Het gebeurde op een vrijdag. Ponderosa eigenaar Ben Cartwright en zijn oudste zoon Adam waren op bezoek bij een van hun buren, Ken Miller. De verhouding tussen de Cartwrights en Miller was zo slecht dat er gegarandeerd problemen van zouden komen. Dat kwam ook door de vrouw van Ken, Betty.
Ze zag als eerste de Cartwrights komen en wist dat er weer problemen zouden komen.
“Ken, daar komen Ben en Adam Cartwright aan. Ze komen zeker weer problemen veroorzaken”, riep ze.
“Alweer? Ze doen niets anders”, antwoordde Ken.
“Ze denken dat ze heel wat zijn. Maar wij zijn beter dan zij”, zei Betty.
“Dat is een feit”, beaamde haar man.
Ze liepen naar buiten om de Cartwrights te begroeten. Ben en Adam stopten hun paarden.
“Cartwright, wat komen jullie doen? Weer problemen voor ons arme stakkers veroorzaken?”, vroeg Ken hatelijk.
“Nee, helemaal niet. Ik kom alleen maar even vertellen dat het vanaf nu afgelopen is met het doden en opeten van onze koeien. Anders zijn we gedwongen om de noodzakelijke maatregelen te treffen met jullie”, antwoordde Ben.
“We houden eraan. Maar jullie moeten je er dan ook aan houden. Wij zijn nu eenmaal niet zo rijk als jullie Cartwrights”, reageerde Ken.
“Dat doen we altijd. Dat weet je”, zei Adam.
Ondertussen ging Betty weg om boodschappen te doen. Ze nam de wagen mee met daarover een groot zeil.
In Virginia City aangekomen zag ze als eerste een zwarte kat lopen. Betty schrok wel maar liet het niet merken. Omdat ze nog steeds naar de zwarte kat keek zag Betty eerst niet dat ze onder een ladder doorliep. Pas toen ze er bijna tegenaan liep had de vrouw het door. Vlug pakte ze de wagen en reed naar de school van Virginia City.
De tweeling Mitch en Pam Cartwright speelden bij de school. ‘Die twee zijn onze sleutel naar het rijkdom waar wij recht op hebben’, dacht ze. Ze stopte de wagen en klom er van af. Hierna liep ze naar de tweeling toe.
“Mitch, Pam, je vader is ernstig gewond en hij vroeg me om jullie op te halen van school”, zei Betty ernstig.
“Wat is er dan gebeurd?”, vroeg Mitch argwanend.
“Ik weet het niet precies maar hij is wel zodanig gewond dat hij voorlopig niet voor jullie zorgen. Daarom doe ik het”, antwoordde Betty.
Ze pakte de tweeling bij de hand en nam ze mee. De kinderen klommen op de wagen en Betty klom op de bok. Vlug bedekte de vrouw de kinderen met het zeil. Hierna reed ze snel weg.
Buiten de stad stopte Betty de paarden. Ze ging naar de kinderen en bond ze stevig vast.
“Jullie zijn nu van mij! Een kik en jullie zijn dood”, snauwde Betty.
Mitch en Pam keken elkaar aan en begrepen dat ze in de val waren gelopen. Betty klom weer op de bok en reed naar huis. Tot haar grote opluchting waren Ben en Adam alweer vertrokken.
Betty stopte de wagen en zei:“Ik heb de boodschappen gedaan.”
Ken haalde het zeil weg en zag de tweeling. Hij sleurde ze van de wagen af het huis in.
Binnen zei Ken:“Jullie blijven nu hier wonen.”
“Niet waar. We wonen op de Ponderosa”, reageerde Mitch.
“Ben Cartwright zal een zeer hoge prijs moeten betalen voor jullie vrijheid”, antwoordde Betty.
“Jullie ook”, reageerde Pam.
“Jullie zijn wel erg brutaal voor jullie leeftijd”, zei Ken.
“Dan zijn we tenminste wat”, reageerde Mitch.
“Bind ze vast en zorg dat ze zwijgen”, zei Ken.
Betty bond ze zo stevig mogelijk vast. Natuurlijk bood de tweeling hevig verzet waardoor Betty hysterisch werd. Mitch schopte haar zo hard mogelijk waardoor Betty hen wel moest loslaten. Ze greep gillend van de pijn naar haar been en lette niet op de tweeling. Pam en Mitch renden weg totdat ze veilig waren. Ken wilde hen achterna rennen maar hij struikelde over zijn vrouw. Een scheldkanonnade van beide kanten was het gevolg.
Na een halfuur gerend te hebben kwam de tweeling bij een verlaten hut.
“Zus, hier schuilen we voor die engerds”, zei Mitch hijgend.
Pam deed de deur voorzichtig open en ze gingen naar binnen.
“Als papa merkt dat we niet meer op school zijn organiseert hij meteen een posse”, zei Mitch.
Pam knikte, ging zitten en keek naar haar broer.
“Ik begrijp niet waarom opa zulke gemene mensen bij zijn landgoed laat wonen”, zei ze.
“Ik kan volwassenen soms echt niet volgen”, reageerde Mitch.
Zijn zus was het roerend met hem eens.
Op de ranch zei Adam:“Ik ga de kids van school halen.”
Hij pakte zijn paard en reed naar de stad waar de school was. Hij had het vreemde gevoel dat zijn tweeling niet meer op school was en reed daarom in de richting van het huis van het echtpaar Miller. Onderweg kwam Adam zijn broers Hoss en Little Joe tegen.
“De kids worden vermist. Vanmiddag hadden pa en ik ruzie met Ken en Betty Miller. Betty ging plotseling boodschappen doen terwijl ze dat nooit doet”, zei Adam ongerust.
“We gaan mee”, zei Little Joe.
“Ze zijn toch zo super bijgelovig?”, vroeg Hoss.
“Dat is zo. Hoezo?”, vroeg Adam verbaasd.
“Het is vandaag vrijdag de dertiende. Ongeluksdag voor hen”, antwoordde Hoss.
“Dat kan leuk worden”, antwoordde Adam.
Ze reden als een speer naar het huis van de familie Miller.
Ken hoorde de paarden komen en stopte met schelden. Hij keek uit het raam en begon zo luid te vloeken dat alle overleden dominees het konden horen. Betty kwam overeind en zag de Cartwrights komen.
“Nu zijn we er geweest! In de stad zag ik een zwarte kat lopen en ik liep onder een ladder door”, zei Betty angstig.
“Wat ben jij toch een grote theemuts. Je weet dat die dingen allemaal ongeluk brengen! Zal ik de spiegels dan ook maar breken?”, vroeg Ken kwaad.
Hij wachtte niet eens op antwoord en gooide ze een voor een kapot. Betty gilde als een mager speenvarken en ging met haar echtgenoot op de vuist. Ze sloegen elkaar zo hard dat ze allebei naar de andere wereld verhuisden. De broers kwamen de woning binnen en zagen de lijken liggen.
“Helaas voor hen dat ze nu juist op vrijdag de dertiende moesten sterven. Maar nu moesten we eerst de tweeling vinden”, zei Adam.
Ze keken de woning door maar vonden geen spoor van de kinderen. Toen gingen de broers verder zoeken totdat ze bij de hut kwamen. Ze stegen af en met getrokken revolvers gingen ze naar binnen.
“Niet schieten. Wij zijn het, Mitch en Pam”, riepen ze tegelijk.
De revolvers werden opgeborgen en Adam nam met een diepe zucht van opluchting zijn kinderen in zijn armen.
“We werden door die enge heks meegenomen omdat ze zei dat jij ernstig gewond was en dat zij zolang voor ons zou zorgen”, zei Mitch.
“Je bedoelt Betty miller?”, vroeg Little Joe.
Pam knikte en ging verder:“Ze wilden ons vastbinden maar Mitch schopte haar zo hard met zijn beugel dat ze ons wel moest loslaten. We vluchtten toen hierheen.”
“Ze zijn dood en jullie gaan met ons mee naar huis. Jullie hebben genoeg opwinding voor 1 dag gehad vandaag”, zei Adam.
Ze gingen naar buiten en stegen op de paarden.
Thuisgekomen bleef Adam bij de tweeling en gingen Hoss en Little Joe de sheriff op de hoogte stellen van wat er allemaal gebeurd was. Hij nam de lijken mee naar de stad en liet ze begraven. De zwarte kat ging voortaan op hun graf liggen.
De rust keerde weer terug voor de Cartwrights. Althans voorlopig. Maar die ene vrijdag de dertiende zouden ze nooit meer vergeten.