Herbert, George

De God van Herbert

Een selectie gedichten uit The Temple van George Herbert, vertaald door Arie van der Krogt.Uitgave De Zaak Akkerman, en te bestellen via email: info@dezaakakkerman.nlDe prijs bedraagt € 17,- inclusief verzendkosten. U kunt het bedrag overmaken op banknr. NL05TRIO0198370768, t.n.v. De Zaak Akkerman, Rotterdam.

De gedichten van George Herbert zijn uniek in de geschiedenis van de poëzie Ze zijn kristalhelder en mystiek tegelijk en bezitten daardoor een magische kracht. Herbert zet alle retoriek in om duidelijk te maken dat God er wel wat voor moet doen om het geloof bij hem wakker te houden. Er worden harde noten gekraakt en er klinken bittere verwijten: "O Heer, U gaf voor onze smart ons toch een tong; en dan niet luisteren!" Zijn taal is van een directheid, die gelovigen en ongelovigen imponeert. Zo zei de Engelse schrijfster A. S. Byatt in de door haar uitgesproken Huizinga-lezing van 2004: "Ik ben zelf geen christen en heb er ook nooit een willen zijn, behalve als ik de gedichten lees van de 17de-eeuwse dichter George Herbert."

Een belangrijk kenmerk van de gedichten van George Herbert is de grote verscheidenheid aan strofevormen. Elk gedicht heeft een eigen opbouw met regels van een verschillende aantal versvoeten, d.w.z. beklemtoonde lettergrepen (versvoeten). In sommige gedichten wisselt het van regels met een versvoet, tot regels met vijf versvoeten. In de schrijfwijze wordt dit duidelijk gemaakt door inspringingen. Hoe minder versvoeten een regel heeft, hoe meer de regel wordt ingesprongen. Dit geeft de gedichten een speels karakter. Herbert versterkt dat nog door het gebruik van enjambementen, d.w.z. het doorlopen van de zin naar de volgende regel. Daardoor ontstaat er een speelse dans tussen regellengte en zinslengte. Een aantal gedichten van Herbert is vooral bekend door hun opvallende vorm. Zoals het gedicht in de vorm van een altaar, of de twee paasgedichten, die de vorm hebben van vleugels, als men het boek een kwartslag draait.

Voor Herbert zijn vorm en inhoud beide belangrijk. Hij is een meester in het vinden van metaforen om zijn geloof in God te verwoorden. In die beeldenrijkdom komt de essentie van zijn poezie naar voren, een essentie die in het Engels wordt uitgedrukt in het woord conceit. Het is de geestigheid, de gevatheid, de spitsvondigheid, de brille, de diepgang, kortom de gist in het geestelijk brood dat Herbert ons voorzet. Herbert gelooft in het wonder van de taal, en vindt de taal van het geloof. Een geloof in zijn God, de God van Herbert.

---

Het werk van George Herbert leerde ik kennen via het vertaalgenootschap Weerklank. Zes keer per jaar vertalen de leden een gedicht dat door één van hen is uitgekozen. Daarna worden de resultaten gebundeld en de verschillende lezingen met elkaar vergeleken. Het gedicht fonkelt dan als een diamant.

Jaap Rood was één van de leden van de Weerklank. Kort voordat hij aan de beurt was om een gedicht uit te zoeken, kreeg hij te horen dat hij ongeneeslijk ziek was.

Hij koos het gedicht Love III. Het is een korte samenspraak tussen de dichter en zijn God op de drempel van de hemelpoort. God is gastvrij en spreekt bijzonder troostrijk.

Toen de bundel klaar was, schreef Jaap Rood: “Enige tijd geleden, toen ik het fysiek zeer moeilijk had, heb ik mij verdiept in de parabel van de Verloren Zoon. Het gedicht van George Herbert geeft op dezelfde manier aan hoe vanuit de goddelijke wereld wordt uitgezien naar ieder individu. Dat is troostend en daarom zal ik deze bundel neerleggen in mijn nachtkastje.” Onze Weerklankbundel met vertalingen was een afscheidscadeau, want kort daarna stierf Jaap Rood.

George Herbert (1593-1633)

De gedichten zijn afkomstig uit het levenswerk van Herbert: The Temple (De Tempel). Op deze site zijn ze gerangschikt in de volgorde van de bundel van 1633 (van nummer 000 tot 164, in acht groepen).

Op de pagina 'De Tempel ABC' zijn alle gedichten alfabetisch gerangschikt met het volgnummer erachter. Dit om het terugzoeken te vergemakkelijken.