BEDREIGING

Het was een zeer lange dag geweest voor openbaar aanklager Jack McCoy. Uren nadat de zaak was uitgesteld tot de volgende datum zat Jack nog in zijn kantoor. Het zat hem totaal niet lekker dat hij een ding niet begreep van de zaak waar hij mee bezig was. Omdat hij toch alleen was kon hij zitten zoals hij dat wilde en dus deed hij dat ook.

Na een pot flink sterke koffie en het dossier minstens drie keer doorgelezen te hebben begreep Jack er nog niets van. Hij was intelligent genoeg om iets direct te begrijpen dus daar lag het nu niet aan. Uiteindelijk besloot de aanklager zijn kantoor tijdelijk te verlaten en in een restaurant te gaan eten.

In het restaurant kreeg Jack onverwachts een tafelgenote. Hij keek op van de bezoekster.

“Mr. McCoy? Ik heb iets voor u waar u naar zoekt”, zei de jonge vrouw.

Ze sprak met een zwaar Zweeds accent.

“En wat mag dat dan wel zijn?”, vroeg Jack verbaasd.

“Ik ben Inger en ik moest u deze envelop geven”, zei Inger terwijl ze een envelop aan de aanklager gaf.

Terwijl Jack de envelop opende was Inger net zo snel verdwenen als ze was gekomen. Hij vond een brief en vermoedde het ergste.

Toen ging hij hem lezen:

Jack McCoy,

Als het leven van je peetzoon Cody Fisher je meer waard is dan de rechtszaak waarmee je nu bezig bent, doe je wat er in deze brief staat.

Stop onmiddellijk met deze zaak want anders zal je Cody alleen nog maar in een doodskist terug zien.

De brief was niet ondertekend maar Jack wist uit ervaring dat dit geen 1 april grap was. Hij betaalde de rekening en ging direct naar het 27e bureau. Heel toevallig waren daar inspecteur Anita van Buren en de rechercheurs Lennie Briscoe en Ed Green nog.

“Hallo Jack, nog zo laat op pad?”, vroeg Lennie.

“Helaas wel. Ik ben al weken, zo niet maanden bezig met een ernstige zaak. Ik begrijp een ding niet en toen ik vanavond aan het eten was in een restaurant kreeg ik van een jonge dame genaamd Inger deze brief. Ze sprak met een zwaar Zweeds accent. In de brief staat dat ik onmiddellijk met de zaak moet stoppen want anders wordt Cody Fisher vermoord”, antwoordde Jack.

Hij gaf de brief aan Lennie die hem las.

“En wie is Cody Fisher?”, vroeg Anita.

“Mijn peetzoon van 14. Zijn ouders en ik kennen elkaar al heel lang en toen hij geboren werd vroegen ze of ik zijn peetoom wilde worden. Hij is kennelijk ontvoerd want ik heb hem sinds vorige week niet meer gesproken per telefoon of email”, legde Jack uit.

“We laten de brief en envelop onderzoeken op vingerafdrukken en gaan op onderzoek uit”, zei Ed.

“Onthoud wel dat ook mijn vingerafdrukken erop staan”, zei Jack.

“We zullen het zeggen”, zei Lennie glimlachend.

Terug in zijn kantoor in Center Street besloot Jack opnieuw de bewijsstukken door te lezen. Plotseling ging de telefoon.

“McCoy”, zei Jack.

“Luister goed McCoy en doe het volgende: je stopt direct met de zaak waar je mee bezig bent en je betaalt een miljoen dollar voor je peetzoon. Doe het bedrag in een witte sporttas en breng het morgenavond naar het busstation. Laat het geld in de tas achter bij de halte bij de bus naar Boston. Het geld moet om 21.30 uur overhandigd worden”, zei een stem.

“Laat me praten met Cody”, zei Jack.

Maar aan de andere kant van de lijn werd opgehangen. Jack zuchtte diep en belde via een andere telefoon de politie. Anita, Lennie en Ed kwamen meteen.

“De ontvoerders hebben zojuist gebeld. Ik moet een miljoen dollar betalen en dat geld in een witte sporttas doen en morgenavond om 21.30 uur afleveren bij het busstation bij de halte naar Boston”, zei Jack.

“Die naar Boston?”, vroeg Ed.

De aanklager knikte.

“Dan kunnen we ze in de val laten lopen. Jack, jij zorgt voor het geld en dan doen wij de rest”, zei Anita.

Hoewel Jack wist dat hij ze kon vertrouwen zat de ontvoering hem toch niet lekker. De anderen merkten dat.

“Jack, we vinden Cody wel en zijn ontvoerders ook. Dan komen ze sowieso voor de rechter te staan”, zei Lennie.

“Heb je al contact opgenomen met zijn ouders?”, vroeg Anita.

“Ik heb al een paar keer geprobeerd ze te bellen maar ik krijg alleen maar hun antwoordapparaat”, antwoordde Jack.

“Kun je niet even een huiszoekingsbevel uitschrijven? Misschien vinden we dan iets”, stelde Ed voor.

“Goh Ed, je wordt nog eens slim op je oude dag”, merkte Lennie plagend op.

“Misschien word ik ooit nog slimmer dan jij”, reageerde Ed.

Ondertussen schreef Jack een huiszoekingsbevel uit waarna men naar het huis van de familie Fisher ging. Voor de zekerheid had Jack ook twee arrestatiebevelen uitgeschreven.

Alles was donker maar Jack had een sleutel zodat men toch naar binnen kon. De politie keek rond en zocht in elke kamer en lade. Plotseling werd men in de werkkamer geroepen door Ed.

“Die brief is op hetzelfde papier geschreven als wat er hier ligt. Jack, het kan zijn dat zijn ouders met de zaak en de ontvoering te maken hebben. Wat doen zijn ouders eigenlijk voor de kost?”, vroeg Ed.

“Kevin Fisher is zakenman en zijn vrouw Laura is zijn partner in zaken en huwelijk. Maar ze hebben me nooit echt verteld in wat voor soort zaken ze zitten”, antwoordde Jack.

Beneden hoorden ze de voordeur opengaan. Iedereen keek elkaar aan. Jack en Ed gingen naar beneden waar heel toevallig Kevin en Laura stonden.

“Jack, wat doen jij en die heer hier?”, vroeg Laura verbaasd.

“Cody is ontvoerd en ik moet het losgeld voor hem betalen. Deze rechercheur is van het 27e bureau. Ze hebben een huiszoekingsbevel”, zei de aanklager.

“Cody ontvoerd? Door wie?”, vroeg Kevin ijskoud.

“Dat weten we niet maar de ontvoerders willen wel het geld morgenavond hebben”, zei Jack.

Kevin en Laura zwegen maar Jack en Ed vermoedden allebei dat ze er wel mee te maken hadden.

Intussen deed Lennie een zeer interessante ontdekking in de werkkamer. Op het bureau lag het laatste bankafschrift waarop het saldo stond.

“Die zijn meer dan bankroet”, zei Lennie tegen zichzelf.

Hij maakte duidelijk dat het bankafschrift meegenomen moest worden. Onder het bankafschrift lag tevens een gele envelop met alleen ‘Center Street, NY’ erop geschreven.

“Laat McCoy even hierheen komen”, zei Lennie.

Een agent ging de aanklager halen.

“Zegt dit adres jou niets?”, vroeg Lennie.

“Dat is het adres van mijn kantoor. Wat zit er in?”, vroeg Jack op zijn beurt.

Lennie opende de envelop en liet een document zien. Jack bekeek het en wist genoeg.

“Hier zocht ik al die maanden naar. Arresteer Kevin en Laura”, zei Jack.

“Weet je het zeker?”, vroeg Lennie voor de zekerheid.

Jack knikte.

Lennie ging naar beneden en vroeg aan zijn partner:“Ed, drie keer raden wie er met ons meegaan naar onze werkplaats?”

“Zij?”, vroeg Ed wijzend op Kevin en Laura.

Lennie knikte en zei:“Mr en Mrs Fisher, u bent allebei gearresteerd wegens ontvoering en verduistering van bewijsmateriaal. U heeft het recht om te zwijgen. U heeft recht op een advocaat. Als u die niet kunt betalen krijgt u er eentje toegewezen. Alles wat u zegt kan tegen u gebruikt worden.”

“Wij hebben niets te maken met die aanklachten”, zei Laura giftig.

Jack kwam beneden en vroeg:“Waar is Cody dan?”

“Hij logeert bij een vriendje. Ze zouden vanavond naar een honkbalwedstrijd gaan in het Yankee Stadium”, loog Kevin.

“Het is maart dus dan zijn er nog geen wedstrijden in het stadion en ook niet in dat van de Mets”, reageerde Ed.

De arrestanten werden afgevoerd en Jack ging met ze mee met het bewijsmateriaal dat ze hadden gevonden. Zijn assistente Serena Southerlyn werd opgeroepen om ook naar het 27e bureau te komen.

Op het bureau werden Kevin en Laura apart in een verhoorkamer gezet. Laura werd ondervraagd door Lennie en Serena. Jack en Ed namen Kevin onder handen.

“McCoy, je kunt zeggen wat je wil maar wij hebben echt niets met de verdwijning van Cody te maken. Waarom zouden wij onze eigen zoon ontvoeren? Hij betekent alles voor ons”, zei Kevin.

“We vonden je laatste bankafschrift en daarop staat dat je bankroet bent. Dus wat is dan de makkelijkste manier om weer aan geld te komen? Je ontvoert je zoon en laat zijn peetoom die toevallig ook nog eens openbaar aanklager is het losgeld ervoor betalen”, antwoordde Ed.

“Goed, ik geef toe dat wij bankroet zijn. Maar dat wij Cody ontvoerd hebben ontken ik”, zei Kevin kwaad.

“Cody zei me vorige week dat jullie hem een kindermeisje hebben gegeven. Ze kwam uit Zweden. Heeft zij er ook mee te maken?”, vroeg Jack.

“Ik zeg niets meer totdat mijn advocaat er is”, zei Kevin.

Laura was hulpvaardiger dan haar echtgenoot.

“Cody zeurde steeds meer om alles wat zijn vrienden ook hebben. Om van het gezeur af te zijn besloten we hem een lesje te leren. Ons kindermeisje Inger was bereid te helpen in ruil voor een verblijfsvergunning. Ze is namelijk illegaal in Amerika. Als ik vertel waar hij is krijg ik dan vrijspraak?”, vroeg ze.

Lennie en Serena keken elkaar verbaasd aan.

“Vertel alles. Dan zie ik wat ik kan doen”, zei Serena.

Laura keek haar boos aan en zei:“Ik en mijn man doen alles voor Cody maar hij keurt alles af. Hij kan naar de duurste scholen maar gaat liever naar de plaatselijke school.”

“Wat mankeert er aan het gaan naar een plaatselijke school?”, vroeg Lennie.

“Mijn man en ik zijn naar de duurste en beste scholen geweest maar die zijn niet goed genoeg volgens onze zoon. Hij gaat liever naar een gewone school met arme kinderen”, antwoordde Laura.

Ze stopte even en zuchtte.

“Cody wordt in een witte loods bij Pier 84 vastgehouden. Inger is nu bij hem. Kevin en ik hebben die loods gehuurd. Het was zijn idee”, bekende ze.

“Laat ze allebei in de cel overnachten. Dan kunnen ze alvast wennen als ze op Riker’s logeren”, zei Serena.

Ze ging weg en liep naar de andere verhoorkamer. Ze klopte op de deur en aan haar gezicht zag Jack dat ze meer wist.

“Je vrouw heeft zojuist alles bekend en ook waar Cody is. Was het jouw idee om de jongen te ontvoeren?”, vroeg Serena.

“De trut. Het was haar idee om hem te ontvoeren en we zouden het land ontvluchten met onze gestolen diamanten”, zei Kevin.

“Ed, sluit ze maar op. Wel in aparte cellen”, zei Jack.

Ed voerde Kevin af.

Toen Lennie en Ed weer bij ze waren zei Serena:“Cody wordt vastgehouden in een loods op pier 84.”

“Ik wil erbij zijn”, zei Jack ongerust over de toestand van zijn peetzoon.

Ze gingen naar Pier 84 en vonden de loods die Laura had beschreven. Ed brak het slot open en met getrokken revolvers ging de politie naar binnen. Jack en Serena wachtten bij de auto’s.

“Niet schieten want ik ben onschuldig”, hoorden Lennie en Ed een vrouwenstem zeggen.

“Handen omhoog”, zei Ed fel.

Inger deed meteen haar handen omhoog en ze kreeg de handboeien om.

“Waar is Cody Fisher? Zijn ouders zeiden dat hij hier vastgehouden werd”, vroeg Lennie.

“In die hoek”, zei Inger wijzend op een hoek aan haar rechterkant.

Een agent pakte een zaklamp en ze vonden de jongen liggend onder een paar jutezakken. Lennie knielde neer en haalde de zakken weg.

“Ben jij Cody Fisher?”, vroeg hij.

“Ja en wie bent u?”, vroeg de jongen schor.

“Rechercheur Briscoe van het 27e bureau. Buiten wacht iemand op je die jou zeer gemist heeft”, antwoordde Lennie.

“Dat zijn vast niet mijn ouders want zij hebben me hierheen gebracht met de hulp van Inger”, zei Cody terwijl hij losgemaakt werd.

“Mankeer je iets?”, vroeg Ed.

“Mijn vader heeft mijn linkerenkel kapot geschopt”, zei de jongen.

Met hun steun kwam Cody overeind en strompelend ging hij naar buiten.

“Cody”, zei Jack glimlachend.

“Oom Jack. Wat doe jij hier?”, vroeg Cody verbaasd.

De aanklager ging naar hem toe en nam hem in zijn armen.

“Je ouders zijn gearresteerd wegens ontvoering en verduistering van bewijsmateriaal. Je moeder bekende dat je hier vastgehouden zat”, zei Jack.

“Pa schopte me steeds tegen mijn linkerenkel als hij hier was”, zei de jongen.

“We gaan je eerst naar het ziekenhuis brengen en dan kun je voorlopig bij mij terecht”, zei Jack.

Inger werd ook afgevoerd en Jack ging met Cody naar het ziekenhuis.

Op het politiebureau werd Inger stevig aan de tand gevoeld door de rechercheurs.

“Ik moest de jongen vasthouden en in ruil kreeg ik van zijn ouders een verblijfsvergunning. Ook moest ik een brief aan Mr McCoy geven”, zei Inger.

“Over het losgeld?”, vroeg Ed.

“Ik weet niet wat in de brief stond maar ik moest wel die diamanten meenemen”, zei ze.

“Sluit haar ook maar op. Dan mogen ze het voor de rechter uitvechten”, zei Lennie.

De volgende morgen kwam Jack gewoon weer op zijn werkplek waar zijn baas Arthur Branch hem in zijn kantoor ontbood.

“Ik hoorde van Serena dat er een doorbraak is in die diamantenroof”, zei Arthur.

“Dat klopt. Het blijkt dat Kevin en Laura Fisher er achter zaten samen met het kindermeisje Inger. Bovendien hadden ze hun zoon Cody ontvoerd in ruil voor een losgeld van een miljoen dollar. Gisteravond kreeg ik in een restaurant die brief met de eis om met die zaak te stoppen want anders werd Cody Fisher vermoord. Rechercheurs Briscoe en Green hebben de bende opgerold en Cody bevrijd. Hij ligt nu nog in het ziekenhuis ter observatie”, vertelde Jack.

“Wat is de relatie tussen Cody en jij?”, vroeg Arthur.

“Hij is mijn peetzoon”, antwoordde Jack.

“Dan is het het beste als ik jou van deze zaak afhaal want je bent er nu te persoonlijk bij betrokken. Serena zal het verder afhandelen. Hou er wel rekening mee dat je kunt worden opgeroepen om te getuigen. En Cody zal ook moeten getuigen”, zei Arthur.

Jack knikte.

“Neem een paar dagen vrij om de jongen op te vangen”, adviseerde zijn baas.

Jack besloot dat te doen.

2 april in de rechtszaal.

“Mr Fisher, op 12 maart is uw zoon Cody ontvoerd door u en uw vrouw. Wiens idee was het om hem te ontvoeren?”, vroeg Serena.

“Mijn vrouw. Ze wist dat we bankroet waren en om makkelijk geld te verdienen kwam ze op het idee om iemand te ontvoeren. Dat was dus onze zoon”, antwoordde Kevin.

“Een minderjarige gebruiken om zelf geld te verdienen en nog wel uw eigen vlees en bloed. Is dat niet een beetje laag?”, vroeg Serena.

“Hij kost ons zelf veel geld dus nu kon hij dat ons terugbetalen. Ik vind het een briljant plan”, zei Kevin schaapachtig lachend.

“Waarom werd Inger Swenson erbij betrokken?”, vroeg Serena.

“Omdat ze dolgraag in Amerika wilde blijven maar geen zin had om door de hele bureaucratie te gaan. Daarom boden wij haar een verblijfsvergunning aan in ruil voor haar aandeel in de ontvoering en de diamantenroof. Zij schoot de juwelier dood op ons verzoek”, zei Kevin.

“Geen vragen meer”, zei Serena.

De ondervraging van Laura verliep zo dramatisch dat ze instortte en afgevoerd moest worden. Ook toen Inger ondervraagd werd kwam men niet veel verder.

Het enige wat ze zei was:“Ik begrijp de vraag niet want mijn Engels is slecht.”

Jack werd ook opgeroepen om te getuigen waardoor hij er mede voor zorgde dat het drietal de beschuldigde hoek ingeduwd werd.

“Hoe kwam u op het spoor van de ontvoering?”, vroeg Peter Baker, de advocaat van de familie Fisher.

“Eerst kreeg ik een brief waarin stond dat ik moest ophouden met de huidige zaak want anders werd Cody Fisher vermoord. Later die avond kreeg ik een telefoontje over de aflevering van het losgeld. Via een huiszoekingsbevel ontdekten we dat zijn ouders achter de ontvoering zaten”, antwoordde Jack.

“Wie heeft dat huiszoekingsbevel uitgeschreven?”, vroeg Peter.

“Ik zelf”, antwoordde Jack.

“Ook al wist u dat Cody Fisher er bij betrokken was?”, was de volgende vraag.

“Ja, maar ik wist toen nog niet dat zijn ouders er achter zaten. Daar kwam ik pas achter bij de huiszoeking”, luidde zijn antwoord.

Maar door de getuigenis van Cody was hun vrijheid voorgoed voorbij.

Hij zei:“Op de middag van 12 maart kwamen moeder en Inger thuis met een koffer vol diamanten. Ik was bezig met mijn huiswerk en hoorde zo hoe alles was gebeurd omdat ze het in geuren en kleuren aan mijn vader vertelden. Inger zag dat ik het hoorde en verklikte me. Die avond werd ik verdoofd en naar een loods gebracht. Toen ik eenmaal bijgekomen was zorgde Inger er steeds voor dat ik stil was. Maar toen ik probeerde weg te komen schopte mijn vader mijn linkerenkel kapot.”

Toen de jury zich aan het beraden was over de uitspraak wachtten Jack en Cody bij Serena op de gang.

“De jury zal ze toch geen vrijspraak geven?”, vroeg Cody ongerust.

“Ik hoop van niet want ze hebben een juwelier vermoord, hem beroofd, bewijsmateriaal verduisterd en jou ontvoerd en mishandeld”, antwoordde Jack.

Toen kregen ze het bericht dat de jury er uit was.

Na juryberaad vroeg de rechter:“Bent u tot een gezamenlijk besluit gekomen wat de uitspraak betreft?”

“We verklaren de verdachten Kevin Fisher, Laura Fisher en Inger Swenson op alle aanklachten schuldig”, zei de voorzitter van de jury.

“Hierbij veroordeel ik alle drie tot levenslange celstraf en Miss Swenson wordt het land uitgezet en ze moet haar straf in haar geboorteland uitzitten. Bovendien verliezen Mr en Mrs Fisher de voogdij over hun minderjarige zoon. Zaak gesloten”, zei rechter Burns.

De verdachten werden weer afgevoerd en Jack en Serena namen Cody mee naar hun kantoor waar Arthur op hen wachtte.

“Cody, er wordt een pleeggezin voor je gezocht want je ouders komen nooit meer vrij en kunnen dus ook niet voor je zorgen”, zei Arthur.

“Ik kan ook bij de ouders van mijn moeder gaan wonen. Oma zei me dat ik altijd bij hun kon wonen omdat mijn ouders me nooit hebben gewild”, zei Cody.

“Dan gaan we dat regelen. En mocht je ooit in de problemen komen kun je hier altijd terecht. Je ouders mogen dan wel achter de tralies zitten maar ik ben en blijf je peetoom”, beloofde Jack.

Dat wist Cody en hij zou dat onthouden ook. Er werd tevens getoost op de goede afloop.