Song VIII - The Secret
Het geheim
Een geheim valt niet te bewaren,
Het komt uit na verloop van tijd,
Dan kun je het rijpe verhaal
Aan je beste vrienden kwijt;
Bij de thee of op een plein
We doen niets lievers dan dat:
Stille wateren, diepe gronden,
Geen rook zonder vuur, mijn schat.
Achter het lijk in het zwembad
En het spook op de tennisbaan,
Achter de dame die ronddanst
En de man die geen drank laat staan;
En achter de blik van vermoeidheid
De barstende hoofdpijn, de zucht,
Achter alles steekt een ander verhaal,
Er hangt altijd meer in de lucht.
Voor de stem die plotseling helder
Weerklinkt in de kloostergang,
En de geur van de vlierbesbomen,
De jachtprenten tegen het behang,
Het croquetspel in de zomer,
De handdruk, de kuch en de kus,
Bestaat een kwalijke oorzaak,
Een stiekeme reden, dus.
The secret
At last the secret is out,
As it always must come in the end,
The delicious story is ripe
To tell to the intimate friend;
Over the tea-cups an in the square
The tongue has its desire;
Still waters run deep, my deare,
There’s never smoke without fire.
Behind the corpse in the reservoir,
Behind the ghost on the links,
Behind the lady who dances
And the man who madly drinks,
Under the look of fatigue,
The attack of migraine and the sigh
There is allways another story,
There is more than meets the eye.
For the clear voice suddenly singing,
High up in the convent wall,
The scent of the elder bushes,
The sporting prints in the hall,
The croquet matches in summer,
The handshake, the cough, the kiss,
There is allways a wicked secret,
A private reason for this.