Sonnet 71
Treur na mijn dood niet langer dan de klok
Met doffe dreunen iedereen bericht
Dat ik mij aan de voosheid hier onttrok
En in het veld der vieze wormen lig.
Nee, denk, wanneer je deze zinnen leest,
Niet meer aan mij © ik hou zoveel van jou,
Dat ik je smeek: haal mij niet voor je geest,
Als jij door die gedachten treuren zou.
En stel, zie jij ooit mijn gedichten weer,
Als ik een mengsel ben van stof en klei,
Noem dan, zelfs fluisterend, mijn naam niet meer;
Houd langer dan mijn leven niet van mij.
Voorkom dat heel de wereld jou ziet wenen,
En jou bespot om mij, die is verdwenen.
Sonnet 71
No longer mourn for me when I am dead
Than you shall hear the surly sullen bell
Give warning to the world that I am fled
From this vile world with vilest worms to dwell:
Nay, if you read this line, remember not
The hand that writ it, for I love you so,
That I in your sweet thoughts would be forgot,
If thinking on me then should make you woe.
O! if, I say, you look upon this verse,
When I perhaps compounded am with clay,
Do not so much as my poor name rehearse;
But let your love even with my life decay;
Lest the wise world should look into your moan,
And mock you with me after I am gone.