DE GIJZELING VAN CANDY

Voorman Candy Canaday reed in het rijtuig van zijn baas Ben Cartwright over een hobbelige weg. Opeens ging hij over een kei. Het moment erop viel de voorman uit het rijtuig en rolde hij naar beneden. Hij bleef bewusteloos liggen. De paarden en het rijtuig reden door naar de Ponderosa.

Na een poos kwam Candy bij. Hij keek wat verdwaasd om zich heen. Voorzichtig bewoog hij zijn beide benen en merkte toen dat zijn linkerenkel gewond was. Opeens hoorde hij geritsel uit de bosjes komen. De voorman trok zijn revolver.

Toen hoorde hij een stem zeggen:“Gooi dat wapen neer.”

Candy weigerde dat en deed het terug in de holster. Uit de bosjes kwam een oude man met een geweer gericht op Candy.

“Wat kom je hier doen jongeman?”, vroeg hij toen hij dichterbij gekomen was.

“Ik was juist op weg naar de Ponderosa toen ik uit mijn rijtuig viel. Ik kom net bij. Mijn linkerenkel is wat pijnlijk”, vertelde de voorman.

“De Ponderosa zei je? Dat is de ranch van de Cartwrights. Wat heb jij daar nou te zoeken?”, vroeg de man nieuwsgierig.

Via die vraag merkte Candy vlug dat de oude man weinig goeds in gedachten had.

Hij zei:“Ik heb een zakelijke afspraak met Mr Ben Cartwright. Hij heeft een aantal paarden voor me.”

“Daar trap ik toch echt niet in jochie. Vooruit meekomen”, beval de man.

Met moeite stond de voorman op en liep strompelend naar het huis van de man.

“Je komt natuurlijk spioneren voor de Cartwrights. Maar dit is toevallig wel mijn land”, zei de oude man die naar de naam Seth Baker luisterde.

“Dit is Ponderosa land. De Cartwrights wonen drie km hier vandaan”, beweerde Candy.

“Maak dat de kat wijs. Dat zeg je alleen maar om mij bang te maken. Lopen!”, zei Seth.

Hij hield het geweer nog steeds gericht op Candy. Hij pakte zijn revolver uit de holster en stak het bij zich. Voor Candy zat er niets anders op dan te lopen. Hij had nog geen zin om naar de andere wereld geholpen te worden. Daar voelde de voorman zich nog veel te jong voor. Hij kon niet vermoeden dat hij een aantal dagen vastgehouden zou worden door Seth.

Op een gegeven moment kwamen ze bij een huis.

“Naar binnen gaan jongeman”, zei Seth met doordringende stem.

Candy deed de deur open en wilde een poging doen om de man te overmeesteren.

Maar Seth zei woest:“Dat had je niet moeten doen. De volgende keer schiet ik je dood!”

Nu wist Candy zeker dat dit geen gezellig theekransje was of zou worden. Hij kreeg een seconde later een klap op zijn hoofd en verloor het bewustzijn. Lachend sleepte Seth hem naar een zeer verduisterde kamer en gooide hij de voorman op het bed. De kamer was donker gemaakt en het enige licht dat er in viel kwam uit de voorkamer.

“Hier zal je voorlopig blijven jochie”, zei Seth.

Hij doorzocht de zakken van Candy en vond een portefeuille met veel geld erin.

“Dat heb jij ook niet meer nodig. Ik wel”, zei Seth en pikte het geld in.

Het bedrag was ruim vijfhonderd dollar. Candy had voor Ben een paard verkocht in Carson City. Hij was nu op weg naar huis, maar dit had hij niet voorzien. Seth had hem erg stevig vastgebonden bij zijn handen en voeten. Om hem extra te kwellen had de man hem ook nog geblinddoekt.

Hoss zag als eerste het lege rijtuig komen. Hij was buiten hout aan het hakken toen de paarden met het rijtuig het erf op kwamen. Hoss wist direct dat er wat was en ging naar binnen met grote haast.

“Pa, Joe”, riep hij bij binnenkomst.

Ben en Little Joe kwamen aanlopen.

Ben vroeg:“Hoss, wat is er? Is Candy soms al terug?”

“Het rijtuig met de paarden wel maar geen Candy”, was het antwoord van Hoss.

“Candy zal toch niet onderweg uitgestapt zijn en naar huis komen lopen?”, grapte Little Joe maar zijn vader kon er niet echt om lachen.

“Joseph, je weet hoe Candy is. Hij zou zoiets nooit doen”, reageerde Ben wat feller dan bedoeld.

“Sorry pa. Wilt u dat we hem gaan zoeken?”, vroeg Little Joe serieus.

“Ja. Hij moet wel in de buurt zijn. Wees voorzichtig”, adviseerde Ben.

Hoe goed Hoss en Little Joe ook zochten, Candy bleef echt gewoon onvindbaar. Zijn verdwijning was dan ook een groot raadsel voor de Cartwrights.

Candy werd van tijd tot tijd wakker, maar Seth dacht er niet over om hem los te maken. Seth had hem de eerste keer al voorbij zien rijden toen Candy naar Carson City ging. Om hem in handen te krijgen legde Seth een kei op het pad zodat Candy er wel uit moest vallen.

Seth was illegaal in het verlaten huis gaan wonen om zo de mensen die langskwamen te beroven. Dit plan was voor hem erg onsuccesvol geweest totdat Candy in zijn handen viel. Het was alsof Seth het winnende lot in handen had gekregen. Het feit alleen al dat Candy op de Ponderosa werkte, deed zijn gijzelnemer voldoening. Het was alom bekend dat Ben Cartwright goed was voor zijn personeel en Seth wilde daar behoorlijk van profiteren. Hij wist echter niet dat de verdwijning van Candy al opgemerkt was en men een zoektocht naar hem was begonnen.

Na enkele dagen zoeken kwamen Hoss en Little Joe bij het huis.

“Joe, misschien is hij hier wel”, stelde Hoss voor.

“Misschien wel. Dit is het enige huis in de buurt van onze ranch”, zei Little Joe.

Ze stegen af en Little Joe klopte op de deur. Een argwanende Seth deed open.

“Wat kan ik voor jullie doen?”, vroeg hij een beetje veel uit zijn humeur.

“We zoeken onze voorman. Hij is ongeveer 1 meter tachtig, zwart haar, blauwe ogen. Hij draagt een zwarte broek en vest, een rood shirt en een blauwe sjaal. Heeft u hem toevallig niet gezien?”, vroeg Little Joe.

“Nee. Ik heb hem niet gezien. Ik heb meer te doen”, snauwde Seth.

Hoss zag de revolver van Candy op het tafeltje bij de deur liggen. Hij liet echter niets merken.

In de donkere kamer hoorde Candy de stem van Little Joe en hij dacht:‘Redding!’ Helaas voor hem werd de deur dichtgeslagen. Candy bleef hulpeloos op het bed liggen.

Hoss en Little Joe liepen terug naar hun paarden.

Hoss zei toen:“Volgens mij heeft hij Candy wel gezien. Ik zag zijn revolver op het tafeltje bij de deur liggen.”

“Kom mee naar huis dan om het aan pa te vertellen”, zei zijn jongere broer.

Ze gingen terug naar de ranch en vertelden hun vader wat er was gebeurd.

“Weet je zeker dat Candy daar wordt vastgehouden en de bewoner zegt van niet?”, vroeg Ben ongerust.

“Jazeker pa. Het was het laatste huis waar we het gevraagd hebben. Zijn revolver lag bij de deur. Bovendien deed de bewoner zo vreemd”, zei Hoss.

“Goed. We gaan erheen. Ik neem de wagen mee. Je kan niet weten in welke toestand Candy is”, zei de rancher.

Spoedig bereikte het trio het huis. Ben parkeerde de wagen voor de deur. Hoss en Little Joe stegen af. Ze liepen samen naar de deur. Ben klopte op de deur. Hij duidde aan dat de broers goed buiten zicht moesten zijn én blijven. Dat deden ze.

Seth deed open en vroeg nijdig:“Wat kan ik voor u doen?”

“Zou ik hier even mogen binnenkomen?”, vroeg Ben.

“Nee!”, antwoordde Seth en wilde de deur dicht gooien, maar de rancher was al binnen en Little Joe had de oude man onder schot.

“Nu ga jij zitten en vertellen waar Candy is”, zei Ben.

“Wie is eigenlijk Candy? Er woont hier niemand behalve ik”, beweerde Seth.

“Hoe komt zijn revolver dan hier?”, vroeg Hoss.

“Gevonden”, zei Seth.

Maar niemand geloofde hem.

“Wat is er achter deze deur?”, vroeg Little Joe.

“Niets. Die deur is dicht en hij blijft dicht”, was het antwoord.

Little Joe schoot het slot kapot. De deur viel open en Little Joe ging naar binnen. Door het schot was Candy wakker geworden.

Hij vroeg met een schorre stem:“Joe?”

Toen vroeg Little Joe op zijn beurt:“Candy?”

Hij liep naar de deur en zei:“Pa, onze voorman is hier.”

“Ik zorg voor Candy. Jullie brengen hem naar de sheriff”, zei Ben.

Seth besefte dat het nu voorbij was.

In de donkere kamer deed Ben de blinddoek af en maakte de handen en voeten van Candy los.

“Candy, ik ben het, Ben Cartwright”, zei Ben.

“Mr Cartwright, wat ben ik blij om een bekende stem te horen”, zei Candy die zich beroerd voelde.

“Het is nu voorbij jongen”, zei de rancher.

Candy voelde de striemen in zijn enkels en polsen zeer goed. Langzaam stond hij op en betastte hij de kamer. Doordat Candy dagenlang in de duisternis was vastgehouden, had het felle zonlicht zijn ogen totaal verblind.

Terwijl Hoss en Little Joe Seth naar de sheriff brachten, zorgde Ben voor zijn voorman.

“Kun je lopen Candy?”, vroeg Ben bezorgd.

“Ja Mr Cartwright”, zei Candy kalm.

Voorzichtig stond hij op van het bed en liep hij naar de deur. Maar bij het betreden van de lichte voorkamer kreeg hij een grote schok. Met een slag keerde Candy terug de donkere kamer in.

Ben kwam hem achterna en vroeg:“Candy, wat is er?”

“Dat felle zonlicht doet pijn aan mijn ogen. Ik kan nauwelijks iets zien”, antwoordde Candy en hij hield zijn ogen stijf dicht.

“Ik breng je naar de ranch. Een van de knechten zal Doc meteen waarschuwen. Hier is mijn arm”, zei Ben.

“Breng me maar meteen naar Doc”, was het protest van de voorman.

“Goed. Als jij dat wil”, was het antwoord van de rancher.

Voorzichtig leidde hij Candy naar de wagen. Candy wist dat dit niets voor hem was, maar accepteerde de situatie zoals het was. Ben hielp hem op de wagen en klom er daarna zelf ook op.

Onderweg naar Virginia City hield Candy zijn handen voor zijn ogen. Ben merkte hoeveel pijn de voorman aan zijn ogen had.

“Het komt heus wel goed met je ogen”, zei de rancher op een gegeven moment.

“Ik hoop het”, was het sombere antwoord van Candy.

Zijn baas zag in dat dit een tegenslag was voor hem. Candy was anders altijd erg opgeruimd en positief van karakter.

Algauw bereikten ze Virginia City. Ben stopte de wagen voor de praktijk van Doc Paul Martin. Hij sprong er van af en liep er om heen.

“Candy, we zijn bij de dokter. Hier is mijn hand”, zei hij tegen de voorman.

Voorzichtig klom Candy er van af, tastend ging hij naar boven.

Ben ging hem voor en zei:“Paul, kun je Candy even nakijken? Hij heeft dagenlang in de duisternis gezeten.”

“Ga zitten Candy. Dan zal ik naar je ogen kijken”, zei Paul.

Dat deed Candy. Doc onderzocht de ogen van Candy, maar er was niets mis mee.

Hij deed wat oogdruppels in de kijkers van de voorman en vroeg:“Hoe voelt dat?”

Candy knipperde een paar keer met zijn ogen en zei:“Iets beter, maar mijn ogen doen nog steeds pijn.”

“Dat zal nog wel een paar dagen het geval zijn. Maar je zal wel weer kunnen zien. Kom over twee weken terug voor een controle”, zei Paul.

Hij gaf Ben de oogdruppels en zei:“Doe dit twee keer per dag in zijn ogen.”

De rancher knikte. Ze verlieten de praktijk van de dokter nadat de enkel van Candy ook behandeld was.

Thuis kreeg Candy het advies om voldoende rust te nemen van zijn werkgever. Dit deed hij dan ook. De Cartwrights ontzagen hem de eerste dagen. Dit hield niet in dat Candy niet geplaagd werd door Hoss en Little Joe.

“Wacht maar totdat ik weer kan zien”, luidde zijn commentaar.

De broers konden er alleen maar om lachen. Het zichtvermogen van Candy keerde langzaam maar zeker terug. De voorman kon zijn blauwe kijkers weer gebruiken als voor de nare gijzeling.

Zijn getuigenis tegen Seth Baker zorgde ervoor dat de oude man voor vijf jaar de gevangenis indraaide.

Candy ging weer gewoon aan het werk en het leven ging voor hem gewoon door. Desondanks hield Ben hem toch nog in de gaten. Ook al beweerde de voorman dat hij het verwerkt had. Dit bleek echter niet het geval te zijn.

Op een namiddag was Candy bezig in de schuur. Hij was in een goed humeur totdat de deur door de wind dicht viel. Candy hoorde een klap en in een keer kwam alles weer terug in zijn gedachten. Hij stopte met werken en probeerde de deur open te duwen. Dit lukte niet. Omdat de schuur niet echt groot was raakte de voorman in paniek en gaf hij zich over aan zijn angst. Hij was al aardig overstuur toen Ben en Little Joe aan kwamen rijden en ze de deur van de schuur dicht zagen.

“Joe, is Candy daarbinnen?”, vroeg Ben direct.

Zijn zoon knikte en ze stegen van hun paarden af. Hierna deden ze samen de deur open. Candy was al helemaal van de kaart.

Ben zei:“Ga Doc halen. Zeg maar dat het een noodgeval is.”

Little Joe ging meteen weg.

“Het is al goed Candy. Ik neem je mee naar binnen”, zei Ben kalm maar ongerust.

In de woonkamer zat Hoss de krant te lezen. Toen het tweetal binnenkwam wist hij direct dat er wat was. Candy kon niets zeggen maar zowel Ben als Hoss begreep dat hij een terugval had gekregen.

Toen Paul Martin hem had onderzocht zei hij:“Ik schrijf Candy verplichte rust voor.”

De voorman nam een paar weken vakantie, maar hij bleef wel op de Ponderosa. Hij ging veel vissen zodat hij rustig kon nadenken en de nare gijzeling kon verwerken. Candy sprak er veel over met de beide Cartwright broertjes. Hierdoor was de voorman er vlugger over heen.

Na zijn vakantie merkte Candy dat hij zich goed voelde en zijn omgeving had dat ook in de gaten. Zijn gevoel voor humor was weer teruggekeerd en zijn lach schalde weer als vanouds over het erf.

“Ik geloof dat Candy weer helemaal de oude is, pa”, zei Hoss tegen Ben.

“Ik denk dat je gelijk hebt jongen”, was het antwoord van de rancher toen ze zijn gelach hoorden.