Het was een mooie dag maar op de een of andere manier was de arme eenzame cowboy Lucky Luke uit zijn humeur. Hij zat met een zeer lang gezicht op zijn trouwe paard Jolly Jumper.
Zijn klaagzang klonk:“Ik ben een arme eenzame cowboy.”
Jolly dacht:‘Wat een gezeur zeg. Ik ga er wat aan doen.’ De hengst stopte en gooide de cowboy van zijn rug af. Natuurlijk was Luke beledigd.
Met zijn armen over elkaar vroeg hij:“Wat krijgen we nou?”
“Je bent een stuk chagrijn cowboy!”, antwoordde Jolly.
Ergens anders liep de gevangenishond Rataplan die Lucky Luke herkende.
“Dat is Lucky Luke. Ik ga hem opvrolijken want hij kijkt zo kwaad”, zei Rataplan.
De hond rende naar de cowboy toe die hem ook herkende. Luke was zo blij om Rataplan te zien dat hij zijn boze bui kwijt was en begon te lachen.
Nu zei Jolly uit zijn humeur:“Door die lopende vlooienwinkel ben ik nu boos en die cowboy blij!”
Lucky Luke zette zijn reis voort door vrolijk te zingen:“Ik ben een arme eenzame cowboy.”