Op een dag was Hoss Cartwright in het bos. Het was duidelijk dat hij verdwaald was.
“Verdorie nog aan toe. Ik ben helemaal verkeerd gereden”, zei Hoss tegen zichzelf.
Hij keek om zich heen maar herkende de omgeving niet. Plotseling hoorde hij gebrom achter een struik. Vlug steeg Hoss af en verborg hij zijn paard Chubb en keek hij naar de struik. Groot was zijn verbazing toen Hoss een berin zag verschijnen.
“Wat een beer zeg”, zei Hoss bewonderend.
Weer bromde de berin. Ze stond op haar achterpoten en zwaaide met haar voorpoten naar Hoss. Nu wist Hoss dat hij de berin kon vertrouwen en hij kwam overeind. Hij liep naar zijn nieuwe vriendin en held haar vast bij haar vacht. De berin hield Hoss ook vast en even leek hun liefde bezegeld.
“Zeg Mrs Beer, ik ben verdwaald. Weet u soms de weg naar de Ponderosa?”, vroeg Hoss fluisterend.
Alsof de berin de weg kende wees ze de juiste weg.
“Bedankt Mrs Beer”, zei Hoss opgelucht.
Hij pakte zijn paard en steeg op. Vlug reed Hoss in de juiste richting uitgezwaaid door de berin.
Uiteindelijk bereikte Hoss de bewoonde wereld en was hij de berin eeuwig dankbaar. Hij nam zich wel voor om niets over de berin te vertellen aan zijn broers Adam en Joe. Ze zouden hem toch niet geloven.