De zondenkrans
Vergeef het mij, mijn God, vergeef het mij,
Want al mijn zonden jagen in een kring
Een koortsig vuur is mijn gedachtenrij
Dat als een slangenei naar zonde springt;
En zijn hun plannen eenmaal uitgebroed
Dan vlamt mijn tong door mijn gedachtengoed.
Dan vlamt mijn tong door mijn gedachtengoed,
Zoals de Etna ooit haar vuur uitbraakte
Zij venten uit, vullen hen met fouten,
En ventileren met hun lucht het kwade.
Maar woorden reiken niet voor hun lage plan
Ik stop hun nieuwigheden met mijn hand.
Ik stop hun nieuwigheden met mijn hand,
Mijn zonden moeten driehoog hoger zijn,
Zoals ooit Babel groeide, vóór de val.
Maar 't kwade helpt niet, want met hen verschijnt
Een zondig denken en schaamte daarbij:
Vergeef het mij, mijn God, vergeef het mij.
(vertaling in wording)
Sinnes round
Sorrie I am, my God, sorrie I am,
That my offences course it in a ring.
My thoughts are working like a busie flame,
Untill their cockatrice1 they hatch and bring;
And when they once have perfected their draughts,
My words take fire from my inflamed thoughts.
My words take fire from my inflamed thoughts,
Which spit it forth like the Sicilian Hill.
They vent the wares, and passe them with their faults,
And by their breathing ventilate the ill.
But words suffice not, where are lewd intentions:
My hands do joyn to finish the inventions.
My hands do joyn to finish the inventions:
And so my sinnes ascend three stories high,
As Babel grew, before there were dissensions.
Yet ill deeds loyter not: for they supplie
New thoughts of sinning: wherefore, to my shame,
Sorrie I am, my God, sorrie I am.