Hij liep doelbewust naar de saloondeur. ‘Het is nu of nooit’, dacht hij. Kijkend over de klapdeuren zag hij aan de bar zijn broer Hoss Cartwright staan. Little Joe Cartwright besloot naar binnen te gaan.
“Doe jij mee met die wedstrijd?”, vroeg Little Joe.
Hoss keek zijn jongere broer lange tijd vragend aan.
“Joe, welke wedstrijd bedoel je?”, vroeg hij.
Little Joe zuchtte diep en legde uit:“Die taartwedstrijd natuurlijk. Wie de meeste taartjes kan opeten wint. Niemand in de omgeving heeft een grotere eetlust dan jij. De prijs is vijfhonderd dollar. Aangezien ik je steun en toeverlaat ben in deze wedstrijd strijk ik natuurlijk het leeuwendeel van de prijs op.”
“Verdorie Little Joe Cartwright!”, riep Hoss verontwaardigd uit.
Het was meteen doodstil in de Silver Dollar Saloon. Iedereen keek naar de Cartwrights.
“Ik doe inderdaad mee maar wel zonder jouw steun en toeverlaat. Als jij dat geld wil winnen doe je maar zelf mee!”, was het antwoord van Hoss.
Hij ging naar buiten waar zijn paard Chub stond te wachten. Even later volgde Little Joe om op diens paard Cochise naar huis te gaan. Ze stegen op en treden terug naar de Ponderosa.
Op de Ponderosa was de Chinese kok Hop Sing al met het avondeten bezig. Ben Cartwright, de eigenaar van de Ponderosa Ranch, en zijn oudste zoon Adam zaten op de veranda. Vlakbij hen speelde de driejarige zoon van Adam, Mitch.
“Wat een rust zolang die twee herrieschoppers er niet zijn”, verzuchtte Adam.
“Zeg dat wel. Laat ze maar niet horen dat jij ze herrieschoppers noemt”, reageerde Ben.
“Pa, u heeft gelijk. Ik prijs ze eigenlijk nog daarmee en ik beledig de andere herrieschoppers”,antwoordde Adam.
Hij keek even naar zijn zoon.
Toen zei hij:“Ik hoop niet dat Mitch later betrokken raakt bij de plannen van Hoss en Joe.”
“Ik denk eerder dat jouw zoon ervoor zal zorgen dát hun plannen met hem mislukken”, zei Ben.
Adam kon dat niet ontkennen en hoopte dat eigenlijk ook in het geheim.
Onderweg naar huis hadden Hoss en Little Joe nog steeds ruzie.
“Hoss, je moet je goed voorbereiden op de wedstrijd. De persoon die je daarvoor nodig hebt is je mental coach. Ik ben dat voor jou”, zei Little Joe.
“Vergeet het maar Little Joe! Ik bereid me voor op de wedstrijd op mijn manier en niet op de jouwe! Nu wil ik er geen woord meer over horen. ook niet als we thuis zijn”, reageerde Hoss erg opgewonden.
“Dan moet je het maar zelf weten. Als je verliest kom dan niet bij mij uithuilen”, zei Little Joe beledigd.
“Als ik win krijg jij geen ene cent van mijn prijzengeld!”, zei Hoss.
Little Joe stak snel zijn tong uit naar zijn broer uit verontwaardiging. Zwijgend reden de broers totdat ze het erf opreden.
Adam had Mitch vast en zei:“Kid, daar komen je ooms die zich altijd in de nesten werken. Vooral oom Joe.”
“Ikke niet in de nesten”, zei de jongen.
“Nee, gelukkig niet. En dat moet zo blijven ook. Maar je ooms zullen dat toch proberen, ook al houden ze veel van jou. Ga maar kijken of je Hop Sing mag helpen”, zei Adam.
Hij zette Mitch neer waarna de jongen naar de keuken rende om de kok te helpen. Adam liep terug naar zijn vader.
Ben zei:“Ik vermoed dat je broers weer eens ruzie hebben met elkaar.”
“Wanneer ze geen ruzie hebben maakt Joe Hoss wel blij met een dom plan dat gegarandeerd mislukt”, grinnikte Adam met een flinke teug sarcasme in zijn stem.
De rancher begon te lachen waardoor Hoss en Little Joe bange vermoedens kregen over een hatelijke opmerking van Adam over hen.
“Hoss, ik zie dat neefje van ons nergens. Mitch zal vast wel weer Hop Sing wijsmaken dat wij geen toetje hoeven”, zei Little Joe opeens zeer vriendelijk maar ook achterdochtig tegelijk.
“Dat zal vast wel. Dat kleine ding begint net zo geniepig te worden als zijn vader. Het wordt hoog tijd dat wij ingrijpen voordat het te laat is”, was het antwoord van Hoss.
Ze stegen van hun paarden.
“Pa, Adam, jullie weten van die taartwedstrijd die de feestcommissie organiseert. Hoss doet ook mee en ik ben zijn mental coach. Dan is die vijfhonderd dollar meteen voor ons”, zei Little Joe opgewonden.
“Joe! ik heb je al eerder gezegd vandaag dat ik écht geen mental coach nodig heb. En vooral niet in de persoon van jou!”, zei Hoss fel.
Nu kwam Adam niet meer bij van het lachen. Ben vond het ook wel komisch.
“Joe als jouw mental coach? Laat me niet lachen. Het is toch geen 1 april vandaag?”, vroeg Adam met tranen in zijn ogen.
“Hoezo?”, vroeg Hoss verbaasd.
“Ja, leg eens uit grote broer”, zei Little Joe.
“Als Little Joe echt de mental coach is van Hoss voor de wedstrijd is dat de grap van de eeuw. Iedereen in de omgeving weet dat de plannen van Joe regelrecht op mislukkingen uitlopen. Vooral als het om geld gaat en Hoss erbij betrokken is. Het spijt me dat ik het zeggen moet Little Joe maar het is de waarheid en die is zoals altijd hard”, beëindigde Adam zijn deskundige uitleg over zijn lachbui.
Ben vond het erg grappig maar zijn twee jongste zoons uiteraard niet.
“Erg grappig Adam. Waar is dat kleine neefje van ons eigenlijk?”, vroeg Little Joe beledigd.
“In zijn vel. En dat hele geval is in de keuken aan het helpen”, antwoordde zijn oudste broer.
“Dat wordt dus weer een klein toetje”, zei Hoss klagend.
“Hoss krijgt helemaal geen toetje nu omdat hij zijn honger moet opbouwen voor de wedstrijd van komende zondag”, zei Little Joe vlug.
“Dat maak ik zelf wel uit en niet jij kleintje”, antwoordde Hoss.
Hij pakte Little Joe op en gooide hem in de waterbak.
“Dat zal je leren je met mijn zaken te bemoeien!”, zei Hoss fel.
Hierop liep hij weg om de paarden te verzorgen. Ben en Adam lagen op de grond van het lachen waardoor Little Joe nog bozer werd. Om de vernedering nog groter te laten worden kwam Mitch uit de keuken. Hij zag dat zijn oom in de waterbak lag en kreeg pretoogjes.
“Oom Joe, als ik in bad ga zet papa mij altijd in de tobbe. En dan heb ik mijn kleren uit. Jij dus niet”, zei Mitch droog.
Nu lachten Ben en Adam nog harder. Little Joe stond op en de spetters vlogen alle kanten op.
“Is het soms ‘Plaag Little Joe Cartwright dag’ vandaag? Iedereen schijnt mij als mikpunt te moeten hebben vandaag”, klaagde Little Joe.
“Nee Joe. Dat is het niet maar die dag kunnen we natuurlijk wel instellen als jij dat zo graag wil”, zei Adam.
“Hop Sing zegt dat we kunnen eten”, zei Mitch.
“Dat gaan we aan tafel. Adam, zeg even tegen Hoss dat het eten klaar is. Joseph, trek even droge kleren aan”, zei Ben.
Hij pakte zijn kleinzoon op en droeg hem naar binnen. Little Joe trok intussen droge kleding aan. Adam liep naar de stal en bracht de heerlijke boodschap over aan Hoss. De oudste Cartwright jongen moest er het zijne van weten.
“Hoss, we kunnen aan tafel. Misschien kunnen we Joe wel op zijn nummer zetten”, zei Adam.
“Hoe bedoel je?”, vroeg Hoss verbaasd.
“Nou, eenvoudig. Zondag wordt die wedstrijd gehouden. Omdat er ook een paardenveiling is kan ik daar moeilijk Mitch bij me hebben. Pa gaat er ook heen. Rond diezelfde tijd wordt die wedstrijd gehouden”, zei Adam.
“En omdat ik bij die taartwedstrijd moet zijn kan ik ook niet op Mitchy passen. Dus moet ons broertje dat doen. Zodat hij mij niet lastig vallen. Geniaal plan. Denk je dat Joe wel op je zoon wil passen?”, vroeg Hoss lachend.
“Dat weet ik haast wel zeker. Joe heeft wel vaker op Mitch gepast en ze zijn dol op elkaar”, antwoordde Adam.
“We zeggen niets tegen Joe”, zei Hoss.
Samen liepen ze naar het grote ranchhuis om het avondeten naar binnen te werken.
Enkele dagen gingen voorbij zonder dat er over taart en/of geld gesproken werd. Maar op zaterdagavond kreeg Little Joe weer een aanval van mental coaching.
“Hoss, morgen is de wedstrijd. Ik wil je nog wat raad geven”, zei Little Joe.
Adam en Hoss keken elkaar lachend aan en de eerste knikte. Little Joe begreep er niets van en keek wantrouwig naar zijn broers.
“Joe, ik moet je wat vragen”, zei Adam aarzelend.
“Vraag maar. Je weet dat ik altijd voor je klaar sta”, zei zijn jongste broer.
“Morgen is er tijdens die feestdag ook een paardenveiling. Pa en ik gaan daar heen. Kun jij op je neefje passen in die tijd?”, vroeg Adam.
“Natuurlijk doe ik dat. Maar ik moet ook Hoss bijstaan bij die wedstrijd”, zei Little Joe.
“Dat zal niet gaan want Mitch is erg ondernemend en ik wil niet dat je hem kwijtraakt”, reageerde Adam.
“Trouwens, met zo’n kleintje bij je trek je nog meer aandacht van de meisjes. Ze zijn dol op kleine kinderen”, zei Hoss.
“Daar zit wel wat in natuurlijk. Adam, ik zal op je zoon passen alsof hij de mijne was”, zei Little Joe opgewonden.
“Weet ik. Ik weet dat hij ook graag bij jou is”, antwoordde Adam.
Ben zei niets maar wist genoeg door de houdingen van Adam en Hoss.
De volgende morgen was het de dag van de taartwedstrijd. Hoewel Hoss meedeed met de wedstrijd werkte hij een ontbijt of drie naar binnen.
“Hoss, je moet nu niet gaan eten. Anders heb je geen ruimte over voor al die taartjes. We moeten winnen”, zei Little Joe.
“We moeten niet winnen. Ik moet winnen. Jij moet de hele dag op je lieve neefje passen zoals jij gisteravond had beloofd. Trouwens, ik heb altijd ruimte voor eten”, zei Hoss.
Hij gooide nog een boterham met eieren en spek naar binnen.
“Arme Mitch. Nu zit hij de hele dag met zijn oom Joe opgezadeld”, zei Ben plagend.
“Zeg dat wel. Maar ik zal goed op hem letten ondanks alle drukte”, reageerde Little Joe.
Dat wist Adam ook wel.
Na het ontbijt gingen de Cartwrights naar Virginia City. Ben, Adam en Mitch namen het rijtuig en Hoss en Little Joe gingen per paard naar de stad. Toen ze aankwamen was het al erg druk. Hoss ging zich melden bij de taartwedstrijd en Little Joe paste op zijn neefje.
De taartwedstrijd was het eerste evenement van de dag. Hoss zag de taarten liggen en het water kwam hem in de mond. Hij pakte alvast een chocoladetaart. Plotseling stootte Little Joe per ongeluk tegen Hoss aan. De taart in diens hand vloog door de lucht en kwam met een noodlanding in het gezicht van Vera Stone terecht. Beide broers zagen het en kwamen niet meer bij van het lachen. Juliet Harris zag dat en pakte een frambozentaart en gooide die naar Hoss. Gelukkig werd hij net afgeleid door zijn neefje zodat Little Joe de taart in zijn gezicht kreeg.
“Mitchy, daar staan papa en opa. Ga jij maar naar hen”, zei Hoss.
De jongen liep meteen naar Ben en Adam.
“Hoss Cartwright! Je wordt hatelijk bedankt”, gromde Little Joe.
“Hoezo? Je bedoelt hartelijk”, reageerde Hoss verbaasd.
“Nee, hatelijk want doordat jij bukte kreeg ik die frambozentaart in mijn gezicht. Hij was voor jou bedoeld”, zei Little Joe kwaad.
“Goh Joe, je lijkt wel een varkentje met al dat roze in je gezicht”, lachte Hoss.
Omdat hij wist dat hij zijn broer lichamelijk niet aankon moest Little Joe dat op de geestelijke manier doen.
“Hoss, kijk eens voor je”, zei hij listig.
Hoss keek en kreeg prompt een taart in zijn gezicht. Maar hij was niet de enige. Spoedig waren alle deelnemers aan de taartwedstrijd bezig om elkaar met taart te bekogelen. Adam had intussen zijn zoontje op de arm genomen en keek met hem en Ben naar het taartengevecht. Voor de zekerheid waren ze wat verder gaan staan.
“Ik vind dit veel leuker dan de geplande taartwedstrijd”, glimlachte Adam.
“De feestcommissie heeft vast een ander idee gehad van de wedstrijd. Maar ik moet toegeven dat dit erg amusant is”, antwoordde zijn vader.
Pas toen alle taarten op waren kwam Vera Stone naar voren en ze gilde met luide stem en heel ondamesachtig:“Hierbij is de taartwedstrijd afgelast.”
Mitch zag haar van dichtbij en zei tegen Ben en Adam:“Ik wist niet dat een chocotaart kon praten.”
“Kid, wij gaan alvast naar het rijtuig om naar huis te gaan”, zei Adam zachtjes.
Hij draaide zich om en liep met zijn zoon vlug naar het rijtuig.
Ben liep naar zijn jongste zoons en zei:“Adam en ik gaan met Mitch naar huis en jullie tweeën ook! Ingerukt!”
Hoss en Little Joe liepen meteen mee.
“Ik wil geen problemen krijgen met Mrs Stone omdat Mitch haar een chocotaart noemde”, zei Ben bij het rijtuig en de paarden.
Hoss en Little Joe kwamen niet meer bij van het lachen.
Onderweg naar de ranch zei Hoss:“Ik heb best zin in een groot stuk taart.”
“Je bent niet lekker”, zei Little Joe.
“Die taarten mochten dan wel erg lekker zijn maar zoals Hop Sing taarten bakt, bakt niemand ze”, reageerde Hoss.
De anderen waren het er roerend mee eens.