg James.
“Ja, ik ben het. En dan bent u James Miller”, zei Adam.
“Dat ben ik inderdaad maar hoe weet ik dat jij degene bent die je zegt die je bent?”, vroeg James.
“Ik BEN Adam Cartwright! Waarom wil je me niet geloven?”, vroeg de jonge Cartwright.
“Iedereen kan wel zeggen dat hij Adam Cartwright is. Bewijs het maar”, antwoordde James.
Adam vond dat een beetje vreemd maar besloot het toch maar te doen.
“Ga mee naar mijn vader. Die zal je zeker vertellen dat ik Adam Cartwright ben”, zei Adam.
Ze stegen op hun paarden en reden naar een weide waar Ben Cartwright was.
De rancher zag zijn oudste zoon met de bezoeker komen en stopte met werken.
“Pa, ik had een afspraak met deze man maar hij wil niet geloven dat ik Adam Cartwright ben”, zei Adam.
James begon al nattigheid te voelen en werd zenuwachtig. Hij keek schichtig om zich heen wat vader en zoon Cartwright merkten.
Ben bekeek de bezoeker en antwoordde:“Sir, dit is zeker Adam Cartwright. Ik kan het weten want hij is mijn zoon.”
James voelde zich voor paal staan en vluchtte weg.
Ben keek Adam aan en vroeg verbaasd:“Wat voor afspraak had jij met hem?”
“Iets over een boek dat hij had geschreven. Althans dat zei hij in een brief die hij me had gestuurd”, legde Adam uit.
Hij liet de brief lezen en keek zijn vader vragend aan.
“Jongen, er zullen altijd wel mensen zoals hij blijven. Maar als ze je al meteen niet geloven als jij je voorstelt kun je er ook niets aan doen.”
“Misschien is hij wel bij meer mensen geweest en probeerde hij ze op te lichten. Maar dan moet hij bij ons nog vroeger opstaan”, zei Adam.
Ben knikte.