VOOGDIJ

Op een middag was Adam Cartwright aan het werk op het erf toen er een onbekend rijtuig naar hem toe kwam. De dame erin stopte het rijtuig en keek naar het ranchhuis.

“Is dit het adres van de Cartwrights?”, vroeg ze vriendelijk.

Adam draaide zich om en kreeg een schok te verwerken.

“Wat sta je nou zo dom naar mij te kijken? Ik vraag je wat en dan eis ik direct een antwoord”, zei de dame bits.

“Sorry hoor maar je lijkt sprekend op mijn overleden vrouw. De Cartwrights wonen inderdaad hier. Ik ben Adam”, zei Adam verward.

“Dan ben ik aan het goede adres. Ik ben je schoonzus Lucy en kom de kinderen ophalen. Ze wonen vanaf nu bij mij”, zei Lucy.

“Welke kinderen? Mijn tweeling? Je krijgt ze niet mee omdat ze hier wonen en horen”, zei Adam fel.

“Dat zullen we nog wel eens zien. Ik daag je voor de rechter en dan krijg ik de voogdij. Mijn vader en ik kunnen veel beter voor hen zorgen dan jij in je eentje”, snauwde Lucy.

“Je vader? Is hij dan alweer op vrije voeten? Hij was toch tot zoveel jaar veroordeeld een paar jaar geleden?”, vroeg Adam verbaasd.

“We kochten de straf af”, zei Lucy.

Ze keerde het rijtuig en reed weg. Adam voelde zich niet meer gerust en ging direct zijn kinderen van school ophalen. Onderweg kwam hij zijn broer Hoss tegen. Hoss merkte meteen dat er heel wat aan de hand was.

“Adam, kalmeer eerst”, zei Hoss rustig.

Adam kalmeerde met vele moeite en keek zijn broer aan.

“Ik kreeg zojuist bezoek van mijn schoonzus Lucy. Ze eist de voogdij over mijn kinderen op. Haar vader en zij beweren dat ze veel beter voor de tweeling kunnen zorgen dan ik in mijn eentje”, vertelde Adam.

“Onzin. Jij voedt de tweeling uitstekend op. Velen kunnen nog een voorbeeld nemen aan jouw opvoedmethodes. Ga je ze halen van school?”, vroeg zijn broer.

Adam knikte.

“Dan ga ik met je mee”, zei Hoss vastbesloten.

Hij merkte dat zijn broer erg van streek was en nu niet alleen gelaten moest en kon worden. Even later kregen ze gezelschap van hun vader Ben Cartwright en hond Cody.

“Wat doen jullie hier?”, vroeg de rancher.

“Mijn schoonzus wil de voogdij over de tweeling hebben. Ze is de tweelingzus van Mary”, antwoordde Adam.

“Hoss, jij gaat naar huis en wacht daar op ons. Adam, we gaan eerst de kinderen halen en dan naar Hiram”, zei Ben.

Zo gezegd, zo gedaan.

Ben en Adam gingen met de tweeling en Cody naar hun advocaat Hiram Wood.

Ben legde alles uit waarna Hiram zei:“Kunnen jullie even buiten wachten? Ik wil de kinderen even alleen spreken.”

“Mag Cody bij ons blijven?”, vroeg Mitch ongerust.

“Laat hem maar hier”, zei Hiram.

Ben en Adam verlieten het kantoor en wachtten erbuiten.

“Vertel me alles wat je over de ouders van mama weet”, zei Hiram.

Mitch zei:“Opa Watts heeft me drie weken lang gevangen gehouden toen Lisa net geboren was. Oma Watts kwam ons opzoeken maar stierf doordat ze mama wilde vermoorden. Ook ben ik een keer van huis weggelopen omdat ik ze beter wilde leren kennen. In een hotel vertelden ze mij in het bijzijn van opa en papa dat ik niet hun kleinzoon ben. En alleen omdat ik kreupel ben.”

“Ik heb ze nooit gezien omdat mam dat niet wilde”, zei Pam.

“Je vader heeft de voogdij over jullie en die behoudt hij gewoon. Hij zorgt uitstekend voor jullie”, zei Hiram.

Hij liep naar de deur en wenkte Ben en Adam om binnen te komen.

“Adam, van wat je kinderen me vertelden is het overduidelijk dat je schoonzus geen recht heeft op hun voogdij. Ik zal het officieel vastleggen dat jij de volledige voogdij over de tweeling hebt en dat ook houdt”, zei Hiram.

Adam was gerustgesteld.

De reactie van haar vader, Carl Watts, was anders dan Lucy had verwacht.

Je hebt wat gedaan?”, raasde Carl.

“Ik ben naar de Ponderosa gegaan en de voogdij over de tweeling van Mary opgeëist. Ik kan veel beter voor ze zorgen dan die Adam Cartwright”, antwoordde Lucy kalm.

“Wij hebben er alles aan gedaan om ze uit ons leven te bannen en jij haalt ze weer terug. Dat joch, Mitchell, is kreupel en een grote lastpost voor iedereen. Door hem stierf jouw broer en mijn zoon. De Cartwright tweeling is geen familie van ons. Die van Sheila Jenkins wel. Begrepen?”, vroeg Carl.

Lucy knikte maar was het er duidelijk niet mee eens. Ze pakte een jachtgeweer en schoot haar vader neer. Carl was weliswaar geraakt maar had nog genoeg kracht over om zijn dochter naar de eeuwige jachtvelden te sturen. Even later ging hij zelf ook het hoekje om.

Op de Ponderosa hoorde Little Joe over de problemen die Adam had met zijn schoonzus.

“We gaan die muts opzoeken en haar de waarheid vertellen”, zei hij fel.

“Maar pa zei dat we hier op hen moesten wachten”, zei Hoss.

“Het gaat wel om de toekomst van ons neefje en nichtje. Pa zal het heus wel begrijpen”, reageerde zijn broer.

Ze reden snel weg en kwamen bij het landhuis waar Carl en Lucy Watts woonden. Bij de voordeur werden de paarden gestopt. Hoss en Little Joe stegen af en liepen voorzichtig naar het huis. Ze kregen een vreemd gevoel van binnen. Zonder nog verder te twijfelen betraden de broers het huis en vonden ze de twee lijken in de gang.

“Nou, die zijn er ook geweest”, zei Hoss nuchter.

“Dit is erg belangrijk voor Adam en de tweeling”, zei Little Joe.

Opnieuw reden ze snel weg maar deze keer naar Virginia City.

De broers stormden het kantoor van Hiram binnen.

“Pa, Hiram, we waren net bij de familie Watts en het bleek dat ze elkaar vermoord hebben”, zei Little Joe opgewonden.

“Joe, dat is voor ons goed nieuws want dat betekent dat jullie nog jarenlang van de tweeling mogen of moeten genieten”, antwoordde Hiram.

“En wij van hen”, reageerde Pam.

“En wij hebben leuke oppassen”, zei haar broer.

Nu zijn schoonfamilie helemaal van de aardbol afgeveegd was en hij alleen de voogdij over zijn kinderen had kon Adam met een gerust hart door met zijn leven op de Ponderosa.