MOORD IN DE MOSSELFABRIEK

Buiten de stad lag een groot industrieterrein. In de fabrieken werkten veel mensen uit de omgeving. Er waren nog nooit moeilijkheden geweest maar sinds een mosselfabriek was geopend gonsde het van de wildvreemdste geruchten. Mensen zouden er zonder enige verklaring verdwijnen.

Inspecteur Dan Johnson had ook die geruchten gehoord. Hij vertrouwde de fabriek totaal niet. Na overleg met brigadier Ross besloot Johnson Cody Casey beter bekend als CC erheen te sturen als nieuwe werknemer.

“CC, ik stuur je naar de mosselfabriek om er uit te vinden wat er aan de hand is. Hier is je naamplaatje. Je heet Rico Marcusso. Neem maar een auto uit de garage mee”, zei Dan tegen zijn zoon.

“Ik begrijp het”, zei CC langzaam.

Hij ging naar huis waar zijn moeder Sue Johnson was met hun hond Rinty. Ze was verrast om hem nu al thuis te zien want het was net 1 uur in de middag.

In de keuken vroeg ze:“Is er iets?”

“Ik ben voorlopig zeer onregelmatig thuis”, zei CC.

“Vertel me niets. Hoe minder ik weet hoe beter”, zei Sue.

Ze was het wel gewend dat haar zoon voor lange tijd weg was.

Directeur Frank Miller vond de nieuwe werknemer erg verdacht, en zo dacht de kantinejuffrouw Mary Stone er ook over. De andere werknemers mochten CC alias Rico wel graag. Algauw merkte hij dat Mary vreemd deed in zijn bijzijn. Ze keek hem aan met haar hemelsblauwe ogen alsof ze een oogje op hem had. CC besteedde er geen aandacht aan tot grote ergernis van Mary.

Een collega zei tegen CC:“Dat doet ze bij elke nieuwe werknemer. Er gebeuren hier vreemde dingen sinds de opening.”

“Wat voor dingen?” , vroeg CC verbaasd.

“Ze zeggen dat de directeur de fabriek gebruikt om wapens te smokkelen. Hij verkoopt ze door naar het buitenland. Er is nog een vleugel maar daar mag geen mens komen. Ik weet waar het is”, zei Jamie (CC’s collega).

“We zien wel”, zei CC.

Zijn nieuwsgierigheid was in elk geval gewekt.

Toen ze aan het werk waren heerste er een goede sfeer. Mary ging echter naar Frank.

In zijn kantoor zei ze:“Ik vertrouw die nieuwe niet. Hij vraagt teveel en reageert niet op mijn advances.”

“Hij is te nieuwsgierig naar mijn mening. Ik zal hem natrekken”, zei de directeur wat nerveus.

“Ik hoop dat je wat vind want als hij naar de politie gaat met alle bewijzen hangen wij”, zei Mary.

Ze verliet het kantoor. Toch was ze ongerust maar ze wist niet wat CC wist.

Toen CC’s dienst er op zat en hij naar huis reed had hij veel stof tot nadenken. Hij dacht:‘Een mosselfabriek is een goede dekmantel om wapens te fabriceren en naar het buitenland te smokkelen.’

Thuisgekomen was het al avond. Dan was thuis en zag aan zijn zoons gezicht dat het goed mis was bij de mosselfabriek. De jongen nam eerst een douche. Ondertussen warmde Sue een maaltijd voor haar zoon op.

Terwijl CC at vroeg zijn vader:“Wat is er daar gaande?”

“Op het eerste gezicht is het een normale fabriek maar er is een aparte vleugel waar ze wapens maken, verkopen en naar het buitenland smokkelen. Ik heb nog geen bewijzen maar ik vermoed dat directeur Frank Miller en ook de kantinejuffrouw Mary Stone er allebei mee te maken hebben. Mary probeert mij te versieren maar ze is mij te oud en te lelijk”, zei CC kalm.

“Kun je proberen haar na te trekken via je pc?”, vroeg Dan.

“Ik denk het wel”, antwoordde zijn zoon.

Vrij snel had CC het dossier van Mary Stone te pakken.

“Ik heb het. Haar naam is niet Mary Stone maar Sylvia Cooper, een van de meest gezochte terroristen en wapensmokkelaars”, zei CC.

“Print het hele dossier maar”, zei Dan.

Dat gebeurde en CC kreeg ook vlug het dossier van Frank Miller in handen. Ook hij was een beruchte internationale smokkelaar van wapens. Dat dossier werd ook geprint.

“Goed gedaan knul. Nu kunnen wij ook verder”, zei zijn vader.

Toen CC met zijn pc aan het spelen was vond hij toevallig een schema waarop de smokkel voor de volgende partij wapens stond. CC besloot ook die informatie te printen.

De volgende morgen gaf Dan het bewijsmateriaal aan brigadier Tim Ross en zei:“Ga dit natrekken. CC ontdekte het gisteravond. Als het klopt kunnen we ze arresteren.”

“Mijn zoon Jamie werkt ook in die fabriek als undercover”, zei Tim.

Hij nam het mee ging het controleren. Ook Tim vertrouwde de zaak niet.

Op de fabriek deed zich intussen iets anders voor. In de vrieskamer werd een lijk gevonden door CC en Jamie. Ze hadden opdracht gekregen van Miller om in de koude kamer te gaan werken.

“Rico, daar ligt iemand” , zei Jamie alias Dennis Parker.

“Jij gaat dit melden bij David, ik blijf hier”, adviseerde CC.

“Hoeft niet meer. Daar komt hij al aan”, zei Jamie.

Hun chef David Wilson keek om de hoek van de deur en zag het lijk liggen.

“Dat is Lily Thompson, de secretaresse van Miller. Nu weet ik zeker dat er hier vreemde dingen gebeuren. Miller zal uit zichzelf zeker niet de politie bellen dus ik doe het wel via mijn zaktelefoon”, zei David.

Dat gebeurde en CC en Jamie werden door Smith en Jones ondervraagd. Ze zeiden dat ze van niets wisten. Ze kenden de 2 detectives maar al te goed. Op de plek des onheil kwam Frank binnenstormen terwijl Dan en Tim bezig waren met de inspectie.

“Wat moet dat hier in mijn fabriek? Er is hier niets te vinden!”, bulderde hij uit.

“Er is een lijk gevonden in uw vrieskamer. Daarom zijn wij hier om het te onderzoeken”, zei Tim hem aankijkend.

“Iemand heeft haar daar opgesloten zodat ze doodgevroren is. Maar wie heeft het gedaan?”, vroeg de directeur zenuwachtig.

“Dat is zeer interessant wat u daar zegt. Wij moesten daar nog achter komen. Fijn dat u zo goed mee werkt”, merkte Dan op.

Dat compliment werkte erg op de zenuwen van Frank. Hij werd ter plekke gearresteerd.

Door de moord werd de fabriek tijdelijk gesloten. Vlak voordat CC en Jamie naar huis wilden gaan werden ze door Mary tegengehouden.

“Jullie zijn mijn gijzelaars. Rijden Dennis”, zei Mary in de auto.

Ze reden naar een oud en verlaten deel van de stad. Jamie herkende dit gedeelte want hij was hier opgegroeid.

“Uitstappen”, beval Mary, een pistool richtende op beiden.

Dat deden ze en in een hut werden ze stevig vastgebonden.

“Probeer niet uit te vinden hoe je kan wegkomen want dat lukt toch niet. Ik ben over een kwartier terug”, zei Mary.

Toen ze weg was maakten CC en Jamie elkaar los.

“Zodra ze dichterbij komt laat haar struikelen en we slaan haar bewusteloos”, zei CC vlug toen ze los waren.

“Ben jij soms een undercoveragent?”, vroeg Jamie.

“Mijn vader is Dan Johnson dus ik ben undercoveragent. Jij ook?”, vroeg CC op zijn beurt.

“Hetzelfde als jij. Mijn vader is brigadier Tim Ross. Daar komt Mary aan”, zei Jamie kijkend uit het enige raam dat de hut had. Vlug gingen ze zitten.

Mary kwam glimlachend binnen en zei fijntjes:“Gelukkig, jullie zijn er nog.”

Ze liep door en struikelde toen over het uitgestrekte been van CC. De vrouw viel en werd overmeesterd door de 2 agenten.

“Wiens idee was het om Lily Thompson in de vrieskast op te sluiten?”, vroeg Jamie.

“Het mijne. Miller moest het hele plan verpesten door die meid met jong te schoppen. Ze wilde alles aan de politie gaan vertellen maar ik sloot haar op. Je kunt toch niets bewijzen”, lachte Mary.

CC lachte ook en zei:“Toch wel want we hebben alles wat je zei opgenomen.”

Hij en Jamie bonden haar vast en namen haar mee naar het bureau.

Intussen werden alle medewerkers ondervraagd en de hele fabriek ontmanteld inclusief de geheime vleugel waar kernwapens werden gemaakt.

Omdat Mary haar mond voorbij gepraat had werden zij en Miller naar de gevangenis gebracht in afwachting van hun proces.

In zijn kantoor zei Dan tegen CC en Jamie:“Omdat jullie zo goed werk hebben verricht krijgen jullie 2 weken verlof.”

CC reageerde:“Bedankt. Het is te hopen dat er in onze afwezigheid geen misdaad gepleegd wordt. Dan moeten die 2 hazen het oplossen.”

Iedereen behalve Smith en Jones lachte.

“Jongens, ga weg voordat ik die 2 weken verlof intrek”, zei Dan.

CC en Jamie vertrokken meteen.

Vanaf toen werd elke nieuwe fabriek eerst grondig gecontroleerd voordat die in gebruik werd genomen.