INCIDENT OP DE OPEN VLAKTE

Op de ranch vroeg Mason Kendall zich af waar zijn dochter Lucy was. Men had haar noch zien weggaan noch zien komen. Ook had ze geen boodschap achtergelaten.

Voorman Jack Edwards zei tegen zijn baas:“Slim Watts gedraagt zich verdacht netjes nu uw dochter weg is. Hij doet wat ik zeg. Dat heeft hij nog nooit gedaan.”

“Ik wil dat hij verdwijnt. Ontsla hem”, zei Mason ongerust.

Jack knikte.

Hij liep naar de knecht en zei:“Watts, opgelazerd. Mr Kendall heeft je ontslagen. Pak je spullen en verdwijn.”

Slim keek naar de voorman en zei:“Wat ben ik blij dat ik hier weg mag zeg. Het komt vast door de verdwijning van die meid.”

“Je bedoelt zeker Miss Kendall? Volgens mij heb jij ermee te maken”, beet Jack hem toe.

Slim maakte dat hij wegkwam en ging Lucy Kendall zoeken. Sinds zijn eerste werkdag was hij stapel op haar geworden maar ze zag hem niet staan. Lucy had haar hart namelijk allang verloren aan de voorman. De liefde was wederzijds tot goedkeuring van Mason. Hierdoor kreeg Slim wraakgevoelens tegen Jack en Lucy. De reden waarom Lucy spoorloos verdween wist Slim verdomd goed. Alleen had hij dat niemand verteld. Na zijn ontslag besloot hij haar te zoeken. Hij onderschatte haar echter wat uithoudingsvermogen betrof.

“Jack, ik geef jou het bevel om Lucy te gaan zoeken. God weet waar ze is. Je weet zelf ook wat ze voor me betekent”, zei Mason in zijn kantoor.

De voorman zei:“Ik vertrek meteen Mr Kendall.”

Jack wist wat niet waar hij moest beginnen. Hij zorgde er wel voor dat hij genoeg water en voedsel bij zich had voor de eerstkomende dagen. Munitie had de voorman ook niet vergeten mee te nemen plus zijn revolver en geweer. Eén ding hoopte Jack niet en dat was Lucy ergens levenloos aan te treffen. Dat zouden hij en zijn baas niet overleven.

Intussen mijlen verwijderd van waar Jack en Slim waren vond de jonge veedrijver Rowdy Yates op een open vlakte een reeds buiten bewustzijn persoon. Hij reed er heen en steeg af. Hij knielde bij haar neer. Het bewusteloze meisje werd wakker maar ze wist niet waar ze was. Langzaam opende ze haar ogen en keek in die van Rowdy.

Hij vroeg:“Ik ben Rowdy Yates. Wie ben jij?”

“Lucy Kendall. Waar ben ik? Wat is er gebeurd?”, vroeg het meisje langzaam.

“Je bent in een woest gebied. Ik vond je net. Kun je opstaan?”, vroeg Rowdy bezorgd.

Met zijn hulp stond Lucy op. Nu ze stond was ze kleiner dan toen ze lag. Rowdy schatte haar een jaar of zestien maar hij kon zich ook vergissen. Lucy was niet echt gekleed als een dame maar meer bepaald als een cowboy.

Ze merkte hoe Rowdy naar haar keek en zei:“Ik weet wat je denkt. Waarom is ze niet gekleed als een dame? Vader wilde altijd een zoon hebben in plaats van een dochter. Mijn moeder stierf bij mijn geboorte dus pa voedde me op als een jongen. Behalve kaarten, drinken en schieten kan ik toevallig ook nog koken. En lekker ook.”

Rowdy begon te glimlachen en zei:“Ik neem je mee naar de anderen.”

Lucy liep wat kreupel naar haar paard. Met zijn hulp kwam ze op het paard en Rowdy steeg op het zijne. Samen reden ze naar het kamp van de veedrijvers waartoe Rowdy ook behoorde.

Toen ze het kamp binnenreden stootte verkenner Pete Nolan de kuddebaas Gil Favor aan. Favor keek in de richting van Rowdy en liep erheen. Hij was niet de enige die zich afvroeg wie de vreemde was die met Rowdy was meegekomen. De andere veedrijvers deden dat ook. Het tweetal steeg af. Lucy ging door haar rechterenkel maar ze kon zich aan haar paard vasthouden.

Favor merkte de situatie waarin Lucy zich bevond en daarom zei hij:“Welkom miss.”

“Dit is Lucy Kendall. Lucy, dit is Mr Favor en dat is de veldkok Wishbone. Ik vond haar bewusteloos iets terug”, zei Rowdy erg kalm voor zijn doen.

Favor gaf haar een knikje en zei:“Ze lijken ruwer dan ze zijn.”

Omdat iedereen naar haar keek werd Lucy wat verlegen en ze wist niet waar ze kijken moest of wat te zeggen.

“Ok jongens. De show is voorbij. Ga door met je werk”, zei Favor na een poosje.

De mannen gingen door met hun werk.

“Wat moet ik doen Mr Favor?”, vroeg Lucy nadat ze haar verlegenheid had overwonnen.

“Laat Wishbone maar eerst naar je enkel kijken. Ga maar zitten op die kist”, zei Favor en hij wees naar een kist.

Lucy ging er op zitten en trok met veel pijn en moeite haar rechterlaars uit. Wishbone kwam mopperend met de verbandtrommel. Daarna onderzocht hij de enkel.

Hij zei:“Het is zwaar gekneusd. Ik zal er een zwachtel omdoen. Wees voorzichtig met lopen.”

Lucy knikte. Rowdy gaf haar een knipoogje. Iets verderop zat Favor te bedenken wat hij nu met hun ‘vondeling’ aan moest. Hij kon haar moeilijk op de prairie achterlaten. Bovendien zou hij dan problemen krijgen met de andere mannen. Maar de kuddebaas wist ook dat de aanwezigheid van het vrouwelijk geslacht niet altijd 100 % goed ging. Tenslotte besloot hij haar toch bij zijn crew te voegen.

Hij liep naar haar toe en vroeg:“Miss Kendall, zou u met ons mee willen rijden zolang dat nodig is?”

“Dolgraag Mr Favor. De ranch van mijn vader ligt 60 km hier vandaan. Daar is meer dan genoeg water en eten”, antwoordde Lucy terwijl ze haar laars met veel moeite aantrok.

“Dan gaan we naar jullie ranch toe”, besliste Favor.

Toen Wishbone te horen kreeg dat ze er een bijrijdster bij hadden gekregen begon hij weer hevig te keer te gaan. Favor wist hoe de kok was dus hij liet het maar over zich heen gaan. Per slot van rekening was niet Wishbone de baas maar hij. De kok was echt niet van vrouwelijk gezelschap gediend. Zijn hulpje Mushy mocht Lucy wel maar hij was niet de enige. Hoewel ze de enige vrouw in het kamp was liet Lucy niet over zich heen lopen. Favor had eerst wat twijfels over de capaciteiten van Lucy maar toen hij eenmaal zag hoe bedreven ze was met de kudde was hij tevreden. Hij liet haar vooraan rijden naast Rowdy. Dat vond ze niet erg want ze kon het vooral met hem goed vinden. Andersom was het ook het geval.

“Je moet niet denken dat Wishbone je niet mag. Hij schreeuwt altijd zo maar hij mag je heel graag”, zei Rowdy opeens.

“Ik ben wel wat gewend. Dit is niet de eerste keer dat ik dit werk doe”, legde ze uit.

“Waarom zit jouw revolver niet rechts?”, vroeg Rowdy.

“Ik ben linkshandig. Pa heeft het speciaal voor mij laten maken. Ik kan vrij snel trekken”, was het antwoord van Lucy.

Het was al laat maar toch kon Lucy niet in slaap komen. De pijn in haar rechterenkel begon steeds erger te worden. Wishbone had het al verzorgd en ondanks dat er een zwachtel om zat bleef de enkel pijn doen.

Opeens voelde Lucy de loop van een geweer in haar rug.

Ze hoorde een hese stem zeggen:“Geef geen kik. Anders ben je er geweest. Ik weet wie je bent en wat je hier komt doen!”

Ze herkende de stem en keek om. De hese stem behoorde aan de ex-stalknecht van de ranch van de familie Kendall, Slim Watts. Slim was een paar weken geleden ontslagen omdat hij Lucy steeds lastigviel in plaats van te werken. Slim lachte gemeen en legde het geweer naast zich. Hij sloeg zijn armen om haar heen maar met zijn geweer sloeg Lucy hem bewusteloos. Ze stond op en strompelde naar het kamp waar Favor en Rowdy zaten.

“Miss Kendall, wat is er?”, vroeg Favor direct.

“Ik werd net lastig gevallen door Slim Watts. Hij is stalknecht op onze ranch”, zei Lucy vlug.

Ze merkten dat er meer aan de hand was.

“Hij heeft me een tijd geleden verkracht”, zei Lucy wat overstuur en ze begon te snikken.

“Ik heb zulke verhalen over hem vaker gehoord”, zei Rowdy.

Hij keek naar Favor en ging naar Slim. Favor zorgde voor Lucy. Slim was intussen bijgekomen maar zag Lucy nergens. Rowdy had versterking gekregen van Pete.

Samen beslopen ze hem van achteren en Rowdy zei:“Handen in je nek Watts!”

Tegelijkertijd richtten ze allebei hun schietijzers op de stalknecht. Slim deed alles zonder protest. De mannen bonden hem stevig vast. Lucy kon intussen weer een beetje redelijk denken nadat ze tot kalmte was gekomen.

De aanwezigheid van Lucy bleef niet onopgemerkt bij de veedrijvers. Desondanks had ze wel haar mondje bij zich. Het was Favor wel erg opgevallen dat ze veel bij Rowdy was. Dat beviel hem niet écht hoewel hij hem beter kende.

Op een ochtend kwam er een cowboy aanrijden.

Lucy herkende hem meteen en riep:“Jack, kom hier.”

“Miss Lucy, hoe kom jij hier?”, vroeg Jack en hij reed naar haar toe.

Hij steeg af en nam het meisje in zijn armen. Rowdy zag dat op afstand en hij werd erg jaloers.

Favor merkte dat:“Misschien is dat wel een bekende van Lucy. Volgens mij ben je smoorverliefd op haar.”

Rowdy keek zijn baas aan en zei:“We zijn gewoon vrienden.”

Favor keek hem even aan en liep toen naar Jack en Lucy. Hij merkte dat de voorman goed was voor het meisje.

Jack en Lucy maakten een wandeling om te kunnen praten.

“Lucy, we waren allemaal bezorgd over jou. Vooral je vader en ik”, zei Jack rustig.

Lucy zuchtte en zei:“Ik ben verkracht door Slim Watts. Omdat ik wist dat pa kwaad zou worden ben ik er vandoor gegaan. Help me Jack.”

“We krijgen die schoft wel in handen. Zodra dit achter de rug is trouwen we”, zei de voorman.

Hij nam haar in zijn armen en kuste haar. Even later liepen ze terug naar het kamp.

Met een kop koffie vertelde Jack wie hij was en waarom hij gekomen was.

Favor zei:“We gaan juist naar jullie ranch toe. Je kunt gerust meerijden.”

“Goed. Dan kan ik meteen Lucy in de gaten houden”, was het antwoord van Jack.

Rowdy werd nog jaloerser maar liet dit niet merken.

De veedrijvers hadden Slim Watts vastgebonden achtergelaten in de brandende zon. Dit maakte hem nog woester dan hij al was op Lucy. Hij slaagde erin om los te komen en steeg op zijn paard.

Slim zei tegen zichzelf:“Nu zal die rotgriet geen dag langer op deze aardbol rondlopen en die veedrijvers ook niet.”

Hij wist echter niet dat Jack Edwards erbij gekomen was. Maar dat zou hij gauw genoeg weten.

Na verloop van tijd zag Pete als een van de eersten de stad in zicht komen. Hij keerde zijn paard en reed naar Favor die wat achteraan reed. Aan het gezicht van Pete zag hij dat ze weer eens de bewoonde wereld in hun bereik hadden.

“Mr Favor, Coupville is in zicht. Dat is toch waar de ranch van Kendall ligt?”, vroeg de verkenner.

Favor knikte en zei:“Laat de kudde er langs rijden.”

Pete knikte en met Joe Scarlet reed hij naar voren. Rowdy reed ook achteraan.

Favor besloot op ongeveer 4,5 km afstand van Coupville kamp op te slaan. Hij wist dat ze nogmaals bezoek konden verwachten van Slim Watts. Om die reden liet hij Lucy niet alleen zonder bewaking van Jack. Dit was voor hem helmaal geen bezwaar.

Lucy lag ergens rustig maar ze kon totaal niet in slaap komen. Daarvoor was er teveel gebeurd in de laatste dagen. Ze wist wel dat Jack vlakbij was maar toch….. Opeens stonden Lucy en Slim weer oog in oog. Slim was haar gevolgd tot aan het kamp van de veedrijvers.

“Zo. Daar ben je dan Miss Lucy Kendall. Fijn om je weer te zien. Ik heb nog wat tegoed van jou”, zei Slim lachend.

Lucy lag op de grond en werd bang. Slim was niet te vertrouwen, in welke stemming hij ook was. Hij ging naast haar zitten en bekeek haar.

“Wegwezen Watts. Laat miss Kendall met rust. Anders ben je er geweest”, hoorde Slim zeggen.

Tegelijkertijd werden er drie revolvers op hem gericht door Rowdy, Pete en Jack.

Vlug nam Slim Lucy onder schot en zei dreigend:“Jullie laten je wapens vallen want anders schiet ik Lucy dood.”

Hij nam haar mee nadat de cowboys hun wapens hadden laten vallen.

In een huis zei Slim:“Nu zet jij koffie voor mij!”

Dat deed ze en in zijn koffie deed ze in plaats van suiker een flinke schep slaappoeder. Daarna bracht ze hem zijn heerlijke koffie. Lucy bleef in de keuken en zag door een raam Jack, Pete en Rowdy komen. De mannen kwamen via de achterdeur binnen.

“Ik moest koffie maken voor die schoft. In plaats van suiker heb ik er dit spul ingedaan. Nu zegt hij helemaal niets meer”, fluisterde Lucy hen toe in de keuken.

Pete bekeek het label en zei:“Dat kan kloppen want dit is noch suiker noch slaappoeder maar cyaankali. Nu zal hij eeuwig in dromenland vertoeven.”

“Cyaankali? Ik dacht dat het slaappoeder was”, zei Lucy droog.

Iedereen begon te lachen.

Jack nam haar in zijn armen en zei lachend:“Wat ben jij toch een heerlijke druif. Jullie gaan terug naar het kamp terwijl wij de sheriff waarschuwen. We komen later.”

Toen Pete en Rowdy terug in het kamp waren vertelden ze Favor wat er gebeurd was. Het feit dat Slim van de aardbol geveegd was deed hem veel goed want nu was Favor ook gerust.

Twee uur later kwamen Jack en Lucy ook terug. Jack hielp Lucy op de grond.

Favor liep naar ze toe en vroeg:“Miss Lucy, alles in orde?”

Lucy knikte en zei:“Ik ben alleen wat moe.”

“Morgen zijn we thuis”, zei Jack kalm.

Spoedig viel Lucy in slaap met Jack naast zich.

De volgende morgen begaf de crew zich naar de ranch van Mason Kendall. Favor, Jack en Lucy reden vooraan. Toen ze de ranch in zicht kregen stond de rancher al te wachten. Mason was zeer verbaasd toen hij Favor herkende.

“Gil Favor, wat doe jij hier in godsnaam?” , vroeg Mason toen Favor van zijn paard was gekomen.

“Rowdy, een van mijn drijvers, vond Lucy bewusteloos. We hebben haar opgevangen en thuisgebracht. Vannacht werden we overvallen door Slim Watts. Maar je dochter heeft genadeloos met hem afgerekend”, antwoordde de kuddebaas.

Jack en Lucy waren ook al afgestegen. Mason sloot zijn oogappel in zijn armen en knikte zijn voorman goedkeurend toe.

“Mr Kendall, ik wil uw toestemming om met Lucy te trouwen”, zei Jack op dat moment.

Mason zei met een glimlach:“Zeker krijg je mijn toestemming om met Lucy te trouwen. Gil, hierbij nodig ik jou en je veedrijvers uit voor de bruiloft van Jack en Lucy.”

“Mogen de dieren op je graslans grazen totdat we verder gaan?”, vroeg de kuddebaas.

Dat verzoek kon de rancher niet weigeren. Jack vertelde wat Slim Lucy had aangedaan. Het schokte de rancher wel maar dat Slim dood was gaf hem voldoening.

Toen Jack en Lucy trouwden waren Favor en Rowdy hun getuigen.

Voordat de veedrijvers verder gingen zei Lucy tegen Rowdy en Favor:“Bedankt dat jullie me geholpen hebben en thuis brachten.”

“Niets te danken. We deden het graag Miss Lucy. Ik bedoel Mrs Edwards”, zei Favor.

Even later riep de kuddebaas met heldere stem:“Drijf ze op. En wegwezen!”