DE OPDRACHT

Op een morgen zei John Cannon tegen zijn broer Buck en zwager Manolito Montoya:“Ik heb een opdracht voor jullie. In Rock City wacht er een kist met goederen op jullie. Het is al betaald dus jullie moeten het alleen maar ophalen.”

Buck en Manolito keken elkaar aan.

“Maar John, Rock City is een paar uur rijden. En dat met die hitte”, reageerde Buck.

“Daarom stel ik ook voor dat jullie snel door eten en dan meteen vertrekken”, antwoordde zijn broer.

Dat deden ze en even later vertrok het stel.

Om niet om te hoeven komen van de dorst had Buck een fles whisky meegenomen. Maar halverwege de rit was de fles al leeg.

“Mano, weet je wat het 1e is dat we doen als we in Rock City aankomen?”, vroeg Buck.

“Nee, vertel amigo”, wilde Manolito weten.

“Een nieuwe fles whisky halen voor de terugreis”, antwoordde Buck.

Natuurlijk was Manolito het daar mee eens.

Pas na lang rijden bereikten Buck en Manolito Rock City.

“Buck, we zijn er. Even de lading op halen en dan kunnen we onze kelen smeren”, zei Manolito.

“Kunnen we niet beter eerst onze kelen smeren en dan de lading ophalen?”, vroeg Buck.

Manolito knikte en sprong van de bok af.

“John zei toch dat de goederen al betaald waren dus wat let ons dan nog?”, vroeg Buck.

Manolito antwoordde:“Niets amigo. Helemaal niets.”

Buck bond de paarden vast en ging met zijn huisgenoot de saloon in.

Pas uren later wisten de 2 vrienden weer waarom ze in Rock City waren.

“Buck, ga je mee die lading ophalen?”, vroeg Manolito.

“Lading? Welke lading?”, vroeg Buck onnozel.

Manolito legde uit:“De lading die we voor jouw broer en mijn zwager moeten ophalen.”

Buck dacht even diep na en wist het toen ook weer.

“Ga je mee, Mano?”, vroeg de rancher.

Ze verlieten de saloon en gingen naar de winkel waar 2 kisten naast elkaar stonden.

“We komen voor de goederen van John Cannon van de High Chaparral. Hij zei dat het al betaald was”, zei Buck.

De winkelier wees op 1 van de 2 kisten en zei:“Neem die ene kist maar mee. De andere is voor het weeshuis.”

“Moeten we die kist ook meenemen en afleveren?”, vroeg Buck.

“Als jullie zo goed willen zijn, graag”, antwoordde de winkelier.

De 2 pakten de kisten en droegen ze naar hun wagen. Daarna reden ze weg.

Al spoedig kwamen ze in de buurt van het weeshuis.

“Buck, we zijn bijna bij het weeshuis. Snel de goede kist afgeven en dan naar huis”, zei Manolito.

Buck klom van de wagen af en liep naar de kisten. Hij bekeek ze zorgvuldig en kwam toen tot een pijnlijke conclusie.

“Mano, weet jij nog welke kist voor de High Chaparral was? Ik ben het vergeten”, bekende hij.

De Mexicaan kwam naast hem staan en zei:“Dan hebben we een groot probleem, amigo. Ik ben het namelijk ook vergeten.”

Ze keken elkaar vragend aan. Buck klom op de wagen en bekeek de beide kisten. Op geen van beide kisten stond dan ook voor wie wat was.

“Ik weet wat Mano. We gaan naar het weeshuis en leveren er beide kisten af. Daar maken we ze open en dan zien we gauw genoeg welke kist er voor de High Chaparral bestemd is”, zei Buck.

Dat deden de vrienden en spoedig hadden ze het weeshuis bereikt. Het gebouw zag er donker en somber uit. Buck stopte de wagen en met Manolito keek hij naar het gebouw.

“Dus hier wonen al die arme weeskinderen?”, vroeg Buck verbaasd.

“Er staat daar ‘weeshuis’. Dus dan zullen ze hier kennelijk wel wonen”, antwoordde Manolito.

“We gaan die arme weeskinderen blij maken met wat we voor ze hebben meegenomen”, zei Buck.

Hij sprong van de bok af en klopte op de deur. Moeder Overste deed open.

“Kan ik u helpen?”, vroeg ze voorzichtig.

“Ik ben Buck Cannon en dat is Manolito Montoya. We moesten van mijn broer John een kist met voorraad ophalen. Alleen waren we te lang in de saloon blijven hangen om de juiste kist mee nemen. Om die te merken bedoel ik. Bij de winkel stond nog een kist en de winkelier zei dat die ene voor het weeshuis bestemd was. Maar nu weten wij niet meer welke voor u is en welke voor onze ranch. Ik kreeg het idee om beide kisten open te maken om te zien wat er in zit”, zei Buck.

“Dat is goed. Dragen jullie ze even naar binnen?”, vroeg Moeder Overste.

“Dat doen we señora”, zei Manolito vriendelijk glimlachend.

De kisten werden vlug binnengebracht.

Met een grote hamer maakte Buck de kisten open. In de 1e kist zat eten en drinken dat lang houdbaar was.

“Dat is de kist voor de High Chaparral. Victoria had een lange lijst gemaakt met eten en drinken erop”, zei Manolito.

Toen werd de 2e kist geopend. Daar zat allemaal speelgoed in.

“Deze is duidelijk niet bestemd voor de High Chaparral”, zei Buck.

Intussen waren de weeskinderen nieuwsgierig dichterbij gekomen en ze zagen de 2 kisten. De kinderen zagen er hongerig uit en keken vooral naar de kist met eten en drinken.

“We kunnen ze niet veel te eten geven”, legde Moeder Overste uit.

“Zuster Oppernon, we moeten even iets overleggen”, zei Manolito.

Hij sleurde Buck mee naar buiten.

“Buck, wij hebben meer dan genoeg te eten en te drinken op de High Chaparral. Denk jij dat John het erg zou vinden als wij die kist voor onze ranch hier achterlieten? Die kindjes hebben het veel harder nodig dan wij”, zei de Mexicaan.

Buck moest het eerst tot zich door laten dringen maar toen hij het eenmaal begreep was zijn antwoord:“We laten beide kisten gewoon hier. John zal het vast wel begrijpen.”

Ze gingen weer naar binnen en Buck zei:“Miss Oppernon, we hebben het samen besproken en besloten dat beide kisten voor het weeshuis bestemd zijn. Wij hebben thuis meer dan genoeg te eten en te drinken. En zij niet.”

“De Heer zal u beiden eeuwig dankbaar zijn, Mr Cannon en señor Montoya. En mijn titel is Moeder Overste. Hoewel ik Oppernon ook heel leuk vind klinken”, zei Moeder Overste geamuseerd.

“Graag gedaan Oppernon. Ik bedoel Moeder Overste”, zei Buck lachend.

Onderweg naar de ranch hoefden Buck en Manolito niet eens een goede smoes te verzinnen. Want ze hadden een zeer goed excuus.

Tegen middernacht reed Buck het erf op. John en zijn vrouw Victoria stonden hen al op te wachten.

“Jullie deden er lang over. Moest die kist nog gemaakt worden?”, vroeg John.

“Nee John. Dat niet maar we zijn weggegaan zonder vracht en ook weer gekomen zonder vracht. We hebben in Rock City eerst wat te drinken genomen. Daarna hebben we jouw kist en eentje voor het weesthuis daar meegenomen. Door de vele drankjes wisten we niet meer welke kist voor ons was en welke voor het weeshuis. Dus we leverden beide kisten daar af en maakten ze open. Toen zagen die arme hongerige weeskinderen het eten. Dus hebben we besloten die kist dan maar daar te laten”, zei Buck.

“John, die kinderen hebben bijna niets te eten en wij wel”, legde Manolito uit.

De rancher wilde eerst kwaad worden op zijn broer en zwager maar omdat ze het goed bedoelden begon hij toch te glimlachen.

“Het is al goed. Maar reken er maar niet op dat ik jullie 2 snel weer op pad stuur voor een opdracht”, zei hij.

Dit onthielden Buck en Manolito maar al te goed want als ze het woord ‘opdracht’ hoorden waren ze pijlsnel spoorloos verdwenen.