DE BEKERING VAN TERRY

Terry Jones was een twaalfjarige en brutale jongen. Hij woonde met zijn ouders in Tucson, Arizona. De sheriff en zijn deputy waren echter niet zo gelukkig met het feit dat Terry in hun stad woonde. De jongen zorgde regelmatig voor flinke problemen. Dit leidde tot ruzies tussen hem en zijn ouders.

Op zekere dag was Terry met zijn vriendje Rocky Mullens in de stad.

Terry zei:“We gaan naar de saloon.”

“We mogen daar niet eens in”, zei Rocky.

“Er is toch niemand die ons tegenhoudt? Of ben je bang?”, vroeg zijn vriendje uitdagend.

“Je weet hoe mijn ouders over jou denken. Ze hebben liever niet dat ik met je omga”, zei Rocky zuchtend.

“Ga dan maar fijn terug naar huis en wees een brave jongen voor je ouders. Ik dacht dat we vrienden waren maar ik heb me daarin dus behoorlijk vergist”, zei Terry kwaad.

Hij gaf Rocky een harde klap in het gezicht en rende weg. In zijn haast keek de jongen niet uit waar hij liep en botste hij tegen Buck Cannon op.

“Ho jongen. Niet zo haastig. Waar moet je heen?”, vroeg de rancher.

Hij had Terry met beide handen vast en keek hem aan.

“Laat me los Buck”, antwoordde de jongen en rukte zich los.

Terry greep de revolver van Buck en rende weer weg. De jongen was opvallend vlug met ontsnappen en ook nog eens behoorlijk gehaaid. Voordat Buck zijn revolver miste was Terry allang uit het zicht verdwenen. Terry hield zich in een verlaten deel van Tucson verborgen. Daar zat hij wel vaker als hij weer eens wat gedaan had. Hij bekeek de revolver en ontdekte dat het wapen geladen was.

“Nu zullen pa en ma ervan lusten en Rocky ook. Buck Cannon, je wordt hartelijk bedankt voor het afgeven van je wapen”, zei Terry zachtjes tegen zichzelf.

Nadat Buck had ontdekt dat Terry zijn revolver had gestolen ging hij naar de sheriff om de diefstal aan te geven. De rancher klopte op de deur. Een stem riep meteen dat hij kon binnenkomen. Dat gebeurde.

Buck zei:“Sheriff, dat rotjoch van een Terry Jones heeft mijn revolver gestolen. Hij botste tegen mij op en pakte zo mijn wapen.”

“Als het over de jongeheer Jones gaat ben ik altijd erg blij. Ik zal hem arresteren”, zei de sheriff.

De gezagsdrager schreef een arrestatiebevel uit voor Terry Jones. De jongen was echter nergens te bekennen.

Uit zijn humeur kwam Buck weer thuis.

Zijn broer John vroeg:“Is er wat gebeurd in de stad?”

“Dat rotjoch van een Terry Jones heeft mijn revolver gestolen. Als ik hem in handen krijg zal hij niet lang meer leven.”

“Hij heeft gewoon een harde hand nodig”, zei John.

“Eerder een pak rammel”, was de reactie van zijn broer.

Manolito Montoya zei:“Als jij hem dat geeft heb je kans dat jij ervoor gepakt wordt. Je mag niet zomaar een kind slaan.”

“Mano heeft gelijk, Buck”, zei John.

“Terry is geen kind maar een rotjoch. Hij heeft voor niets en niemand respect. Zelfs niet voor het gezag”, reageerde Buck.

John ging met Buck naar Tucson om meer duidelijkheid te krijgen omtrent de diefstal van de revolver van Buck.

Toen Terry thuiskwam was het doodstil. De jongen vond dit op zich al vreemd omdat zijn ouders altijd tegen hem aan het schreeuwen waren. Hij keek in alle kamers. Pas in de ouderlijke slaapkamer vond hij zijn ouders. Helaas waren ze niet meer in leven. Terry legde de revolver van Buck neer en rende daarna de deur uit. Hierbij liep de jongen bijna weer Buck omver. Terry viel en kon nauwelijks nog overeind komen.

“Terry, wat is er?”, vroeg de rancher ongerust.

“Laat me met rust, Cannon. Ik haat jou”, beet de jongen hem toe.

Buck wilde zijn geblesseerde enkel bekijken maar Terry duwde hem hardhandig weg.

De rancher sloeg hem in het gezicht en zei:“Rotjoch dat je bent.”

Terry sloeg terug wat nog meer kwaad bloed zette bij Buck. Voordat het op een complete vechtpartij uitliep grepen John en de sheriff met harde hand in.

“Terry, je staat onder arrest. Meekomen!”, zei de sheriff.

Met moeite stond de jongen op. Hij hinkte mee met de sheriff. John nam zijn jongere broer onder handen.

“Buck, laat hem met rust. Je maakt het zo alleen maar veel erger”, zei John.

“Hij begon. Ik wilde hem alleen maar helpen”, reageerde Buck verontwaardigd.

“Ik denk dat de sheriff je nog moet spreken dus we zullen nog een poosje blijven. We hebben je gewaarschuwd”, antwoordde zijn broer.

Buck wist dat maar al te goed. Hij zweeg en keek voor zich uit.

Intussen zat Terry in een cel maar hij zei niet veel. Hij wist dat iedereen in Tucson tegen hem was maar daar gaf hij niets om.

De sheriff vroeg hem:“Waarom heb je de revolver van Buck Cannon gestolen?”

“Dat is mijn zaak. Laat me met rust!”, zei Terry uit zijn humeur.

“Het is nu ook mijn zaak. Buck heeft aangifte van diefstal gedaan. Waar is het wapen? De eigenaar wil het graag terug hebben”, zei Watkins.

“Ik heb het weggegooid”, loog de jongen.

Hij zei niet dat het wapen in de slaapkamer van zijn ouders lag. De sheriff gaf het op. Toen kwamen de Cannon broers binnen. Buck vertelde opnieuw wat er gebeurd was.

“Hij heeft je wapen weggegooid”, zei de sheriff.

“Ik weet het goed gemaakt. Terry gaat op de ranch werken totdat hij een nieuwe revolver heeft betaald”, zei John.

Terry vond het een waardeloos idee en liet dat ook merken.

“Ik ga niet op een ranch werken en vooral niet op de High Chaparral”, zei hij vastbesloten.

“Waarom niet?”, vroeg John kalm.

“Waarom wel?”, was de wedervraag van Terry.

“John, dit is pure tijdverspilling. Kom mee naar huis”, zei Buck die zich behoorlijk begon te ergeren aan de houding van Terry.

“Buck, ga naar buiten en wacht daar”, zei zijn broer.

Dat deed Buck.

John vroeg de jongen opnieuw:“Waarom ga je niet op onze ranch werken?”

“Ik ga nog liever de cel in dan op jullie ranch te moeten werken”, zei Terry.

Hij wist hoe John Cannon was.

Op dat moment kwam deputy Nick Johnson binnen met het schokkende bericht:“Baas, Phil en Clara Jones zijn dood. Ze liggen vermoord in de ouderlijke slaapkamer. Oh, eh hai John, Terry.”

“Nick, doe zijn cel op slot”, zei de sheriff.

Nick deed de cel op slot. Hierna ging het gezag naar het huis van Terry Jones. In de ouderlijke slaapkamer vond de sheriff niet alleen de lijken van Phil en Clara Jones maar ook de revolver van Buck Cannon. Het wapen was niet gebruikt want alle kogels zaten er nog in.

“Haal ze maar weg en licht de begrafenisondernemer in”, zei Watkins tegen zijn deputy.

Nick knikte en deed wat hem opgedragen was.

Terug in zijn kantoor vroeg de sheriff aan Terry:“Waarom heb je gelogen?”

De jongen zei:“Wat maakt het nu nog uit wat ik zeg? Ik krijg toch de strop omdat ik mijn ouders heb vermoord. Het zal jullie wel deugd doen om te horen dat ik dood ben. Dit is gewoon een rotstad.”

Terry stak zijn haat tegenover Tucson niet onder stoelen of banken. De stad zag hem als uitschot en behandelde hem er ook naar. Hij ging niet naar school maar hing rond in de stad. Als er ergens een vechtpartij was kon je er donder op zeggen dat Terry de veroorzaker ervan was.

Terry moest als straf voor de diefstal werken op de ranch van John Cannon. Dit beviel de jongen helemaal niet wat leidde tot grote ruzies tussen hem en zijn werkgever. Terry was het niet gewend om gecommandeerd te worden door anderen.

Op een avond kreeg Terry ruzie met Billy Blue Cannon, de zoon van John.

Terry was buiten bij de kraal toen Blue hem vroeg:“Zou je niet eens gaan slapen?”

“Wie denk je wel wie je bent? Jij hebt toch niets over mij te zeggen”, zei Terry brutaal.

“Ik stelde alleen maar een vraag. Rustig maar”, zei Blue.

Hij merkte dat de jongen iets van plan was. Terry keek constant naar zijn paard dat gezadeld klaar stond om weg te gaan. De jongen liep naar het slaaphuis gevolgd door Blue.

Bij de deur zei Terry:“Zeg je pa maar dat hij voortaan maar iemand anders moet gaan opzadelen met rot karweitjes. Ik vertrek!”

“Vertel hem dat zelf maar. Kijk maar hoe hij reageert”, zei Blue.

Hij sleurde Terry mee naar binnen waar John en Buck waren.

“Blue, Terry, is er iets?”, vroeg John verbaasd.

“Pa, dit rotjoch heeft je iets te vertellen. Zeg het dan”, zei Blue.

Terry rukte zich los en zei woest:“Hij dwong me u te zeggen dat ik wegga. Zoek maar iemand anders om hem op te zadelen met rot karweitjes.”

“Je blijft hier Terry Jones. Je kunt toch nergens meer heen dan hier. Het is waar dat jij toevallig de rot karweitjes toegedeeld krijgt maar je bent te klein en te jong voor het zwaardere werk op de ranch”, zei John bedaard.

“Dat doen jullie expres. Ik ben gewoon een goedkope slaaf voor jullie”, was het felle antwoord van Terry.

Hij ging weer naar buiten.

“Blue, hou hem tegen”, zei John direct.

Zijn zoon deed dat. De twee jongens begonnen te vechten op het erf zodat John en Buck hen uit elkaar moesten halen.

In zijn kantoor zei John tegen Terry:“Als jij je niet kunt gedragen hier op de High Chaparral ben ik verplicht je terug te brengen naar de sheriff. Dan kan je rekenen op een celstraf.”

“Breng me maar terug. Ik geef er toch niets om”, zei de jongen resoluut.

Hij was razend jaloers op Blue omdat hij wel een vader had die om hem gaf en hij niet. Dit zei de jongen echter niet tegen de rancher. John wist niet wat hij met Terry aan moest. De jongen luisterde niet of nauwelijks en deed zijn werk erg slecht. De knechten waren al na een uurtje komen klagen over het gedrag en de houding van Terry.

“Goed. Pak je spullen maar bijeen. Hierbij ben je ontslagen”, zei John na een lange stilte.

“Blij toe. Ik ben voor mijn doen al veel te lang geweest”, reageerde Terry.

Hij verliet het kantoor zonder John nog verder aan te kijken.

In de woonkamer vroeg hij sarcastisch aan Buck:“Heb je nu je zin? Je broer heeft me zomaar ontslagen.”

“Je zal het er wel zelf naar gemaakt hebben, dief die je bent”, zei Buck koel.

Terry keek hem aan maar zie niets terug en ging toen naar buiten. Hij liep naar het slaaphuis om zijn spullen te pakken.

Sam zag wat hij deed en zei:“Eindelijk ga je weg. Dan zal het hier en stuk rustiger worden.”

“Smoel houden Sam”, beet Terry hem toe.

Het was niet de eerste keer dat Terry ruzie kreeg met de knechten. Sinds zijn komst op de ranch had Terry steeds voor grote commotie gezorgd.

Toen Victoria hoorde dat John Terry ging wegbrengen kwam ze in opstand.

Ze zei fel tegen haar echtgenoot:“Je kan zo’n joch toch niet wegbrengen nu het al donker is? Wacht totdat het licht is.”

“Terry is ontslagen. Iedereen had klachten over hem en zijn gedrag. Hij is gewoon niet te handhaven hier op de ranch”, reageerde John.

Victoria antwoordde:“Terry verdient net als iedereen een nieuwe kans.”

“Wacht even Victoria. We hebben hem zoveel kansen als kon gegeven. Maar hij maakte er steeds misbruik van”, zei Buck.

“Alleen als hij zich weet te gedragen mag hij blijven”, zei John uiteindelijk.

De rancher ging naar buiten waar Terry op hem wachtte.

“Gaan we nog of hoe zit dat?”, vroeg de jongen.

“Ik wilde je eigenlijk nog een nieuwe kans geven maar aan je stem te horen ga je liever de cel in. Dus wat wil je?”, vroeg de rancher.

“Vaarwel”, zei Terry.

Hij gaf zijn paard de sporen. In enkele seconden had de jongen de High Chaparral verlaten. John wist dat zoeken zinloos was en ging terug naar binnen.

“Blijft dat rotjoch?”, vroeg Buck.

“Ik stelde voor dat hij een nieuwe kans zou krijgen maar hij zei vaarwel en reed weg”, antwoordde zijn broer.

Nadat hij de High Chaparral had verlaten reed Terry richting Tucson. Doordat hij veel in de stad rondhing kende de jongen elk verlaten plekje uit het hoofd. Hij stopte bij een verlaten huis en steeg af. Opeens zag hij een zwartgeklede man naar zich toe komen.

“Terry Jones? Hier komen”, zei de man.

Terry kwam en vroeg:“Wie ben jij?”

“Ik ben je oom Keith. Ik heb jouw hulp hard nodig. Mijn handlanger Jesse Boone en ik gaan over vier nachten de High Chaparral overvallen en jij doet mee”, antwoordde de man.

De jongen zei:“Waarom die ranch? Een bank is makkelijker te overvallen.”

“Dat is zo maar een ranch zoals die van John Cannon is mooier en interessanter dan een bank”, zei Keith.

“Ik doe niet mee”, zei Terry.

Keith pakte zijn neefje beet en zei:“Jij doet wel mee. Anders vermoord ik jou zoals ik van jou een weeskind heb gemaakt.”

Terry rukte zich los en rende naar zijn paard. Hij steeg op en reed terug naar de High Chaparral.

Op de ranch brandde nog licht in het woonhuis. Dit kwam goed uit voor Terry want hij moest zijn voormalige werkgever dringend spreken. Bij de voordeur gleed de jongen uit het zadel en klopte hij op de deur. John en Buck keken elkaar verbaasd aan. Buck deed open en zag een hijgende Terry staan.

John zei:“Terry, wat is er? Kom binnen.”

Terry kwam binnen en zei:“In de stad kwam ik mijn oom Keith Jones tegen. Over vier nachten gaat hij en zijn handlanger Jesse Boone deze ranch overvallen. Ze eisen dat ik meedoe. Oom Keith heeft mijn ouders vermoord.”

“Wat doet je oom als jij niet meewerkt?”, wilde Buck weten.

“Dan vermoordt hij me ook”, zei Terry.

Van zijn ruwheid was nu niets meer te merken. De broers keken elkaar aan.

John zei:“Terry, je krijgt een nieuwe kans en je blijft hier op de ranch.”

“Goed Mr. Cannon. Het spijt me van mijn eerdere gedrag”, zei Terry.

“Buck, breng hem naar het slaaphuis en vertel alles aan de knechten”, zei John kalm.

Buck nam Terry mee naar het slaaphuis. Daar werd het ineens stil toen de twee binnenkwamen.

“Jongens, ik heb wat mee te delen. Terry hier is te weten gekomen dat de ranch in gevaar is. Zijn oom en een handlanger willen de High Chaparral over vier nachten komen overvallen. Als Terry niet meedoet vermoordt zijn oom hem net zoals hij zijn ouders heeft vermoord. John heeft besloten Terry een nieuwe kans te geven. Hij rekent op jullie steun”, zei Buck tegen de anderen.

Ze knikten allen van ja.

Terry nam een bed ver weg van de anderen. Hij was niet erg gerust. Keith Jones was hard en meedogenloos en moordde er vaak op los ook. Zijn neefje was doodsbang voor hem. Keith maakte daar dankbaar gebruik van. Terry lag op bed en keek naar de andere knechten. Hij zat diep in de problemen. Een uitweg was volgens hem niet meer mogelijk. Vrij laat viel hij in slaap.

De volgende morgen was Terry vroeg wakker. Hij stond op en waste zich. Hierna ging de jongen naar buiten. Hij liep naar de kraal waar men een paard aan het temmen was. Buck keek eerst naar hem en toen naar zijn broer. Deze knikte begrijpend. Opeens duwde het wilde paard een stuk hek van de kraal weg. Het stuk hek kwam half op Terry terecht. Sam en Joe hielden het paard in bedwang terwijl John, Blue en Manolito het hek weghaalden van Terry. Buck ging meteen weg om de dokter te halen.

John vroeg:“Terry, heb je ergens pijn?”

De jongen kermde hevig van de pijn. John en Manolito hielpen hem overeind en brachten de gewonde staljongen naar zijn bed. Blue vertelde Victoria wat er was gebeurd. Ze ging meteen naar het slaaphuis.

“John, hoe is het met hem?”, vroeg ze ongerust.

“Hij heeft erg veel pijn. Buck is al onderweg om de dokter te halen”, antwoordde hij kalm.

Victoria legde een natte doek op het voorhoofd van Terry. John en Manolito gingen naar buiten om de schade op te nemen.

“Mr. Cannon, hoe is het met Terry?”, vroeg Sam.

“Hij heeft erg veel pijn maar ik denk niet dat hij het haalt”, antwoordde John ongerust.

De rancher keerde terug naar het slaaphuis waar Terry vocht voor zijn leven.

Buck was eerder terug dan verwacht met Doc. De geneesheer onderzocht Terry langdurig. Daarna zei hij tegen John en Victoria:“Hij heeft verscheidene gebroken ribben. Maar hij is nog jong en zal er weer bovenop komen. Zorg ervoor dat hij veel rust.”

“Dat zal gebeuren”, zei John.

Doc O’Brien verliet de ranch weer. John en Buck keken hem na.

“John, als we nu aan de sheriff vertellen dat Terry overleden is, misschien kunnen we dan die oom van hem in de val lokken”, stelde Buck voor.

De broers stopten bij het kantoor van de sheriff. Ze stegen af en bonden hun paarden vast. Hierna ging John naar binnen. Buck wachtte buiten.

De sheriff keek op en vroeg verbaasd:“John, wat doe jij hier? Is er iets?”

“Terry kreeg vanmorgen een stuk hek van de kraal op zich en is aan de verwondingen ervan overleden. Gisteravond was hij nog in de stad. Zijn oom Keith Jones en diens handlanger Jesse Boone zijn van plan om over drie nachten mijn ranch te overvallen. Keith heeft de ouders van Terry vermoord”, antwoordde de rancher.

“Ik hoorde dat al van Nick. Hij had het in de saloon opgevangen van Keith zelf”, zei Watkins.

“Nick kan Keith niet alleen aan”, zei John.

“Met jullie hulp wel. Nu Terry dood is bestaat de kans dat de overval al veel eerder plaatsvindt”, zei de sheriff van Tucson.

John knikte.

John verliet het kantoor van de sheriff en ging met zijn broer naar de saloon. Aan de bar vonden ze de deputy.

“Hallo John, Buck. Kan ik jullie wat te drinken aanbieden?”, vroeg Nick.

Dat kon. Ze gingen aan een tafel zitten.

“Keith Jones wil met Jesse Boone je ranch overvallen. Het moet met Terry. Anders gaat het mis”, vertelde de deputy tussen twee slokken bier in.

“Terry is overleden vanmorgen. Je baas wil dat jij met ons Keith pakt”, zei John.

“Je hebt mijn volledige medewerking”, antwoordde Nick.

De deputy had al een plan in gedachten.

Hij legde het uit aan de broers:“Ik weet dat Jesse slecht kan schieten. Hij is gewoon een meeloper. Ik kan hem overtuigen dat Keith de opbrengst van hun overval zelf wil houden. Jesse doodt hem en ik hem.”

“Goed. Maar wij houden je wel in de gaten”, zei John.

Ze wisten dat Nick soms erg roekeloos kan zijn. De deputy knikte.

Wat later die middag komt Nick Jesse Boone tegen.

“Jesse, jou moet ik hebben. Heb je het laatste nieuws al gehoord over je maat Keith Jones? Hij wil de hele opbrengst van jullie overval zelf houden”, zei Nick.

“Mooi niet. Ik knal hem overhoop en dat neefje van hem ook. Die Terry bedoel ik”, zei Jesse kwaad.

“Maak je over Terry maar geen zorgen. Hij is al overleden”, antwoordde Nick koel.

“Des te beter”, zei Jesse.

Hij liep weg om Keith om zeep te helpen. Nick gaf een teken aan de Cannons om te volgen. Hetgeen gebeurde. In een steeg ontmoetten de outlaws elkaar.

“Hallo Jesse”, zei Keith lachend.

“Smoel houden. Tot ziens in hel”, zei Jesse.

Hij schoot zijn handlanger neer.

“Mr. Boone, kijk eens even deze kant op”, riep Buck.

In zijn stommiteit deed de outlaw dat en kreeg hij een lading blauwe bonen voorgeschoteld van Nick en Buck.

“Nicky, kijk uit”, riep Buck.

Keith schoot op de deputy. Deze viel neer maar zag toch kans om het hoofd van Keith te veranderen in een vergiet met behulp van twee kogels. Keith viel dood neer.

“De laatste twee kogels waren namens Terry”, zei de deputy.

“Waar ben je gewond?”, vroeg Manolito.

“In mijn linkerzij. Haal Doc maar”, zei Nick met een pijnlijk gezicht.

Na de schietpartij bekenden John en Buck dat Terry nog in leven was.

Terwijl hij behandeld werd vertelde Nick:“Terry is niet zo slecht als iedereen denkt. Door de slechte familiesfeer werd hij zo hard.”

“Hoe weet jij dat allemaal?”, vroeg John verbaasd.

“Zijn moeder Clara was mijn tante. Mijn moeder en zij waren zussen. Terry is nooit gewenst door zijn ouders”, legde de deputy uit.

Nu begrepen de Cannons hoe Terry de oproerling van Tucson was geworden.

“Buck, hoe zou jij het vinden om Terry te begeleiden?”, vroeg John.

“Ik? Hoezo?”, vroeg zijn broer verbaasd.

“Hij lijkt wel wat op jou en Terry heeft een thuis nodig. Dat kan hij op de High Chaparral krijgen”, antwoordde John.

Buck knikte. De sheriff ging er ook akkoord mee. John en Buck gingen snel terug naar huis.

Terry lag in bed maar was wel aanspreekbaar. De Cannon broers kwamen bij hem zitten en keken naar hem.

“Je oom en zijn handlanger zijn doodgeschoten in Tucson. In overleg met de sheriff hebben we besloten jou hier te houden en dat Buck jou begeleidt en jou het werk hier leert. Wat vind je daar van?”, vroeg John.

“Goed maar pas zeker als ik beter ben?”, vroeg de jongen op zijn beurt.

John knikte.

Nu Terry pas écht een thuis had gevonden én gekregen werd hij een zeer goede aanwinst voor de High Chaparral.