Iedereen lachte.
“Ik ga daar niet wonen. Stel je voor dat ik door dat vreemde wezen opgegeten wordt”, antwoordde Sam.
Hoss zei fluisterend tegen zijn vader en broer:“Niemand zou hem lusten.”
Ben en Adam waren het er wel mee eens maar vertrouwden het bericht van Sam niet. Hoss deelde dat gevoel met hen.
“Sam, hoe weet jij trouwens dat er iets is op onze ranch?”, vroeg Adam.
Sam keek de Cartwrights aan.
“Dat is toch algemeen bekend. Dat jullie er nog durven te wonen”, antwoordde Sam.
“Wij zijn geen watjes zoals jij”, reageerde Adam droog.
Sam wilde hem aanvallen maar Ben greep in.
“Jongens, we gaan naar huis”, zei de rancher.
Hoss vond het wel jammer want zijn handen begonnen te jeuken om weer eens lekker te meppen maar Adam niet. Hij miste zijn zoon Mitch toch al omdat de jongen thuis was met een ernstige enkel blessure.
Onderweg naar huis merkte Hoss dat er iets vreemds was aan de omgeving waarin ze zich bevonden.
“Pa, Adam, wacht even. Volgens mij zit er iets achter die rotsen”, zei Hoss.
Ze luisterden en ook Ben en Adam kwamen tot die conclusie.
“We verbergen de paarden en gaan op onderzoek uit”, zei Ben uiteindelijk.
Zo gezegd, zo gedaan.
Gewapend met hun geweren en revolvers hielden de Cartwrights zich verborgen in de struiken. Een poosje was het doodstil. Plotseling kwam het ‘monster’ te voorschijn. Door de wind werden een tweetal lege aardappelzakken naar beneden geblazen. De Cartwrights kwamen naderbij en zagen wat het vreemde wezen was.
“Het zijn gewoon lege aardappelzakken”, zei Hoss wat teleurgesteld.
“We nemen de zakken mee naar de stad en laten ze zien aan Sam”, zei Adam glimlachend.
Hoss vouwde de zakken op en ze liepen terug naar hun paarden. Hierna reed het trio terug naar de Silver Dollar Saloon waar Sam nog steeds het hoogste woord had.
“Sam, ik zou je graag voor willen stellen aan het vreemde wezen dat op de Ponderosa huisvest volgens jou”, zei Hoss.
Hij vouwde de zakken uit en legde ze bij Sam. De cowboy trok wit weg en maakte dat hij wegkwam. Lachend verlieten de Cartwrights de saloon en ze gingen nu echt op huis aan, de aardappelzakken meenemend.