DE ONGEWENSTE BEZOEKERS

Omdat hij van zijn neefje Billy Blue Cannon had gehoord dat er vreemdelingen waren gesignaleerd op hun landgoed was Buck Cannon naar een plek gegaan vanwaar hij makkelijk en ongezien de vreemdelingen kon observeren. Buck lag al een poos tussen de rotsen toen hij de bezoekers herkende.

“Ik geloof mijn ogen niet. Dat zijn Jesse en Dylan Smith. Wat doen zij hier?”, vroeg Buck aan zichzelf.

Hij knipperde even met zijn ogen om te zien of het echt was wat hij zag of dat het een droom was. Maar het was echt geen droom. De rancher trok zijn revolver voor het geval de broers hem zagen.

“Weet je zeker dat dit stuk land van niemand is?”, vroeg Dylan voor de zekerheid.

“Honderd % zeker. Indianen of ander gespuis zijn er niet”, antwoordde Jesse.

Ze stegen af en gingen zitten.

“Hier kunnen we onze gejatte koeien slachten en opeten. Heb je die vette koeien gezien? Dat is een feestmaal voor ons”, lachte Dylan.

Buck wist genoeg. Zijn revolver ging terug in de holster. De rancher zocht zijn paard Rebel op. Het dier stond op een veilige plek te wachten op zijn eigenaar.

Buck reed in sneltreinvaart naar de High Chaparral om zijn broer Big John te vertellen wat hij had gezien en gehoord.

“Jesse en Dylan Smith? Die 2 broers die liever stelen dan werken?”, vroeg John verbaasd.

“Ja. Ze hebben mij niet gezien”, antwoordde Buck.

“Wel, trommel de anderen op en dan rekenen we met ze af”, zei John uiteindelijk.

Spoedig waren de Cannons met Manolito Montoya, voorman Sam Butler en zijn broer Joe en knecht Pedro bij de plek waar de Smith broertjes zich bevonden. Ze waren omsingeld en op het teken van John benaderde Buck de twee broers.

“Wat doen jullie hier?”, vroeg Buck opgewekt.

“Als dat Buck Cannon niet is! Wat doe jij hier?”, vroeg Jesse lachend.

“Ik vroeg het eerst en als Buck Cannon iets vraagt wil hij ook een antwoord krijgen”, zei Buck.

“Wij kamperen hier”, antwoordde Jesse.

“En om te eten slachten we een paar van die vette koeien”, zei Dylan.

“Domkop! Dat moet je niet verklappen want je weet hoe Cannon is”, zei Jesse en hij gaf zijn broer een klap.

“Dat was jouw idee, stommerd”, gromde Dylan.

Ze begonnen te vechten met elkaar waarbij de broers niet veel later allebei het loodje legden zonder dat de Cannons hun kostbare kogels hoefden te verspillen.

Onderweg naar huis vroeg Buck:“John, weet je wat nou zo jammer is dat ze elkaar hebben doodgeslagen?”

“Nou?”, vroeg John nieuwsgierig.

“Dat we niet konden schieten of meedoen met hun vechtpartij”, antwoordde zijn broer.

“Dat is wel zo maar nu zijn we wel voorgoed van ze af. En dat is het belangrijkste”, zei John.

Buck was het er roerend mee eens.