De broers Adam en Little Joe Cartwright zaten rustig te genieten van alle rust en van hun verse koffie.
“Wat een rust nu pa en Hoss weg zijn”, verzuchtte Adam.
“Zeg dat wel. Maar het zal wel zeer tijdelijk zijn”, antwoordde Little Joe.
Ze namen nog een koekje en een slok koffie. Plotseling hoorden ze een geluid dat ze nog nooit hadden gehoord. Beide broers zetten hun koffie neer en renden naar buiten. Wat en wie kwam daar aanrijden? Hoss Cartwright, de middelste zoon van Ponderosa eigenaar Ben Cartwright, kwam op een fiets het erf oprijden. Zijn paard Chub kwam er achteraan sjokken. Adam en Little Joe wisten niet wat ze zagen. Hoss stopte bij hen en stapte af.
“Hallo Adam, Joe. Wat vinden jullie van mijn fiets?”, vroeg Hoss.
“Is dat een fiets?”, vroeg Little Joe een beetje spottend.
“Ja, dit is een fiets. En voordat jullie gaan vragen wat er mee kan zal ik het jullie maar even zeggen: fietsen!”, antwoordde Hoss.
“Ga fietsen”, merkte Adam droog op.
Little Joe begon meteen hard te lachen. Maar Adam kon zijn lachen niet meer inhouden. Hoss werd woest, stapte weer op en reed hard weg. Maar niet voor lang. Opeens ging hij steeds lager rijden. Toen stopte Hoss om te kijken wat er aan de hand was. Hij zag de lekke banden en wist genoeg.
“Verdorie”, vloekte Hoss hardop.
Er zat voor hem niets anders op dan naar huis te gaan lopen. Hij dumpte de fiets in het bos en liep naar huis.
Thuis aangekomen zagen Adam en Little Joe hun broer komen.
“Waar is je fiets?”, vroeg Adam.
Hoss zei:“Weg. Ik had twee plekke banden toen ik in het bos reed. Ik weet niet hoe ik een band moet plakken en hij rijdt ook niet lekker. Geef mij maar een paard.”
Hoss nam zich voor nooit meer met een fiets thuis te komen als zijn broers er ook waren.