De hele week hadden de broers Adam, Hoss en Little Joe Cartwright het over hun kampeerplannen. Zodoende hoorde de vierjarige zoon van Adam, Mitch, er ook over. Hij wilde ook mee samen met de hond Cody maar wist niet of hij mee mocht.
Op vrijdagmorgen zag Mitch met zijn opa Ben Cartwright hoe de jongens hun paarden pakten. Adam kwam naar hen toe en pakte zijn zoon op.
“Papa, mag ik mee?”, vroeg Mitch.
“Je bent er nog iets te klein voor. Bovendien gaan we ook nog jagen. Als je wat groter bent mag je gerust mee. Opa blijft bij je en Cody ook”, antwoordde Adam.
Mitch was duidelijk teleurgesteld en begon zachtjes te huilen. Adam keek een beetje hopeloos naar Ben maar bleef toch bij zijn besluit.
“Adam, ga je mee?”, vroeg Joe.
“Mitch, gedraag je”, zei Adam.
Hij kuste zijn zoon, gaf hem over aan zijn vader en ging met zijn broers mee. Toen de broers buiten zicht waren gingen de Cartwrights en Cody naar binnen. Mitch kalmeerde al snel en ging met de hond spelen. Ben ging de administratie bijwerken maar dit duurde niet lang. Hij dacht:‘Mijn zoons gaan kamperen en jagen en dan zou ik de administratie moeten doen terwijl ik die tijd veel beter kan besteden aan mijn oogappel.’ De rancher liet de administratie voor wat het was en verliet zijn kantoor.
“Mitch, dit weekend is helemaal voor jou”, zei Ben.
“Wat fijn opa. Wat gaan we doen? Vissen?”, vroeg Mitch.
Ze hoorden buiten de regen op het dak en op de ramen vallen.
“Ik ben bang dat we het vissen moeten uitstellen voor als het droog is. Maar er zijn nog genoeg andere dingen die we samen kunnen doen”, antwoordde Ben.
“Gaan we spelletjes doen?”, stelde zijn kleinzoon voor.
“Als jij dat wil”, zei Ben.
Mitch knikte.
Ondertussen werden de broers overvallen door een fikse regenbui.
“Dit komt vast door Mitchy. Hij mocht niet mee van jou, Adam. Dus hij heeft heel hard tot Onze Lieve Heer gebeden voor deze regenbui”, zei Hoss toen ze een schuilplaats hadden gevonden.
“Mitch en bidden tot God? Dat zijn twee heel verschillende dingen”, lachte Adam.
“Daar gaat ons weekendje kamperen en jagen”, reageerde Joe.
Hij had zich er zo op verheugd en nu viel alles letterlijk in het water. Ook Adam en Hoss dachten er zo over. De grot waarin ze zaten was groot genoeg om ook de paarden te laten verblijven. Het begon steeds harder te regenen.
“Jongens, het begint er steeds meer op te lijken dat we hier zullen moeten kamperen”, zei Adam terwijl hij bij de ingang van de grot stond en naar buiten keek.
Hoss kwam naast hem staan en zei:“We zitten in elk geval droog.”
“Dat wel maar ik had niet gerekend op die regen”, reageerde Adam.
De broers besloten er maar het beste van te maken.
Op de ranch vermaakte Mitch zich opperbest, ook al moest hij binnen blijven van Ben. De jongen keek steeds naar het schaakspel dat altijd klaarstond. Ben merkte dat en vreesde dat hij het zijn kleinzoon moest leren.
“Opa, kunt u mij dit spel leren?”, vroeg Mitch na een poosje.
“Natuurlijk kan en zal ik het je leren. Jij gaat nu naar de keuken en vraagt of Hop Sing thee zet en die brengt met cake”, zei de rancher.
Mitch vloog direct naar de keuken om het te regelen.
“Hop Sing, opa vroeg mij jou te vragen om thee met cake te maken voor ons”, zei Mitch.
De Chinese kok antwoordde:“Hop Sing meteen thee zetten. Cake is al klaar.”
Tevreden ging de kleine jongen weer naar de woonkamer waar Ben het schaakspel op het salontafeltje had gezet.
“Thee en cake komen eraan zei Hop Sing”, meldde Mitch.
“Goed. Ga zitten want ik ga jou leren schaken”, zei Ben.
Mitch knikte. Het spelletje en de regels kostte de jongen erg veel tijd en moeite maar hij vond het wel leuk. Hop Sing kwam wat later binnen met een potje thee en versgebakken cake. Opa en kleinzoon Cartwright lieten het zich goed smaken.
“Ik denk niet dat papa, oom Hoss en oom Joe het net zo gezellig en warm hebben als wij”, zei Mitch na de thee en cake.
“Ik weet wel zeker van niet”, zei zijn opa lachend.
Ben en Mitch zaten niet zo heel erg ver van de waarheid want in de grot probeerden de andere Cartwrights hun vrije weekend zo gezellig mogelijk te maken. Omdat ze nog niet hadden gegeten sneed Hoss het onderwerp ‘ETEN’ aan. Adam en Joe keken elkaar lachend aan want ze wisten precies hoe laat het was.
“Als ik nu iet snel iets in mijn maag krijg val ik flauw. We hebben sinds het ontbijt niets meer gegeten”, zei Hoss.
“Laten we dan maar eerst wat gaan eten voordat jij flauw valt. Dan stort misschien wel deze grot in en komen we nooit meer thuis”, zei Adam droog.
“Wat ben je toch weer ontzettend leuk zeg”, reageerde Hoss.
“Nou ontzettend”, zei Joe.
“Ach, ik ben zo ook leuk”, zei Adam terwijl hij naar Sport liep en de broodjes die Hop Sing had klaargemaakt voor hen uit zijn zadeltassen pakte.
Het smaakte de broers wel maar omdat het bleef regenen konden de jongens niet veel anders doen dan praten, slapen en natuurlijk elkaar plagen bij het leven.
“Het is maar goed dat Mitch niet meegegaan is met ons want hij kan niet tegen deze kou en nattigheid”, zei Adam na de eetpartij.
“We nemen hem wel een keer mee als het wat warmer is”, was het antwoord van Joe.
“We stellen wel als voorwaarde dat hij zijn opmerkingen, commentaar en reacties niet bekend maakt. Met andere woorden: hij zwijgt”, reageerde Hoss.
“Nee, helaas niet. Het zou dan wel een heel stuk rustiger in huis zijn”, reageerde Joe.
Dat konden zijn broers niet ontkennen. Ze waren altijd dolblij als Mitch naar bed was want dan hield hij tenminste zijn mond. Mitch was al aan het spreken vanaf het moment dat hij zijn vader, ooms en/of opa zag.
Op de ranch kreeg Mitch alle aandacht van Ben. De jongen vond dit heerlijk. Vooral omdat Hop Sing de heerlijkste dingen maakte en de jongens alleen maar eenvoudig belegde broodjes had meegegeven.
Hoe gezelliger Ben en Mitch het hadden in het warme ranchhuis, des te saaier hadden de broers het in de koude grot. Toch kwam bij geen van de drie het idee op om terug naar huis te gaan. De lol van hun mislukte en natte kampeer weekend gunden ze hun vader en Mitch niet. Hoeveel ze ook van hen hielden.