Het liep tegen kerst. Mitch Cartwright reed van school naar huis toen hij iets op de grond zag liggen. Hij stopte zijn pony en steeg af. Wat er op de grond lag was een rendier.
“Wie heeft jou neergeschoten?”, vroeg de jonge Cartwright hardop en verbaasd.
Hij deed zijn handschoenen uit en raakte het gewonde dier voorzichtig aan. Hoewel het al aardig donker aan het worden was had Mitch genoeg licht om de wond te zien.
“Ondanks je wond geef je wel veel licht”, merkte Mitch op.
Toen zag hij dat het rendier een glanzende neus had waar veel licht vandaan kwam. Mitch probeerde met wat sneeuw de wond schoon te maken wat vrij goed lukte. Hierna verbond hij de wond met zijn sjaal.
“Ik neem je mee naar huis zodat je daar kan genezen”, zei de jongen na een lange tijd.
Hij hielp het rendier overeind en pakte zijn handschoenen en deed ze meteen weer aan. Langzaam liepen ze met zijn drieën naar de ranch. Gelukkig was het erf leeg zodat Mitch het rendier gemakkelijk in de stal kon brengen. Voorzichtig legde Mitch het rendier in het hooi waarna hij zijn paard verzorgde. Onderwijl dacht hij:De anderen mogen mijn geheim niet ontdekken. Dan is alles voor niets geweest. Ik zorg gewoon dat niemand in de stal komt. Hoeveel moeite dat ook mag kosten.
Toen Mitch de stal had verlaten zag hij Ben komen op Buck.
De jongen liep naar hem toe en zei:“Opa, gaat u maar naar binnen. Dan zal ik Buck wel verzorgen.”
De rancher steeg af en gaf de teugels aan zijn kleinzoon. Ben keek hem na maar vertrouwde het niet. Hij haalde zijn schouders op en ging naar binnen. Zijn zoons waren al thuis dus ze wisten nog niet hoe vreemd Mitch zich gedroeg.
Voor het avondeten kwam Mitch met Cody binnen.
“Goh, leef jij ook nog?”, vroeg Adam plagend.
“Jij toch ook nog? Ik moest even iets heel dringend doen. Daarom ben ik zo laat. Papa, hier is mijn kerstrapport”, antwoordde zijn zoon.
Hij gaf zijn rapport aan Adam die het meteen bekeek. Hij had wel gedacht dat het niet vol met briljante cijfers zou zijn maar dat er toch een aantal zesjes opstonden was boven zijn verwachting.
“Het is beter dan ik eigenlijk had verwacht. Probeer zo door te gaan”, prees Adam de schoolprestaties van zijn zoon.
Ben, Hoss en Little Joe bekeken ook het rapport en ze zeiden hetzelfde. Mitch werd wat verlegen van alle aandacht.
Toen ging hij naar de keuken en vroeg hij aan de kok:“Hop Sing, heb je wat restjes vlees en brood voor me?”
Mitch kreeg het meteen mee en bracht het met Cody bij het gewonde rendier.
Het vreemde gedrag van Mitch viel iedereen op.
Toen de jongen in bed lag vroeg Ben terwijl hij de krant las:“Adam, die zoon van jou voert iets in zijn schild. Hij is veel in de stal te vinden zonder dat wij er mogen komen. Ik ben hier de baas maar mijn kleinzoon trekt zich daar totaal niets van aan. Van wie zou hij dat gedrag toch hebben?”
“Ik zou het echt niet weten. Van u misschien?”, vroeg zijn oudste zoon op zijn beurt en niet van zijn boek opkijkend.
“Hij verbergt iets in de stal. Zullen we gaan kijken wat het is?”, vroeg Little Joe opgewonden.
“Eerst moet hij vertellen wat hij in de stal uitvoert”, zei Ben.
Adam legde zijn boek op het salontafeltje neer en antwoordde:”Ik ga hem direct vragen wat hij te verbergen heeft.”
Hij stond op en ging naar boven.
Mitch werd wakker doordat Adam zijn kamer binnenkwam.
“Papa, wat is er?”, vroeg Mitch verbaasd.
“Ik wil even met je praten”, zei Adam terwijl hij op bed ging zitten.
Zijn zoon deed hetzelfde.
“Het valt ons op dat jij erg veel tijd in de stal doorbrengt sinds je schoolvakantie hebt. Wat is daar?”, vroeg Adam.
Mitch voelde zich niet op zijn gemak. Hij begon langzaam met zijn dekens te spelen zodat zijn vader wist dat er iets in de stal was.
“Toen ik van school naar huis ging vond ik een gewond rendier. Ik besloot hem mee naar huis te nemen. Hij geeft erg veel licht omdat hij een glanzende neus heeft”, vertelde Mitch aarzelend.
Hij durfde Adam niet aan te kijken omdat hij bang was dat zijn vader hem zou uitlachen. Maar Adam nam zijn zoon serieus.
“Ik ken maar 1 rendier met een glanzende neus en dat is Rudolph. Doe je kleren aan en dan kun je hem aan ons laten zien”, zei Adam.
Mitch kleedde zich aan terwijl Adam alvast naar beneden ging om alles aan de anderen te vertellen.
Toen Mitch beneden kwam stonden de vier Cartwrights al klaar om naar buiten te gaan. Mitch deed zijn jasje aan en ging hen voor naar de stal. Bij de stal zagen de mannen hoe Mitch voor het gewonde rendier zorgde. De volwassenen keken elkaar aan en dachten hetzelfde.
Ben knielde bij de jongen neer en zei zachtjes:“Ik ben trots op je zoals jij voor hem zorgt. We helpen je ermee.”
“Ik was bang dat jullie het niet goed zouden vinden. Daarom zei ik niets”, bekende de jongen.
“Morgen laat je ons zien waar je hem vond. Nu terug naar bed”, zei Adam vaderlijk.
Dat deed Mitch met een zeer zichtbaar lichter hart.
In de woonkamer zei Ben bewonderend:“Mitch weet nu al een beetje wat hij in een noodgeval moet doen. Dat kan nog wat worden in de nabije toekomst.”
“Wie schiet er nu het bekendste rendier van de kerstman neer?”, vroeg Hoss verbaasd.
“Iemand die zin had in rendiervlees”, zei Adam.
“Of een hekel aan de kerstman heeft”, reageerde Little Joe.
“We gaan slapen en morgen zoeken we het uit”, zei Ben.
Ondertussen had sheriff Roy Coffee bezoek gekregen van de kerstman. De gezagsdrager van Virginia City zat te werken toen de deur van zijn kantoor openging. Hij keek op en wist niet wat hij zag.
“Ben ik hier bij de sheriff van Virginia City?”, vroeg de kerstman.
“Zeker kerstman. Wat kan ik voor u doen?”, vroeg Roy enigszins verbaasd.
“Mijn bekendste rendier is verdwenen. Ik liet Rudolph want zo heet hij wat loslopen zodat hij de omgeving leerde kennen en opeens was hij weg. Wel hoorde ik een schot. Kunt u mij helpen?”, vroeg de kerstman.
“Ik hoop het. Kunt u even tonen waar u Rudolph liet lopen?”, wilde de sheriff weten.
Hij pakte de kaart van de omgeving van de stad en legde die voor de kerstman neer.
De goede kindervriend bekeek het en zei:“Daar liep hij toen ik hem voor het laatst zag.”
“Dat is op de Ponderosa, de ranch van de Cartwrights. Dan moeten zij hem gevonden hebben. Ik ken ze erg goed en ze zullen u zeker helpen. Moet ik u erheen brengen?”, vroeg de sheriff.
“Dat hoeft niet want ik weet iedereen te wonen want ik moet natuurlijk bij hen ook elk jaar veel cadeautjes afleveren omdat de jongste op kerstdag jarig is”, antwoordde de kerstman.
Hij bedankte Roy voor de hulp en vertrok naar de ranch.
De volgende morgen verzorgde Mitch eerst Rudolph waarna hij en Cody met de volwassenen meegingen om ze te laten zien waar hij het rendier had gevonden. Ben steeg als eerste af en onderzocht de plek waar Rudolph had gelegen. Zijn kroost keek hem vragend aan maar niemand zei een woord. Op dat moment kwam Gary Tanner langs. Hij was de buurman van de Cartwrights maar stond niet op een vriendschappelijke voet met hen.
“Zoek je iets, Cartwright?”, vroeg Gary spottend.
Ben wendde zich tot hem en zei:“Dat gaat jou toevallig niets aan.”
Cody begon opeens te grommen tegen hem.
Gary zag hoe Adam en Mitch naar hem keken en vroeg aan hen:“Heb ik soms iets van jullie aan?”
“Nee, het zou ons toch niet passen”, reageerde Adam ad rem.
Mitch keek vlug ergens anders naar zodat zijn vader en ooms wisten wat er aan de hand was.
Little Joe vroeg:“Gary, hoe komt het dat je hand in het verband zit? Heb je soms een rendier neergeschoten?”
De buurman werd eerst nog bleker dan de sneeuw die er op de grond gevallen was. Maar daarna veranderde de kleur van zijn gezicht in rood. De broers keken elkaar met een veel betekende blik aan en ze dachten hetzelfde.
“Zeg Gary, wat voor vlees gaan jullie eten met de kerst?”, vroeg Hoss om de aandacht af te leiden.
“Zeker rendiervlees”, merkte Mitch droog op.
“Inderdaad ja. Bij ons staat met kerst heerlijk rendiervlees op het menu. Ik heb gisteren een rendier neergeschoten en die zoek ik nu. Jullie krijgen er toch niets van want hij is van mij. Jullie kunnen het best zelf betalen”, snauwde de buurman.
“Mitch, ga naar de stad en haal Roy hierheen”, zei Ben direct.
De jongen reed meteen weg. Cody rende eerst met hem mee maar Adam riep de hond terug. Hoss sloeg Gary knock-out en bond hem vast.
Mitch reed de hoofdstraat in en zag net de kerstman die uit het kantoor van de sheriff kwam. De jonge Cartwright stopte zijn paard voor het kantoor en sprong er van af. Hierna ging hij naar binnen.
“Sheriff, u moet onmiddellijk meekomen want we hebben de schutter van Rudolph te pakken. Opa stuurde me om u te halen”, zei Mitch in één adem door.
“Ik ga direct met je mee. Misschien komen we de kerstman onderweg tegen. Dan kan jij hem naar zijn rendier brengen”, zei Roy terwijl hij opstond en zijn jas aantrok.
Mitch begreep er niets van en vroeg:“Hoe weet u dat?”
“De kerstman kwam net bij mij om de vermissing van zijn rendier aan te geven”, legde de gezagsdrager uit.
“Ik vond het dier onderweg van school naar huis”, zei Mitch.
Ze liepen naar hun paarden en stegen op. Mitch en Roy kwamen onderweg inderdaad de kerstman in zijn slee tegen.
De sheriff zei:“Kerstman, dit is de jonge vinder van uw vermiste rendier.”
“Kun je me vertellen waar hij is?”, vroeg de kindervriend.
“Hij is bij ons op de ranch. Moet ik u er heen brengen?”, vroeg Mitch op zijn beurt.
“Graag”, zei de kerstman.
Mitch keek Roy aan en deze zei:“Ik vertel je vader wel waar je bent.”
Hij keek Mitch en de kerstman na en reed recht vooruit. Even later kon hij Gary arresteren wegens stroperij en laster van de buren.
“Mitch is met de kerstman naar jullie huis”, zei Roy tegen Ben.
“Dan gaan wij er ook maar heen”, zei de rancher.
Ieder ging zijn eigen weg.
Op de Ponderosa liet Mitch de kerstman zien waar hij Rudolph had gelegd.
“Papa zei dat hij niet ernstig gewond was en vlug weer beter zou zijn”, zei Mitch.
“Dat is inderdaad zo. Jongen, ik ben je heel erg dankbaar voor het vinden en verzorgen van Rudolph. Wat kan ik je geven als dank?”, vroeg de kerstman.
“Ik zou het echt niet weten. Ik heb alles al”, antwoordde de jonge Cartwright.
“Ik weet dat je honkbalhandschoen eigenlijk te klein is dus kan ik je dat geven voor je redding van Rudolph?”, vroeg de kerstman.
Mitch knikte. De goede kindervriend keek in zijn magische zak en haalde er een gloednieuwe honkbalhandschoen uit.
“Alsjeblieft. Denk aan mij als je hem gebruikt. En kijk maar goed tussen de cadeaus als je ze op kerstmorgen uitpakt. Misschien zit er nog wel een speciaal cadeautje voor je bij van Rudolph”, zei de kerstman.
“B….B….Bedankt kerstman”, stotterde Mitch terwijl hij de nieuwe handschoen paste.
Rudolph was door de aanwezigheid van zijn baas weer helemaal genezen en kon met hem mee met de andere rendieren. Mitch keek ze stomverbaasd na maar kon niets meer zeggen.
Toen de anderen even later thuiskwamen en het hele verhaal hoorden zei Ben:“Ik denk dat we deze kerst nooit meer zullen vergeten.”
“Ik zeker niet”, zei Mitch stoïcijns.
Op kerstavond stonden de Cartwrights op de veranda en terwijl ze naar de heldere winterlucht keken hoorden ze de rendieren zingen:
Rudolph the red nosed reindeer
Had a very shiny nose
And if you ever saw it
You would even say it glows
All of the other reindeers
Used to laugh and call him names
They never let poor Rudolph
Join in any reindeer game
Then one foggy Christmas Eve
Santa came to say
“Rudolph with your nose so bright,
Won’t you guide my sleigh tonight?”
Then how the reindeers loved him
As they shouted out with glee
Rudolph the red nosed reindeer
You’ll go down in history